Een groots afscheid

Woensdag 31 mei 2017

Het is wederom een stralende ochtend. En als Gerda na wat veldwerk en search komt melden dat ze een steppenkiekendief (vogel van de dag) heeft gezien en dat de zwart-witte tapuit een ‘bonte’ is, kan de dag niet meer stuk! Niet wetend wat ons nog te wachten staat.
We staan op het punt te vertrekken als er een Hilux in schutkleuren bij ons stopt. Vijf soldaten in camouflagepakken stappen uit met geweren en walkietalkie. Drie zaten er op de achterbank gepropt. Hun collega’s van gisteravond hebben waarschijnlijk gezegd:
“Joh, moet je morgenochtend op je rondje ff bij die bejaarden in het lavaveld gaan kijken, lachen!” Toen wilden ze allemaal wel mee.
Ze staan er een beetje schutterig bij, tja wij gaan weg en wat moeten ze nou…ook weggaan dus.

We rijden langs half verlaten en kapotte dorpen, waar ze de koeienvlaaien nog drogen en er muurtjes van bouwen. ‘t Zal wel voor de winterkachel zijn.

Hier droom je…van

Wetlands

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En weten jullie nog dat ik een tijdje geleden schreef dat er een man z’n kletsnatte tapijt op de weg had gelegd en de auto’s er overheen liet rijden? Nou, vandaag zien we een familie die de ingesopte schapenwol op het wegdek heeft uitgespreid en er met hun auto overheen rijdt: vooruit, achteruit enz. Een vorm van wassen?

We genieten weer ontzettend van het landschap en blijven de grens volgen: Buralan, Gorik, Bazargan. Het eerste deel van onze route rijden we constant door lavavelden. Het doet aan Lanzarote denken. Tussen de grillige zwarte stolsels groeien klaprozen, een mooi contrast.
Later wordt de lava minder en komen er uitgestrekte wetlands voor in de plaats met veel vogels. We stoppen regelmatig om te fotograferen en door de verrekijker te kijken. En steeds de bergen op de achtergrond: echt geweldig!
De hop vliegt regelmatig over en naast de weg evenals de scharrelaar, die zelfs een poosje met ons meevliegt. De bijeneters kijken toe vanaf de elektriciteitsdraden. Het is alsof ze hier zijn om ons gedag zeggen.
Aan de voet van de Ararat hebben nomaden over een afstand van kilometers hun tenten opgebouwd. Van die mooie donkere, geweven van, tja ….schapenwol?
Daarna nemen we nog een flinke bergpas en dan begint de lange afdaling naar de Turkse grens bij Bazargan. Het voelt als een groots afscheid van Iran.

Contrast

Ook zwart

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de buurt van de grens wordt het allemaal een stuk banaler. Goedkoop aftanken, boodschappen doen en Rials wisselen voor Turkse Lires. We zijn klaar voor het gekkenhuis bij de grensovergang.
Gelukkig is het in Turkije anderhalf uur vroeger, zodat we genoeg speling hebben qua tijd.
Onze ‘vriend’, die ons bij binnenkomst in Iran zo heeft ‘geholpen’, staat weer klaar, maar deze keer doen we alles zelf. En dat gaat goed, in een uur zijn we in Turkije.
Mede dankzij Gerda, die, toen we in een vreselijk trage rij stonden voor een stempel in ons paspoort, even haar hoofd om de hoek van een deur stak, waarop een man in het stempelhokje ons riep en met voorrang behandelde. Niemand maakte bezwaar.
Bij het loket voor het Carnet de Passage liepen we vertraging op omdat het computersysteem telkens plat ging. Toch viel ook dat uiteindelijk mee. En Gerda werd één keer heel boos op een beambte die op een ontzettend autoritaire manier tegen haar gebaarde, zonder iets te zeggen of te verklaren.

