Van de staart, het venijn en geluk

Dinsdag 5 september 2023

Ik denk dat er niet één auto is langsgereden vannacht. De vogelgeluiden worden door de bedplank, die naar beneden is, dusdanig gedempt, dat je er niet wakker van wordt. Rust. Hoewel…. Gerda zegt dat ze iemand op de auto hoorde kloppen vannacht, maar aangezien ik daarvan niks heb meegekregen, noteren we die slaapwandelaar onder het kopje ‘dromen’. 

En dan tot slot nog het wennen aan de keiharde ‘matras’ van het benedenbed. In de loop van de nacht krijgen we allebei een vervelend gevoel in onze heupgewrichten. Pijn kan ik het niet noemen, maar echt lekker op je zij liggen is er dan niet meer bij. Je zou eigenlijk een rugslaper moeten zijn. Vroeger, als kind, was ik dat. Mijn bed was altijd strak opgemaakt en ‘s avonds gleed ik rustig en netjes vanaf mijn kussen onder de dekens, zoals je een brief in een envelop schuift. De hele nacht sliep ik zonder veel te bewegen op mijn rug, want ‘s ochtends zaten mijn dekens en het laken nog keurig onder de matras gevouwen en schoof ik, nog steeds op mijn rug, in omgekeerde richting het  kussen weer op. Alleen aan een kleine verhoging van het beddengoed kon je zien dat er iemand onder had gelegen. 

Er zijn voor het onderste bed in de auto losse matrasjes te koop, die echter tijdens het rijden meer plaats innemen dat wij willen missen. 

Bij de eerste blik uit het raam zien we een enorme wolk spreeuwen swingen in het licht van de koele en toch al verblindende zon, die net op is. Het blijft een fascinerend verschijnsel. 

Tijdens het ontbijt komt de boer aanscheuren en gooit z’n oude bestelauto stil vlak voor het hek waar de witte koeien, plus één bruine, zich al achter verdringen. Ik denk dat het Blonde d’ Aquitaine zijn, tot ik op internet lees dat die iets hebben wat deze hier missen: horens. We denken dat de boer misschien is gewaarschuwd door hardlopers, die net als wij zagen dat er vanochtend een koe door de omheining heenbrak om zich gelukkig daarna weer snel bij de kudde te voegen. De afrastering wordt gecontroleerd en waar nodig gerepareerd.

Vogelvilla van maandag

Naar de vogelhut op dinsdag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als de ontbijtboel is opgeruimd, lopen we het Volgerland in om naar de vogelhut te gaan. Lekker om zo door het land te lopen, hoewel er weinig variatie in begroeiing is. Van de vogelhut, meer een wand dan een hut, worden we ook niet echt blij. Wel staan we dichter bij het water waar we ook vanuit de auto op kijken, maar nieuwe vogels zien we niet. Ganzen, zwaluwen, torenvalk…om met Brusselmans te spreken: die hebben we thuis ook! 

In de verte nu en dan weer spreeuwenwolken, kleiner dan die van vanochtend vroeg, maar toch! 

Terug naar ‘huis’, zin in koffie! 

Voor de boodschappen heeft Ger de Daily Foodstore ingetikt. Door de naam die ik niet ken en die bovendien helemaal niet past, vind ik, bij plattelandsgemeentes, ga ik met de nodige reserves op pad. En waar komen wij terecht? In Port Zélande. Eerst moeten we ons de slagbomen door praten en daarna komen we op eindeloze parkeerterreinen. Zoveel dat ze genummerd zijn vanaf A1 t/m Z3. Goed, ik overdrijf iets, maar tijdens de 20 minuten, die we er zeker in de rondte rijden, zien we niet anders dan auto’s, auto’s en auto’s. De Foodstore is dus de supermarkt van dit resort en gelukkig vinden we hem niet. Wel komen we langs een plek waar we al ons afval kwijt kunnen en volgens mij is dat de grootste lol die je hier kan beleven: je troep weggooien! Het is de hel op aarde; wegwezen! 

Als beloning voor ons vertrek vliegt er tot twee keer toe een wolk spreeuwen laag over de auto heen! Wanneer maak je dat mee? Vogels van de dag! 

Ons boodschappenalternatief is de Plus in Scharendijke. Ik ken het dorp van vroeger als een vrij nikszeggend aantal huizen ergens onderweg naartoe. Het dorp is gegroeid en de PLUS, de naam zegt het al, doet zijn naam eer aan. Wat een megawinkel! Zelfs wij, die toch wat gewend zijn, lopen nog net niet met open mond rond.

