Woensdag 3 november 2021
Ik blijf me verbazen over het mondmaskergedrag in Spanje. Er loopt nu net weer een jonge vent naar de receptie, gewoon buiten met z’n mondkap al op. Niet pas opzetten als je de receptie binnenkomt dus. Ook veel automobilisten, die alleen in de auto zitten, dragen er één evenals mensen op het strand, al het horecapersoneel en de mevrouw die buiten de trottoirs aan het schoonspuiten is.. ongelofelijk. Hoe zullen de recente maatregelen in Nederland worden ontvangen?
De zon schijnt en het is 19°.
Naast de zwartkop hebben we hier andere vogels die een prachtig geluid maken. Het bestaat uit één langgerekte melodieuze fluittoon van hoog naar lager. Wie het weet mag het zeggen.
Onze Coast had het op de camping prima naar de zin. Met enige regelmaat moet de bus eigenlijk 24 uur aan de stroom staan. Dat is goed voor de accu’s. Maar je begrijpt dat dat er op 5-hoog niet van komt.
Via een andere, niet per se betere supermarkt dan die van gisteren, rijden we naar de N340 om de kust te volgen naar het westen. Ik dacht; beter dan de snelweg, hier zie je nog wat. Klopt, alleen wat je ziet, is veel van hetzelfde. Rotonde na rotonde, ononderbroken bebouwing in dezelfde stijl en kleuren, reclameborden, golfbanen, de Lidl, de Aldi. Niks authentieks meer te ontdekken. Hoe vreselijk moet het hier in het hoogseizoen zijn; bloedheet en alles vol; terrassen, het strand, parkeerplaatsen, winkels… Wat we van de plaats Lagos zien, is even een verademing. Geen hoogbouw en de bescheiden huizen langs de weg zien er uit alsof ze hier zestig jaar geleden ook al stonden. Fijn om dat nog even gezien te hebben voor we een afslag naar de snelweg nemen. Malaga en Torremolinos bijvoorbeeld kunnen we best missen.
De zon is intussen verdwenen achter een hoge dunne bewolking en het waait vrij hard. Hoewel het een graag of 18, 19 is, voelt die combinatie behoorlijk fris. Tijdens de koffie, buiten bij Nerja, trek ik sinds dagen mijn trui weer aan, waar drie koereigers zich niets van aantrekken.
Nog een detail: we steken de Rio Seco over. Inderdaad geen druppel water te zien. Maar die naam; als er ooit wèl water was dan noem je een rivier niet ‘Seco’ en als er nooit water in heeft gestroomd dan noem je het geen ‘Rio’.
Even voor Marbella verschijnen er borden ‘Peaje’ boven de weg. Geen kaartje trekken, maar € 4,75 betalen. Bankpas in de gleuf, pincode…klaar! Huh…waarom gaat die slagboom niet open? O! , op het scherm te zien, is er blijkbaar iets fout gegaan. Opnieuw dan. Nu niet de pas in de gleuf, maar voor het scherm Riet, misschien gaat dat beter. Ook niet. Intussen klinkt achter ons de eerste claxon. We wenken een medewerkster, die het nog één keer tevergeefs contactloos probeert en dan wegloopt met mijn ING-pas. Als ze terugkomt, zegt ze dat de pas niet werkt. Of we een andere hebben. Ja hoor de creditcard. Werkt onder haar toeziend oog evenmin. Weer loopt ze naar haar hokje, nu met mijn creditcard. We wachten terwijl het geclaxonneer toeneemt en… ineens gaat de slagboom open! We kunnen door.
Ik rijd, terwijl Gerda mijn pasjes en het geld opbergt. “Waar is je creditcard?”, vraagt ze als we net weer op de snelweg zitten. Nergens. Dat wil zeggen, bij de medewerkster van de Peaje. Gelukkig is er een vluchtstrook, knipperlichten en oranje hesje aan en teruglopen naar de hokjes bij de slagbomen. Als ik er bijna ben, komt ze naar buiten met de card in haar handen. En bedankt! Dat ik voorzichtig moet zijn met teruglopen, voegt ze er nog aan toe….en oppassen voor de oprit. Tja, dat weet m’n kont ook, zeggen ze dus in Zeeuws-Vlaanderen. Niet te geloven, Europese bankpassen die je niet kan gebruiken bij de Peaje! Spanje anno 2021!
Als we bij een ander punt weer moeten betalen, kiezen we voor cash! Dat geeft geen problemen, de slagboom opent direct. Alleen moeten ook dit keer de mensen achter ons geduld hebben, want al het wisselgeld wordt in een vrij diep bakje gestort en voor je dat er uit hebt geraapt… Gelukkig hebben de slagbomen meer geduld dan de automobilisten achter ons.
Rechts van de weg kijken we op erg mooie heuvels, hoog ook, misschien één van de Sierra’s, Palmitera misschien.
We hebben zin om een stuk kust over te slaan en rijden naar Casares, waar we worden verwelkomd door minstens tien enorme gieren, vlak boven ons hoofd. Gerda denkt aan lammergieren. We zijn op een klein parkeerterrein bij het plaatselijke VVV-kantoor aan de rand van het stadje. Dankzij Park4night. Er staan nog een paar campers, het is niet anders. Onderweg valt er niet veel te parkeren.
Casares ligt heel schilderachtig tegen de heuvel en we hadden zelfs even zicht op een apart staande rots, met een pluk bebouwing op de top. Zag er heel mooi uit, maar vanaf hier is het niet te zien. Er is een behoorlijke klim naar een uitkijkpunt, vanwaar je de zee ziet.
De lammergieren zijn bij nadere beschouwing aasgieren. Ook mooi.
Qua andere dieren hebben we bijna direct na aankomst de kat van de buren in de auto en later komt er een ooi met twee lammeren om de hoek kijken.
Half negen, buiten is het 11°, binnen brandt de kachel, heerlijk!
Het dorp bij avondlicht ziet er fantastisch uit. We proberen het te fotograferen, wat met onze beperkte middelen niet meevalt en het resultaat haalt het niet bij de realiteit. Toch een foto erbij om een idee te geven.
We hebben weer een uil gehoord vanavond, heel dichtbij.