Woensdag 22 juni
Half 4 vannacht: BRRRRRRRRRRRRRR!!!!!Gerda plakt al tegen de voorruit.
“Da’s de motor van het hefdak”, zeg ik “dat heet autocorrectie!”
Klaar ben je. Klaarwakker dus. Gelukkig ben ik weer ingeslapen. Gerda lag wakker tot half 7.
Campercentrum Amersfoort:
Ruud: “Heb je ’t dak al een paar keer na elkaar open en dicht gedaan?”
“Ja”, antwoord ik niet geheel naar waarheid. Want het dak is gewoon niet goed, dat weet ik zeker.
“En vannacht om half 4….” vervolg ik….
“Dat is normaal”, onderbreekt hij me, “na hoeveel tijd zakt het in?”
“Na een paar uur begint het, maar vanaf het begin staat het rechts nooit zo strak als aan de linker kant. Ook horen we, als het aan het zakken is, regelmatig een doffe bonk, alsof er iemand tegen de auto slaat. Misschien hoort dat er bij?”
Deze mededeling enigszins negerend, gaat hij verder:
“Als je ergens een paar dagen staat dan zakt het wel eens wat in en dan moet je het even corrigeren”. Ik haal al adem om hem verder te overtuigen, maar dan herneemt hij:
“Tja, als het zo snel is, dan moet het wel nagekeken worden”.
Pffff, gelukt.
“Kan het a.s. week?”
“Het is heel druk (…….) …. eh…woensdag 10 uur”.
“Ok, dan ook graag een vervangende auto als het echt lang gaat duren”.
“Die rijden allemaal, dan zouden we er één moeten huren”.
Dat is zijn probleem, maar dat zeg ik niet.
(Nu, een week later zitten we bij het Campercentrum tegenover een andere wachtende klant, die ons vertelt, dat hij dezelfde klacht had. Nadat een cilinder was vervangen, staat zijn dak al 5 jaar perfect strak.)
Voor alle zekerheid openen en sluiten we het dak een paar keer voor we wat dichter bij het water gaan staan om een ei te bakken. Zon en buiten ontbijten!
Daarna richting Zeeuws-Vlaanderen. Als we Vlissingen naderen, zeg ik tegen Ger:
“Moet je niet even in Ritthem kijken?”
Een paar eeuwen geleden namelijk, was de overgrootvader van Gerda, Adriaan Arend Geuze, veldwachter in dit dorp. Een zeer godvrezend, gereformeerd man en harde werker, getuige de 17 kinderen die hij zijn vrouw op de wereld liet zetten. Eén dag per jaar nam hij vakantie en ging dan met zijn kinderen naar het strand. Hoe dat er uit zag qua logistiek vermeldt de historie helaas niet.
Een paar kilometer voor Ritthem is een groot tankstation, waar we water en diesel willen tanken. Lang verhaal kort: dat gaat niet echt door. Gerda vertrouwt de boel niet; vreemd soort diesel etc. en die mevrouw die er de baas is, ziet ze ook niet zitten! Ik scoor nog wel een paar plastic flessen water uit de toiletkraan.
Rustig rijden we een beetje door het dorp. Jammer genoeg weten we niet waar het vroegere huis van veldwachter Geuze staat. Pas nu ik dit opschrijf en op internet kijk, lezen we dat hij schuin tegenover de ingang van de NH-kerk woonde.
Ineens staan we bij de begraafplaats met een groot perk witte rozen er voor. Het graf van overgrootvader vinden we niet, wel een waterkraan. Dankbaar en deemoedig vullen we onze watertank. Les: om bij te tanken, zoek een kerkhof!
Via de Lidl in Oostburg, waar ik wat gedesoriënteerd was omdat ze het Ledeltheater hebben afgebroken (je kan ook nooit even weg), rijden we naar onze favoriete horecaplek in Retranchement, De Parlevinker. Daar treffen we bazin Ria, dit keer met kleindochter en haar eigen dochter Tamara. Heerlijk vertrouwd. Terras tegenover de vroegere Gemeenteschool van mijn moeder. Leffe van de tap, bitterballen, Duitsers die genieten van maatjesharing, Belgen in de cabrio of op de racefiets. Deze plek ligt zeer strategisch op een kruispunt langs de kortste verbinding van Cadzand naar Knokke. Bovendien ziet Retranchement er ondanks het toerisme ongeschonden uit.
Nu nog een staplaats voor de nacht. We kiezen voor een plek honderd meter verderop, bij de opgang naar de wallen, die rondom het dorp liggen. We staan er goed, hoewel langs de straat en in het zicht van een paar huizen.
“De politie is al eens langsgereden toen we op het terras zaten”, zegt Gerda.
Nou, ik vind één keer per dag in zo’n vredig dorp wel genoeg. En als we met het dak dicht slapen, vallen we minder op. Bij het koken, test ik voor het eerst de waterafvoer. Daarmee hebben we weer een puntje op de klachtenlijst: de gootsteen loopt nauwelijks door.
Positief punt: we hebben een geweldig natuurtoilet. Schuin voor de auto loopt een verborgen trap naar beneden, tot bijna bij het water van de gracht, die langs de wallen loopt.
Al voor ik de trap af ga, hoor ik beneden een eend verschrikkelijk te keer gaan. Heftige ruzie zou je denken. Het is erger. Net voor het punt waar het water onder de straat stroomt, is een niveauverschil aangebracht, waardoor een kleine waterval ontstaat, zo’n 20cm hoog. Een kluit jonge eendjes is net van de waterval afgetuimeld en doet z’n uiterste best om in de buurt van de moeder te blijven, die in paniek nog op de waterval zit en moeite doet om ook niet naar beneden te vallen. Durft ze er niet af? Of weet ze dat het van cruciaal belang voor eenden is om er niet af te jumpen. Ik weet niet of er iets te redden valt, in elk geval ren ik naar boven en roep Ger.
Als ik weer beneden kom, is er niks meer te zien, geen moeder geen kinderen. Open einde dus.
Wat is het warm in de auto, als we gaan slapen met gesloten dak.
Het avondconcert van de honderden boomkikkers, die hier op de wallen wonen, maakt veel goed.
Je zou er bijna van uit je dak gaan!
Al met al weer een goede dag, maar een puntje van aandacht: het dak, maar daar hebben jullie al stappen voor ondernomen. Hopelijk blijft het hierbij.
En wat betreft de moeder en de kinderen kan ik maar een ding zeggen (oud Zeeuws gezegde in het Engels)….Nature Sucks!
Enjoy
Haha, die is raak Yvonne! Maken mijn woorden toch een beetje indruk….