De afgelopen paar dagen, zagen we de eerste wegprostituees staan wachten op klanten. Ik zeg tegen Ger:
“In plaats van in te stappen bij een klant, kan je ook zelf investeren in een auto. Zie je ‘t voor je? Onze VW in rood en roze met de naam Love Buzz in glitterletters. Ik wed dat we de kosten van de reis er nog voor een aardig deel uit zouden halen!” Maar dit terzijde.
We sliepen beneden vannacht. Om de één of andere reden was er veel doorgaand verkeer.
En ik was vergeten te zeggen dat we gisteren zo’n 50 km vóór Moskou waren gestopt. Vandaag blijkt dat dat een prima beslissing was. Want, zoals ik al zei, de navigatie op die open source Maps werkt niet optimaal. ‘k Zou bijna zeggen dat wij onze route beter kennen dan het apparaat dat doet. Daarbij komt dat de bewegwijzering veel te wensen overlaat. Althans voor een paar Nederlandse provincialen, die mogelijk niks begrijpen van de Russische manier van aanduiding op verkeersborden.
Het begon er mee, dat we niet de ring opreden. Ik rekende er op dat er bij aankomst op die ring een bord zou staan met een pijl en daarbij een opsomming van de belangrijke afslagen: M1, M3, M4 enz. Niet dus, met als resultaat dat we een heel eind richting centrum reden. Eigenlijk was dat een pluspunt. We hebben verschillende prachtige gebouwen en monumenten zien staan en kregen echt zin in een weekje Moskou.
Na veel gehannes en proberen om de Garmin onze bedoeling te laten begrijpen, kwamen we toch op de M4 terecht. Nadat we in één of andere tunnel nog even een doodschrik hadden gekregen. Ze parkeren daar gewoon een auto op de rechter rijbaan, met achterop een pijl naar links, maar kondigen van te voren niks aan! Iedereen vol in de remmen en gaan!
Tankstation Luk heeft een goeie klantentrekker: op hun reclamebord zetten ze WiFi terwijl het er niet is. M Grillcafé doet het beter. Hoewel… pas na minstens tien minuten hard werken door een ontzettend klantvriendelijke jonge vent.
Daarna wordt het een beetje shit. De M6, die wij moeten hebben, is een afsplitsing van de M4 en die zijn ze op alle borden vergeten te vermelden. Ook Gar-min weet van niks, terwijl die weg toch meer dan 1000km. lang is! Vragen onderweg levert niks op; niemand weet wat en als ze het al weten, leggen ze het in het Russisch uit. Het komt uiteindelijk goed.
Ik heb gisteren gezegd waar Gerda onderweg aan denkt. Ik hou het in de tegenwoordige tijd. Tot nu toe, vind ik, hoef je deze rit voor het landschap niet te maken. Je ziet niets wat je niet in bijv. Noord-Frankrijk kan vinden. Bovendien zie je daar met enige regelmaat dorpen in het land liggen, vaak met mooie kerktorens. Hier zie je niks, alleen al door steeds die bomen langs de weg. Moskou is het enige echte hoogtepunt tot nu toe, maar ga er alsjeblieft met het vliegtuig heen. Ik begin bang te worden dat het de hele weg tot Astrakan niet meer goed zal komen.
We komen er ook langzamerhand achter dat we het reisschema terug door Rusland nog eens goed moeten bekijken. Omdat die dikke oranje strepen dus slechte tweebaanswegen zijn, dient de gemiddelde snelheid waarmee we hebben gerekend, waarschijnlijk bijgesteld te worden.
Negen kilometers van de weg ligt Skopin. Het wordt aangeduid als een middelgrote plaats en daarom hopen we er een winkel te vinden die simkaarten verkoopt. Die vinden we, maar hij is al gesloten. Een redelijk Engels sprekende (!) jonge vrouw wijst ons op een alternatief, maar ook die is dicht. Gelukkig zijn ze morgen, zondag, gewoon open zegt ze. Ik vroeg nog kunnen we u meenemen op onze komende route tot Astrakan, maar ze had andere dingen te doen.
