Maandag 6 maart
We hebben hier een filterkoffiezetapparaat (wat een woord). Niks mis mee, maar dan wil ik ook een bus om de koffie in te doen en een maatschepje. Dat geklooi met een eetlepel in dat pak vind ik niks.
Dan zijn daar de pannen. Er is 1 héél (te) grote pan met deksel en er zijn drie (!) kleine steelpannen zonder deksel. Erg onhandig. Tussenmaten doen ze niet aan. Verder is er één onderzetter. Om ruzie te voorkomen, mogen ze nu om de beurt op de onderzetter.
Mokken: 2. Die moeten dus elke keer worden omgespoeld.
Als keukenhanddoek gebruiken we een baddoek.
Uit de theepot kan niet worden geschonken zonder dat het lekt.
Wijnglazen: 3. Geen kleine glaasjes. Dus als je likeur wil drinken, moeten de wijnglazen ook weer omgespoeld worden. Kan je ’t nog volgen of moet je ’t twee keer lezen Gerard? :))
Laat ik er maar mee ophouden, het zijn natuurlijk kleinigheden. Alleen in zo’n kleine ruimte lijken die ineens véél groter!
Dat heeft dan weer z’n voordeel; een normaal glas wijn lijkt een stuk groter en zelfs als ik naar de mandarijntjes kijk, denk ik ‘wat een joekels’!
Wat een geouwehoer hè?
Ja, je moet wat: het sneeuwt nl. dat het vlokt! Met harde wind erbij. De overbuurman van het café heeft al voor negenen zijn terras schoongereden met zo’n motorsneeuwruimer. We scharen hem onder de optimisten.
Om een uur of elf lijkt het ons beter om boodschappen te halen. Mocht het weer later op de dag nog opknappen, dan zijn we daar vanaf.
Intussen hebben de alpenkauwen (vogel van de dag) ontdekt dat er broodkruimels op het balkon liggen. Een stel op de leuning, die na een poosje alweer waren ondergesneeuwd en de rest op de balkonvloer, die wat minder last hebben van de sneeuw. De eerste ontdekken ze zodra ze hun poten in de sneeuw op de balkonrand zetten, die op de vloer daar durven ze niet naar toe. Dat is natuurlijk een gevaarlijker plek en ik gooi het ook niet zover weg dat ze ons binnen kunnen zien.
De lift doet het niet. Lekker, straks met de boodschappen naar de 5e verdieping.
Onderweg terug heb ik nog een hondenincident. D.w.z. eigenlijk een bazinnenincident. Een vrouw met een witte bull terriër aan een lange lijn, laat het beest steeds dichter bij me komen, tot ik, vlak voor hij mij aanraakt, met enige stemverheffing zeg dat ze hem weg moet halen. Ja, als ik het vriendelijk zeg, denkt ze misschien dat ik hem wil aanhalen.
Ze produceert de stereotiepe zin van veel ‘baasjes’: “Il est gentil”.
Ja, dat geloof ik, alleen ik wil er niks mee. Je duwt toch ook niet je kind op straat in de armen van een vreemde en zegt dan: “Maar hij is heel lief hoor”!
Ik reageer in het Nederlands en zeg zoveel als ‘je moet dat beest gewoon bij je houden!’
Mijn toon zint haar niet, denk ik, en als ik verder loop, begint ze me voor rotte vis uit te maken. Ze doet maar.
De huislift doet het weer, soms zit het mee.
En dan, om een uur of 2 wordt het lichter en ik zie een paar blauwe plekken in de lucht. Dit moeten we pakken, misschien een paar rondjes om het dorp. In de skikleren, skischoenen aan en gaan! Als we buiten komen, is het blauw weer grijs, de sneeuwvlagen gieren tussen de gebouwen door en samen met nog wat anderen staan we besluiteloos in de rondte te kijken.
Ik zie de lift vanaf Morzine stilhangen. Doet de Tour het nog wel, de lift die we nodig hebben om thuis te komen, willen we niet met de ski’s een piste op moeten lopen. Het is niet te zien vanaf hier. We vragen het aan een paar Engelse knullen, die met hun board onder de arm komen aanlopen.
“Ja, de Tour is dicht”, zeggen ze. Dan houdt het op. En of het niet overtuigend genoeg is, begint het flink te onweren, het licht van de bliksem flitst door de dikke bewolking heen.
Terug in het skihok stuiten we op een leuk Nederlands echtpaar waar we al eerder wat woorden mee hebben gewisseld.
De kennismaking begon op onze eerste dag, ook in het skihok, toen hun dochter haar ski’s tegen mijn benen liet vallen. Ik raapte ze op en toen ik ze aan haar wilde overhandigen, kreeg ik even een schok toen ik in het gezicht keek van een tiener met downsyndroom. Ze begon zich op zo’n geestige en open manier te verontschuldigen dat mijn schrik geen kans kreeg en ik zonder enige moeite of onzekerheid tegen haar praatte als tegen ieder ander. Zonder me af te vragen of ze me wel begreep en zo, bedoel ik.
Ook zij staan klaar om nog even de ski’s onder te klikken, waar ze door onze slechte berichten van af zien.
De liftdeuren sluiten wederom niet. Tja, we hadden toch echt zelf om een hooggelegen studio gevraagd…
Het weer wordt hoe langer hoe slechter; de sneeuw is hagel geworden en klettert tegen de ramen. De alpenkauwen hebben van onze afwezigheid gebruik gemaakt om de kruimels van de balkonvloer te eten. Zie je, ze weten precies of we al dan niet thuis zijn.
We besluiten om morgen, als de liften werken, in elk geval te gaan skiën. Waar en hoe dat zien we dan wel.
Menu van de dag: gehaktbal à la gisteren, broccoli, wortel, tagliatelle met gesmolten blauwe kaas.