Op de pier met je bier..

nog van niets wetend…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Intussen hebben we genoeg gekregen van de drukte op veel plekken, waardoor we toch steeds het gevoel krijgen dat het toeristenseizoen nog aan de gang is. Wat doen we, waar gaan we heen? Uiteindelijk kiezen we ervoor om weg te gaan van de toeristische hoogtepunten en om te beginnen toetsen we Melissant in op de navigatie. Lang verhaal kort: het valt niet mee om in het oostelijk gedeelte van Goeree Overflakkee op een plek te komen die uitzicht heeft op het Grevelingenmeer. 

Ik schakel nu even naar het hier en nu: als ik dit schrijf is het half 11 ‘s avonds en eigenlijk wil ik naar bed, maar er is nog zoveel gebeurd. 

Grote stappen, gauw thuis: we komen na veel omzwervingen terecht bij de Sluishaven aan de Mariadijk 2 (mijn officiële naam is Maria!) waar het Grevelingenmeer zich open en bloot laat zien! 

We informeren bij het ‘paviljoen’ – zo noemen ze hun simpele tent – en voor €15,- kunnen we op de kop van de korte pier staan met vrij uitzicht over het meer, gebruik van WC en water. 

Ik sla nu een heleboel dingen over want: op een gegeven moment begonnen we met de voorbereidingen voor de avondmaaltijd. Ik had net het gehakt bij de uien, knoflook en kruiden in de pan gedaan toen het gebeurde: de gasvlam doofde. Eerst denk je dat je zelf een fout maakt, dus ik probeerde nog een paar keer gas te geven…tevergeefs. 

Als ik zeg: “De gasfles is leeg Ger”, zie ik haar ogen twee keer zo groot worden. “Dat kan niet”, zegt ze, “de fles was nog half vol”. 

“Geeft niet”, zeg ik, “we hebben toch nog een extra fles bij ons?” 

“Nee, dat is een lege”, is het antwoord. 

Daar sta je dan. Zonder gas kunnen we niet koken, afwassen, geen koffie of thee drinken. 

Eerste gedachte: laten we maar naar huis gaan met dat half gebraden gehakt, de vuile vaat etc. Want gaan we morgen de hele dag rondrijden om ergens een verkooppunt van Campinggas te vinden? Uit ervaring is ons gebleken dat het niet overal om de hoek te koop is.

Onze redding!

En de bijbehorende held!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toch maar even een rondje maken hier. Bij het paviljoen worden we niks wijzer, wel bij de aanlegsteiger. Als Gerda er aan iemand onze nood klaagt, wordt het opgepikt door de schipper van een boot die net binnenkomt. Zelf heeft hij alleen grote flessen gas ‘“maar”, zegt hij, “die kleine boten daar die net binnenkomen, hebben misschien wel wat”. 

We hoeven niet lang te wachten of hij staat met een draagbare gaspit bij onze schuifdeur. Geweldig! Morgenochtend voor negen uur graag weer bij hem op het dek zetten. Dit is onze redding. We kunnen eten en thee zetten. Afwassen doen we met lauw water uit een buitendouche. 

Dan rest ons nog het opzoeken van een adres waar onze maat gasflessen te koop zijn. Daarover morgen meer. 

We besluiten om boven te slapen in het vertrouwen dat het monotone geronk en gestamp van de vele boten die passeren rustgevend kan zijn. 

Toch-nog-menu van de dag: éénpansgerecht met ui, knoflook, komijn, gemalen koriander, verse tomaat, witte bonen, gele paprika en wat pastakronkels.
Morgen hopelijk weer aan het gas.

 

 

 

 

4 thoughts on “Van de staart, het venijn en geluk

  1. Die PLUS moet toch ook campinggas hebben lijkt me. Maar jullie kennende is dat euvel in het volgende verhaal opgelost.
    Kunne het matras van boven niet naar beneden halen als je onder slaapt? Of een extra matrasje plat boven leggen als jullie reizen ?

  2. Het begint alweer goed dames ! Maar wat fijn dat er nog zulke behulpzame mannen zijn. Hier thuis zou er ook een van pas komen….het schildpadden hok krakt in. Er is een balk door gerot! En ik heb geen schippers in de buurt…:))

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*
*
Website