Voorts valt er, en ik overdrijf niet, nauwelijks te rijden in Skopin. De weg er naar toe was al erg, maar de wegen in de plaats zelf slaan alles! Ook de lokale auto’s slingeren van links naar rechts over de hele breedte van de straat in de hoop er schadevrij af te komen.
Er zijn een paar mooie gebouwen te zien. Een neoclassicistisch bouwwerk bij een park, waar we om reden van het slechte wegdek maakten dat we wegkwamen en de kerk. We konden er niet echt binnen kijken omdat er een plechtigheid bezig was. Wel zagen we een gigantische gouden luchter hangen van wel drie meter doorsnee. Vrouwen met hoofddoeken en een voorganger die best blij was met zichzelf.
Toen het gezelschap naar buiten kwam, vroeg een non of ze een lift van ons kon krijgen. Helaas, we gingen de andere kant op.
Na lang rijden, wikken en wegen, kwamen we terecht bij een standbeeld in een kleinschalig ‘park’. Het lag een eindje van de weg af en ver genoeg van de meest dichtbije huizen. Omdat daar een vrouw in haar bloementuin bezig was, zocht Gerda even contact om te polsen of onze aanwezigheid getolereerd werd. Prima, niks aan de hand. Heerlijk, dak omhoog; bier en wijn. Tot er een andere vrouw aan kwam lopen en aan de ‘onze’ vroeg wat dat voorstelde, die camper. Daarna werd de buurvrouw nerveus en kwam zeggen dat we op moesten passen voor de politie, waarbij ze regelmatig naar haar voorhoofd wees. Het woord ‘straf’ viel veelvuldig. Alleen weet ik niet of dat hetzelfde betekent als bij ons.
“Het zit een beetje raar bij haar borsten, heb je dat gezien?”, vraagt Ger. Ik niet. “En ze heeft van boven nog één tand. Ik noem haar U Thant”.
Slot van het liedje, we konden bij haar huis staan. En dan bedoel ik echt pal naast het huis op een soort binnenplaatsje, achter grote deuren.
We waren te moe en hadden al te lang gezocht om nog voor een alternatief te gaan. Ze liet ons niet helemáál met rust, maar het was goed om te doen. Dan helpt het wel weer dat je elkaar niet verstaat!
Ze kwam twee keer aan de deur. De eerste keer bracht ze heerlijke aardappeltjes met ui en de tweede keer voor elk een grote mok thee. Waarvoor wij haar weer beloonden met een plak Verkade chocola. Raakt ze die laatste tand wat sneller kwijt.
Nadat ze had gevraagd hoe laat we morgenochtend wilden vertrekken – om acht uur – hebben we haar niet meer gezien. O ja, toch. Haar man kwam thuis en die hebben we de hand geschud en eveneens bedankt.
Wat ik vergeet te zeggen, is dat wij klompkadootjes hebben meegenomen. Van die dingen uit toeristenwinkels: sleutelhangers met een klompje. Op een gegeven moment zegt Gerda:
“Is dit een situatie voor een klompje?”
“Ik dacht het wel!”
Ze is er heel blij mee en rent haar huis in om terug te komen met twee verschrikkelijk lelijke magneetdingen, die je op een koelkast kan plakken of zo. Ik weet niet hoe ze heten, maar je wil ze niet kado krijgen.
Daarna was het de beurt aan de zaterdagavond. Een optocht aan privé auto’s, taxi’s en voetgangers trok voorbij. Allemaal met veel lawaai.
“Nou, die komen vannacht ook weer terug”, zei Gerda, “geef mij de oordoppen maar aan”.
superleuk verhaal meiden!
Dank je wel! Liefs ook voor Wil