Woensdag 3 juli 2019
Over de nacht niks dan goeds. Vanochtend hebben we een heel drukke vogel, qua geluid dan. Hij struikelt over z’n eigen klanken. Verder is ie zo lui als de neten, want hij zit al een uur op dezelfde plek in de boom, dusdanig verstopt in het loof dat je ‘m niet kan zien. Ook nog laf dus. Dat wordt beslist niet de vogel van de dag. Ik gooi de appelschillen en het klokhuis naar buiten in de hoop hem te lokken, zonder succes. Overal waar ‘hij’ of ‘hem’ staat, kan trouwens ook ‘zij’ of ‘haar’ staan. Ik doe dat wel vaker, die appeldingen naar buiten gooien, maar nog nooit is er één vogel op afgekomen. Misschien houden veel vogels niet van appels, insecteneters natuurlijk al helemaal niet.
De grote lijn van onze bewegingen loopt oostwaarts, richting de streek Fife. Om te beginnen langs de Firth of Tay, daarna via St. Andrews Bay naar de Firth of Forth. We starten vandaag over de A81 naar Aberfoyle. Een prettige plaats met een Coop en een slager zonder hoed. Ik ben vergeten te vertellen alle medewerkers bij die fantastische slagerij in Stonehaven in het zwart waren gekleed en een zwarte hoed droegen. Gerda vindt de koeien hier heel relaxt, zoals ze in de wei staan en er erg gezond uitzien. “Daarom moet het vlees wel lekker zijn”, is haar conclusie.
We rijden langs deze kant omdat Ger op de kaart een heleboel gekronkel zag, waar bij staat ‘Duke’s Pass’ en dat leek ons wel wat. Leuke rit, maar bij het woord ‘pas’ stellen wij ons toch iets anders voor. Dit was meer een Schotse pas.
Het is het ene loch na het andere: eerst Loch Venachar, daarna langs Loch Lubnaig naar Kingshouse. Langs Loch Earn kiezen we voor de zuidelijke weg omdat we hopen dat daar minder begroeiing het uitzicht op het loch en de omgeving in de weg staat. IJdele hoop; weer zo’n vijftien kilometer door een donkere groene tunnel. We worden het zo zat! Van al de lochs die ik opnoemde, zagen we bijna niks.
Wat een goeie keuze om bij Comrie rechtsaf te slaan en over de B827 naar Braco te rijden. Puur toeval natuurlijk, maar in één klap zijn alle bomen weg, de heuvels zijn kaal, het landschap weids en we zien het spel van wolken, zon, schaduw en licht. Heerlijk, we knappen er helemaal van op! Het voelt als een bevrijding; ja, ik ga nog even theatraal door, maar zo voelt het. We zien een arend vliegen, niet geïdentificeerd, en we moeten remmen voor een moeder patrijs met één piepklein kuiken dat met vlugge dribbelpootjes achter haar aan rent. Vogel van de dag!
Het is half vier en het lijkt ons leuk om nu ergens te stoppen en nog wat van de zon en het uitzicht te genieten. We kunnen niet goed iets vinden; alles zit ‘dicht’, is te krap of erg scheef. Bij Auchterarder in de buurt gaat het het ècht fout met de weg vinden, dat wil zeggen: met op de witte wegjes blijven. Na een heleboel omkeren etc. komen we tegen onze zin toch op de A9 terecht richting Perth. Onze redding is een gelijkvloerse kruising in deze snelweg, die we weliswaar voorbijrijden, maar waar we met wéér afslaan, terugrijden, met gevaar voor eigen leven de snelweg oversteken, enzovoort uiteindelijk de weg inslaan naar Whitemoss, dat niet op de kaart staat, maar waar we volgens mij naar toe moeten. Goed gegokt! Wat een toestand: zelfs in België zetten ze nog stoplichten neer bij een gelijkvloerse kruising in een snelweg!
Zo komen we in Dunning terecht, een prettige en aparte plaats, waar we even de juiste weg moeten vragen naar Path of Condie; geen borden en Garmin weet het ook niet. Dan eindelijk, tussen Path of Condie en Glenfarg, is een mogelijkheid om rustig te staan voor vannacht. Uitzicht genoeg! Met rappe hand snoei ik wat grote distels, die vlak naast de auto staan en Gerda draait nog een losse schroef aan in de schuifdeur.
Zo genieten we toch even van de zon, want een uur later is het grotendeels bewolkt. Een Schotse zomerdag, ons hoor je niet mopperen: droog, veel zon en zo’n 17°. Verder springen de hazen om ons heen en als Gerda één stap op het hooiland zet, vluchten de fazanten luid krijsend naar de overkant van de weg. Hoeveel natuur wil je hebben?
Plots komt een quad voor ons langs scheuren, met een gehelmd figuur er op. Even later zien we hem verderop over de bovenkant van een lage heuvel rijden. “Wat doet die gast daar nou?”, vraagt Ger. Ik weet het niet, maar het wordt snel duidelijk. Ineens zien we een massa schapen met een rotgang de helling afhollen, onze kant uit. Nu is er een lege wei naast de bus… en jawel, je gelooft het niet, al die schapen moeten naast ons in die wei overnachten. Shit! Te veel natuur! Zou dit de moderne variant van de schaapherder met zijn hond zijn? Even bijkomen met het menu van de dag: rijst met knoflook, verse gember, basilicum, vissaus, sojasaus/relaxte runderworstjes van de koeien hier/roerbak wortel met courgette.
We zijn benieuwd op welke tijd die schapen wakker worden! Ik ben bang dat het rond zonsopgang zal zijn.