Maandag 16 mei 2022
Ons vergeten, rijke menu van gisteren: pasta met kappertjes en Parmezaanse kaas (om gas te sparen, maak ik pasta voor 2 dagen), groene asperges en gerookte zalm.
Geen vliegtuig gehoord vannacht, ook geen trein of jeugd. De oorzaak daarvan is waarschijnlijk dat het autoverkeer werkelijk alles overstemt.
Pas na elven, toen we beneden in bed lagen, werd het geraas van de Bundesstrasse heel af en toe onderbroken door een stilte van hooguit 3 seconden. Maar we waren moe en vielen toch vrij vlot in slaap. Mijn truc was om mijn hersenen wijs te maken dat ik het ruisen van de zee hoorde, gecombineerd met het geluid van golven die kapotslaan op de rotsen. Na de plaspauze, toen onze wakkere buurvogels hun eerste vrolijke noten lieten horen, lukte dat minder goed en toch hebben we zelfs toen allebei nog een wegtrekkertje gehad.
Bij het opstaan is het half bewolkt en er valt zowaar een flinke bui regen.
Toekomstige conversatie tussen grootouder en kleinkind:
“Wat is dat oma, regen?”
“Nou schat, héél vroeger viel er wel eens zomaar water uit de lucht.” “Hadden jullie daar een app voor dan?”
“Nee daar hadden we wolken voor, maar dat leg ik je later wel uit. Ik moet nu even de poes gaan kloneren voor je broertje, anders is het jong op zijn verjaardag nog niet groot genoeg”.
Ik had zeker nog niet verteld dat Gerda gisteren al vogels kijkend met de verrekijker ineens een Lidl in beeld kreeg? Zomaar bij ons aan de overkant van de Neckar. Voeg daarbij dat onze vriendin Waze een tankstation kent dat met koude banden aan te rijden is en onze dag kan niet meer stuk. Althans dat denken we nu nog.
De Lidl is een feest, alleen beken ik met schaamte dat ik er ook een fles onduidelijke amaretto heb gekocht, 28%. Want, voor degenen die het niet weten: in Duitsland verkopen ze bij de Lidl sterke drank. Het stikt er van de wodka, gin en whiskey. Zelfs Jägermeister ontbreekt niet. En dat voor aanmerkelijk lagere prijzen dan bij ons. Helaas vandaag geen likeur waar je mee thuis kan komen.
Terwijl we de bandenspanning controleren, die toch wel iets te laag is, komt er een man vragen of hij kan helpen. Dat is niet nodig en hij heeft ook geen wit T-shirt. Wel een witte camper die hij vlakbij in een wasbox schoon staat te maken. Volgens Gerda was hij al eventjes aan het bedenken hoe hij contact kon maken. Hij wil vanalles weten; waar we vandaan komen, waar we naar toe gaan etc. Geeft niet, ‘t is een aardige vent. Zelf gaat hij binnenkort vanuit Duitsland met de boot over binnenwater naar Amsterdam en daar heeft hij heel veel zin in.
Vlak voor Ulm klettert de regen ineens op de voorruit, het moet niet gekker worden, dit zijn we echt niet meer gewend. Maar zoals dat gaat met plensbuien: zo zijn ze er en zo zijn ze weer weg. We komen droog langs Ulm.
Halverwege de middag doemen rechts van ons in de verte de Bayerische Alpen op. Mooi zien ze eruit, ik krijg direct zin om te skiën. Er achter is de lucht wel iets té donkerblauw; hopelijk blijft die kleur tegen de zuidelijke hellingen hangen.
We twijfelen nog of we vóór of na Salzburg op zoek zullen gaan naar een plek om te overnachten. In elk geval kopen we bij een tankstation in de buurt van Bad Aibling alvast een vignet voor Oostenrijk. Terwijl Gerda naar het toilet is, plak ik het exact volgens de instructie bovenaan en links van het midden op de voorruit. Als ik daarna op mijn beurt terugkom van de WC zegt Ger:
“Ik heb het vignet er weer afgehaald hoor en het helemaal aan de linker kant van de ruit geplakt, want ik zie dat hier iedereen het op die plek heeft zitten”. Zo gaat dat in een goed huwelijk.
Verder op autobaan 8 en intussen hebben we besloten lekker relaxed te doen en in de buurt van de Chiemsee te overnachten. Afslag 107, ergens in de buurt van Prien am Chiemsee bijvoorbeeld.
Klinkt leuk en genoeg parkeergelegenheden op Park4night, maar niet voor ons. We hadden het natuurlijk kunnen bedenken; veel te toeristisch en overal verboden voor campers en parkeren mag van 9 ‘s ochtends tot 9 ‘s avonds. Ook in de gehuchten en kleine dorpen is alles toeristenproof gemaakt en geef ze eens ongelijk. Op den duur kiezen we bijna voor een carpoolplek, maar ja, dan staan we weer langs de snelweg. Nu even niet.
Onze laatste hoop is gevestigd op plaatselijke sportvelden. Ze liggen meestal rustig aan de rand van de bebouwing, er zijn parkeerplaatsen en we hebben er tot nu toe altijd ongestoord overnacht. Na het eerste bordje ‘Sportanlage’ volgt er echter nooit een tweede. Wel komen we nog langs een camping, waar de witte campers zij aan zij staan. Bijna bezwijken we voor de verleiding om te vragen of er nog plaats is, maar de drempel is te hoog. We worden beloond. Een kilometer verderop staat weer een bordje met het woord Sport erop en kort daarna rijden we een bijna leeg parkeerterrein op. Een kantine, grasvelden en een heel groot soort huis, dat niet echt een huis is denken we. Zo, parkeren, dak omhoog, bier en wijn. Niks meer aan doen.
We zijn nog een beetje argwanend als verderop een man met hond naar ons kijkt en dan zijn telefoon pakt….hij zal toch niet de politie bellen?
Hoe langer we staan, hoe beter het voelt.
Intussen worden er allemaal meisjes afgezet, gekleed in dirndljurk die, denken we, volksdansles krijgen. In elk geval horen we vanuit het huis die typische accordeonmuziek klinken.
Het wordt steeds donkerder, de buien trekken de bergen over en vanaf een uur of 7 is er veel regen en onweer.
Menu van de dag: rijst met tonijn, kappertjes en een kruidenmix van de Lidl, roerbak paprika, knoflook en courgette met een scheut sojasaus.
Vogels doen we niet aan vandaag.
Morgen Oostenrijk.