Bijzondere namen

Vrijdag 5 juli 2019

De verse doperwtjes van gisteren maakten herinneringen los. Wij hadden ze vroeger in de moestuin en het was een beetje feest als we voor het eerst nieuwe aardappelen aten, ook uit de tuin, met die verse erwtjes. Maar helaas, als ze op waren, moest er een jaar worden gewacht, tot er op het dorp een soort grote schuur werd gebouwd, waarin een aantal vrieskisten werden geplaatst, die je kon huren. Ja jongens en meisjes, als er al diepvriezers voor particulieren bestonden, dan waren wij in elk geval te arm om er één aan te schaffen. Mijn ouders gingen direct over tot huur en kochten voortaan elk jaar bij een boer een roe erwten. Of misschien gaf mijn vader, die kleermaker was en veel boeren tot klant had, de betreffende boer korting op een maatpak? Als de peulen geplukt moesten worden, gingen we met het hele gezin naar het land om de klus te klaren. Verder was het een kwestie van doppen en invriezen, zodat we ook in de winter heerlijke ‘verse’ erwtjes aten.

Schotland en zijn monumenten

In de wandeling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik heb er zelfs ruzie om gekregen met ene Frits uit Rotterdam. Mijn ouders hadden zich bij ProJuventute aangemeld om in de zomervakantie een kind in huis te nemen uit een gezin dat zelf niet met vakantie kon, en daar kwam Frits. In mijn herinnering het prototype van een brutaal stadskind, waar ik, ook niet mals, mee in een soort machtsstrijd kwam. Ik herinner me alleen maar ruzie. Het toppunt van achterlijkheid vond ik dat hij onze verse erwtjes niet wilde eten, want, zo zei hij: “Ik lust alleen maar erwten uit blik”. Nou, dat was bij ons vloeken  in de kerk! Belachelijk vond ik dat en het was de zoveelste aanleiding voor conflict. Lang verhaal kort, Frits vertrok vroegtijdig en werd ingeruild voor twee zussen, ook uit Rotterdam, waar ik het prima mee kon vinden en omgekeerd. 

Voorts is het heerlijk weer, zon en bijna geen wind. Ideaal voor een strandwandeling. Jammer dat er zo weinig en al helemaal geen bijzondere schelpen op het strand liggen. En jammer dat er vanaf zo’n kleine honderd meter een hond in volle vaart op ons af komt rennen. De ‘baas’, die tijd genoeg heeft om hem terug te roepen, doet niks. Gelukkig heb ik een dikke zeewierstengel in mijn hand, want een slimme meid…. juist. Dus op het moment dat hij tegen me op wil springen of iets anders van plan is, begin ik met die stengel te zwaaien en iets te roepen in de trant van ‘af af’! Ook Gerda probeert hem door een paar commando’s te schreeuwen weg te krijgen. Dan pas krijgt de man door dat hijzelf zijn hond terug zou kunnen roepen. In plaats van excuses, krijgen we een flinke snier; ik hoor het woord ‘overreacting’. Dan liever de Franse buurman, die staat vrolijk accordeon te spelen naast z’n auto als we terugkomen! 

 

 

 

 

 

 

 

 

De kleine Coop in Crail heeft net genoeg in huis voor ons om de dag door te komen en een man wijst ons de weg naar Fife Ness, het uiterste punt van de landtong. “Net zo lang doorrijden tot je natte voeten krijgt”, is zijn advies. Dat had niet eens gekund, want alweer een golfbaan! Terug en verder de kust langs. In Pittenweem (waar halen ze de namen vandaan!) lunchen we aan de vissershaven. Het water waar we op kijken heeft een hele bijzondere naam, die terug te vinden is op een plaatselijk hotel. De meeste dorpen langs de kust hier hebben iets aparts vinden we, waar we van genieten. En wat dat is? Moeilijk uit te leggen, misschien een gevoel. We zien trouwens ook staaltjes van vreselijk armoedige architectuur. Zeker het enkele bescheiden appartementengebouw zou niet misstaan in de armoedige dorpen van het Russische Karelië. 

Goed dat we vanochtend hebben gewandeld, want de zon verdwijnt en de regen verschijnt, nou…wat druppels dan. Hoe dan ook, we genieten ervan om steeds in de buurt van het water te zijn. 

??

De rookschuurtjes

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bij het begin van Kirkcaldy laten ze de argeloze voorbijganger weten dat Arthur Smith er is geboren. Die zoeken we even op: econoom, filosoof, schrijver en nog zo wat. Veelzijdige man blijkbaar, leefde in de achttiende eeuw en had o.a. iets met het vrije marktprincipe. Ik ben me ervan bewust dat ik hem met deze summiere beschrijving tekort doe. 

Bij Kinghorn stoppen we ermee. Gerda wil bij de pier een verbodsbord voor campers negeren, maar daar heb ik altijd moeite mee. Iets verderop zijn enkele vrije plaatsen om te staan. Daar voel ik me rustiger. We kijken op zee en op de ander kant van de pier, waar de rookschuurtjes van de vissers staan.

Bij gebrek aan vogel van de dag, hier het menu: eiernoedels/roerbak spinazie/omelet met tomaat en parmezaanse kaas. 

 

 

10 thoughts on “Bijzondere namen

  1. Leuk, dat verhaal over die erwtjes. Tja, ik ben altijd als de dood als er een hond op me af stormt en vanuit mijn schrik kan ik dan ook fel uit de hoek komen en ja…..dan heb ik er een vijand bij.Er zijn al verschillende dames in het Markdal die me niet eens meer groeten, maar….de hond lijnen ze wel aan als ze me zien.

    • Goed om te horen dat je het verschijnsel kent. Soms denk ik dat ik een uitzondering ben! Leuk dat je de erwtjes waardeert!

  2. Lieve dames,

    Nou toch echt een opmerking van mij. Prachtige verhalen van jullie. Altijd leuk.

    Maar als afgestudeerd bedrijfskundige………………………

    Het is niet “Arthur Smith” maar “Adam Smith”. De grondlegger van onze moderne economie. Dit is vloeken in de kerk 🙂

  3. Ja dat verhaal van Frits van de Wind (was echt zijn naam) herinner ik me ook nog: “die groene dingen” moest hij niet. De veerpont Vlissingen Breskens was hem ook niet zo bevallen: “dat ding dat hobbelde zo”. Met de 2 zusjes van Vliet kwam er ook nog een klein broertje Arie mee. Die had echter zo’n heimwee dat ook hij na enkele dagen naar huis mocht. Ik zie ma nog met hem op schoot zitten; iets anders wilde hij niet.

    • Jee, dat jij al die namen nog weet! Die Arie wist ik nog, maar ik kon hem niet meer plaatsen als broertje van. En z’n precieze naam was ik vergeten, wist alleen nog de A.

  4. En dan die erwten. Daar komen ook gelijk allerlei herinneringen door boven. Ik ging vaak met pa op zondagmorgen het zakje erwten ophalen, voordat ik naar zondagschool ging. Ik oefende met hem dan mijn versje dat Ik uit het hoofd moest leren. “De heer is mijn herder” is me zodoende altijd bijgebleven, al kan ik dat niet zeggen van het geloof daarin ?

    • Ja inderdaad! We aten ze altijd op zondag! Ik vind dat jij een beter geheugen hebt dan ik! ?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*
*
Website