Maandag 30 mei 2022
Nog in de bus hoorde Ger het geluid van de hop en toen ze naar buiten stapte kon ze hem nog net zien wegvliegen: vogel van de dag.
Er zijn trouwens heel veel vogels in het groen achter het strand en vanochtend denk ik het geluid van de grijskopspecht te horen, waar ik eerder mijn twijfels bij had. We hebben een goeie app met vogelgeluiden, en ik dacht even luisteren om het geluid te vergelijken. Staat die specht er niet eens bij! Het blijft nog spannend dus.
Verder gaat iedereen in zee behalve ik, zelfs de herstellende hond Baloe neemt weer een duik. Ik trek mijn nieuwe T-shirt aan, foto volgt en boven het Olympusgebergte hangt een kleine wolk; wéér geen onbewolkte dag dus…balen! En dit alles speelt zich reeds af vóór het ontbijt.
Om een uur of half tien nemen we afscheid van Carry en Gerard; het was heel fijn om hen hier te ontmoeten en we hebben het goed gehad met elkaar. Naar ons idee zitten we op hetzelfde spoor wat betreft het vinden van een goed evenwicht tussen privacy en toch samen zijn.
Zij vertrekken naar Dion in de buurt van de dierenkliniek. Volgens afspraak krijgen ze vandaag een telefoontje over de bloeduitslagen van Baloe, maar ze hebben geen zin om er ‘eindeloos’ op te wachten: “We gaan daar gewoon naar binnen”, zegt Gerard.
Wij vertrekken even later richting Halkidiki, waar drie uitlopers aan hangen: de linker heet Kassandra, dat als meest toeristisch wordt omschreven, de rechter heet Athos, waar een grote kloostergemeenschap woont en dat voor het grootste gedeelte afgesloten is voor vrouwen. Alleen mannen van 18 jaar en ouder mogen het bezoeken. Wat een stelletje bangeschijters moet dat zijn, terwijl je zou denken dat ze rust en tijd genoeg hebben om hun kracht uit de Heere te halen. Voor ons blijft over de middelvinger: Sithonia. Niet dat we denken dat het er echt rustig is, maar we zijn benieuwd hoe het er uitziet.
We ronden Thessaloniki, neerkijkend op dat compleet versteende gebied aan de grote baai. Wat een contrast. Onze route loopt verder via Vasilika en Polygyros naar de kust bij Gerakini. Het is half vier en via het eerste beste wegje dat we inslaan naar het strand komen we terecht op de mooiste plek die we vandaag zagen. Direct aan het strand en we zijn er helemaal alleen. Tja…we vinden half vier te vroeg om al te stoppen.
We proberen steeds zo dicht mogelijk langs het water te rijden, zodat we de wegjes die mogelijk naar een strand lopen niet missen. Nou dat doen we konsekwent en grondig, té grondig soms, zodat we een paar keer bijna vastlopen in zand of andere zachte ondergrond. Ook tien keer steken om te keren op te smalle plekken, dat soort gedoe en steeds in een windstille 30°.
Het landschap is vriendelijk, middelhoge heuvels, lichtgroen, akkerbouw, weids en heel veel bloeiende brem.
Na alle mislukkingen en gemuggel (West-Zeeuws-Vlaams woord) om bij stranden te komen, nemen we weer de officiële kustweg, die veelal hoog boven de zee loopt, dus je hebt er niks aan qua plek zoeken bij het water. Je ziet niet wat er beneden te koop is en als er al toegangswegjes zijn, zien die er beslist niet uitnodigend uit en dan is de vraag: géven ze wel toegang? Bij een dalende weg, doen we weer een poging en die lukt. Zandstrand en tussen zee en weg zeker 100 meter oude, schaduwrijke pijnbomen, plus een brede parkeerstrook. Niks meer aan doen.
Badpakken aan, stoeltjes, wijn, bier en andere eerste levensbehoeften in de tas en hup wij zijn onder de pannen, sorry, de bomen. Er zijn wat mensen maar het is niet druk. De zee is prachtig van kleur, helder, heeft een zandbodem en kleine golven, want het waait flink.
Later op de avond zie ik zelfs vanuit de bus nog witte schuimkoppen, kan je nagaan!
Even verderop staat een Poolse bus omgebouwd als camper. Als hij met iets wat op een tentje lijkt tussen de pijnbomen gaat lopen zoeken, zegt Ger: “Die gaat daar een tent opzetten”. Logische gedachte toch. “Nou”, zeg ik, “je gaat toch niet in een tent slapen als je een camper hebt?” Ook wel logisch. “Misschien vindt ie dat leuk”, eindigt Ger.
Tot ons beider verbazing is het ‘ding’ een douche van tentdoek, inclusief zware zak met water enz,, die hij bij een boom installeert voor zijn vrouwtje, die even later op voorname wijze met haar spullen van de camper naar de douche schrijdt. Als dat geen liefde is; het lijkt wel een vogelechtpaar. Als we nog geen vogel van de dag hadden, zou ik zeggen: Pool!
Later op de avond begint er ergens schuin achter ons een ‘hoempafeest’ met Duitse liederen, net ver genoeg weg om niet echt hinderlijk te zijn. Even later arriveren er een paar stel jonge mensen die hun tenten opzetten op het strand.
Tot slot van de avond een man met een grote zwarte hond, die boos naar onze camper kijkt, er steeds omheen draait en zijn hond er vlakbij (of tegenaan?) laat pissen. Dikke middelvinger!
Menu van de dag: rijst met kappertjes, groene asperges en een gefileerde makreel, die in een soort vloeistof lag, uit de Griekse buurtsuper. Gerda proeft ook wat rook aan de vis. Verder hebben we geen idee wat ze er mee hebben uitgespookt. Smaakt wel aardig.