Zondag 6 november 2016
Er zijn wat nieuwe, witte campers bij gekomen, incl. huisdier. Het vervelende is dat veel hondenliefhebbers hun dier net zo lang door laten gaan, tot anderen het een halt toeroepen. Ook nu. Gerda heeft haar natte paraplu naast de schuifdeur te drogen gezet. Een mevrouw laat haar hond uit en weet heus wel dat haar schat graag overal tegenaan piest. Toch grijpt ze niet in als hij al snuffelend en pissend op onze auto afkomt. Dus moet ik het doen: als hij bijna bij de paraplu is, jaag ik hem weg. En, zoals het vaak gaat, daarna pas roept zij hem terug. Zodat jij de rotzak blijft, die vervelend doet tegen honden. Soit.
Toch is er een tijd geweest, jongens en meisjes, heel lang geleden, dat ik voor mijn negende verjaardag een hond vroeg aan mijn ouders. Op zich merkwaardig, bedenk ik mij, want als ik naar school liep en het keffertje van het café liep buiten, dan holde ik terug naar huis en moest mijn moeder me tot voorbij het hondje begeleiden. En als ik gestoomde of vermaakte kleding (mijn vader had een kleermakerij aan huis en we hadden een Palthe-filiaal) op de fiets moest wegbrengen naar de boeren buiten het dorp, vroeg ik tot vervelens toe aan mijn vader of hun hond vrij liep of in een ren zat. Mijn vader wist dat precies. Ook in het laatste geval klopte mijn hart in mijn keel als ik het erf opreed.
Goed, ik zeurde dus om een hond. Tot mijn verbazing reageerde mijn vader positief. Laat ik het zo zeggen: ik was niet een kind dat als regel haar zin kreeg. Daarom bleef ik wantrouwend toen hij zei: “Ja, je krijgt een hond”.
Ik vroeg: “Wat voor kleur heeft hij?”
“Bruin”.
Daar was niks geks aan, dus de kans dat ik echt een hond zou krijgen, werd in mijn beleving groter. Hoe meer informatie mijn vader gaf, hoe meer vertrouwen ik kreeg. Hij zei onder andere dat hij een grote bek had. Nou, dat kan en des te beter, want ik wilde liever een grote hond. Daar kan je mee voor de dag komen. Toch kwam op het laatst mijn onzekerheid terug. Dat was op het moment dat mijn vader zei: “Hij heeft witte en zwarte tanden”.
Ik kon me er niks bij voorstellen, mijn vertrouwen wankelde en ik liet het los.
Snap je hoe verbaasd ik was toen er op de ochtend van mijn verjaardag een traporgel in de kamer stond? Met de mededeling er bij dat ik les zou krijgen. Ik kan me niet herinneren, dat ik teleurgesteld was over de hond en ben met ijver en plezier aan de orgellessen begonnen. Nooit spijt van gehad.
We hadden flinke onweersbuien vannacht en het regent nog steeds. Voor ons gevoel begint vandaag de ‘echte’ terugreis: Bologna, Parma, Milaan. Eerst boodschappen doen voor een paar dagen bij een immense supermarkt, waar de groenten allemaal super zijn! Ik zeg het even omdat ik al zo vaak heb gemopperd over kwaliteit.
Over dit soort rijdagen valt als regel niet echt veel spannends te melden. Vanaf Bologna nemen we de secundaire weg over S. Giovanni in P. naar Modena. Vreemd dat het land hier ineens helemaal vlak is. Beetje Nederland, met de wintertarwe net boven de grond.
Bij Rubiera stoppen we ermee en komen aan de achterkant van een kerk terecht, behoorlijk uit het zicht. Er is nagenoeg geen bebouwing meer, wel een paar sportvelden in de buurt en een school. Daar is waarschijnlijk iets te doen, want veel ouders komen aan met de kinderen in de auto. Tussen een vader en een dochter van een jaar of acht, ontstaat een behoorlijke machtsstrijd. Hij parkeert de auto, stapt uit, auto op slot en loopt weg. Tien minuten later komt hij terug, graait wat in de auto en sleept er tot onze verbazing een krijsend meisje uit. Die wil niet mee, dat is duidelijk. Hij laat haar nu buiten bij de auto staan en loopt tot drie maal toe weg en moet even zoveel keren terugkomen, want zij volgt hem niet en blijft schreeuwen en tekeergaan. De vierde keer gaat ze luid protesterend mee.
Dan ineens begint de kerkklok boven ons dak als een bezetene te slaan. Die klokken waren we helemaal vergeten. Er zit weinig logica in. Eerst het uur plus een extra slag voor het halve uur. Ok. Daarna slaat het, om zo te zeggen, nergens meer op. Nog een slag of 9 en daarna een onduidelijk lied. Sommige kerktorens zijn ‘s nachts stil. Laten we hopen dat deze daar bij hoort.
Menu van de dag: rijst met knoflook, gember en kerrie. Sperziebonen. Rundertartaar.
Gerda houdt nu een dagboek bij van de stand van de huishoudaccu’s.