Aan de Turkse kant van de grens, staan wat mannen in de berm, waarvan één in z’n onderbroek of zo. Ik denk, die is aan het poepen en kijk vlug de andere kant op. Later zegt Ger:
“Zag je die kerels met die sigaretten”?
Als ik ‘nee’ zeg, vertelt ze dat die mannen bezig waren om sigarettenpakjes, die ze om hun benen hadden getapet, los te maken. Daarom stonden ze in hun onderbroek.

Gesluierde Ararat

Uitzicht bij de moskee

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onderweg naar Agri zien we de plek in het land waar we ons op de heenweg hebben verkleed vóór we de grens met Iran overgingen. Ook hier is het genieten van het uitzicht met name op de besneeuwde toppen van het Ala Daglar gebergte.
‘k Weet niet of het komt door de hoogte, maar het is een stuk koeler dan in Iran: vooraan in de twintig graden, heerlijk!
In Eleskirt stoppen we er mee. Het is niet zo makkelijk om een geschikte plaats in het land te vinden, smalle grindwegen zonder berm, weinig beschutting of stukken land die van niemand zijn.
De moskee brengt uitkomst. Hij ligt helemaal vrij in het land, er is ruimte naast voor een paar auto’s en de grond er omheen is van niemand, want is te koop.
Als we er eenmaal staan, gaat Ger even kijken of ze iemand kan spreken, er staat nl. een auto bij de ingang geparkeerd. Er komen twee mannen kijken, die er geen enkel bezwaar tegen hebben dat we hier blijven staan vannacht. We mogen zelfs gebruik maken van de toiletten bij de moskee.
Ze waarschuwen wel voor geluidsoverlast! We zien en horen het wel.

Religieuze kermis

Inderdaad, tegen achten begint de imam te roepen: hard, maar kort. Ger kijkt even omhoog en springt dan met haar fototoestel de auto uit:

“Riet, kom kijken! Die minaretten zijn helemaal verlicht!”
Je weet niet wat je ziet, ze zijn allebei groen verlicht en als versiering zitten er nog TL-lampen omheen, die telkens in vier verschillende kleuren verspringen. Wat een kermis.
Minder leuk vind ik het dat, wanneer ik naar de toiletten loop, de bebaarde imam uit een van de ramen van de moskee op mij neer staat te kijken.
Ger komt even later ook naar de wc en zegt dat hij naar haar riep. De twee mannen van vanmiddag zijn er ook weer en kwamen vragen of alles goed is en of de politie niet was geweest!
Ze heeft de indruk dat de imam niet wist dat we hier staan en dat de mannen het nu aan hem uitleggen. Later komen er nog wat mensen, waarschijnlijk gewone bezoekers van de moskee en/of de imam, waarna hij nog een korte roep ten gehore brengt.
Allemachtig wat een gedoe. Blijkbaar is alles toch goed gegaan, want we horen of zien verder niemand en de lichten bij de imam thuis gaan uit.

Menu van de dag: pasta. Omelet met kruiden. Groentemix van ui, knoflook, rode paprika, courgette en kardemom.
Hopen dat we in Turkije wat andere groenten te pakken kunnen krijgen.

En dan de vogels. Hier bij de moskee zag ik een kraaiachtige, een kauw dacht ik. Alleen hij had een wit soort halsbandje. Het blijkt inderdaad een kauw te zijn en wel de oostelijke vorm.
Bij de wetlands plus onderweg heeft Gerda genoteerd: steppenkiekendief (hadden we vanochtend ook al dus), witwangstern, zwarte ibis, steltkluut, kievit, tafeleend, dwergaalscholver, kleine zilverreiger, een bijzondere koet, die vluchtte en die we daarom niet goed konden zien en de steenuil. En dat zomaar in het voorbijgaan. Kan je nagaan wat je ziet als je er een dag zou rondlopen.

Dit artikel is geplaatst in Iran. Markeer de permalink als favoriet.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*
*
Website