Zondag 2 juni 2024
We zijn tevreden over onze overnachting hier: kwart voor zeven pas wakker, hoe lang is dat geleden? Ik heb zelfs niks te klagen over de douche, nou ja, misschien een heel klein klaagje, maar dat hou ik voor me.
Dit is de eerste keer dat we, alvorens af te rekenen, een formulier moeten invullen en ondertekenen. Met de bankkaart betalen lukt niet, ligt aan slecht internetsignaal waarschijnlijk. We hebben geen 430 Lira (ruim 12 Euro) meer en we zouden, zo was gisteren afgesproken, in Euro’s betalen. Gerda zegt: “Ik geef hem er 20 en we vragen de rest in Lira’s terug, dan hoeven wij nog niet te pinnen”. Dat wil hij niet. Het blijft wat gedoe over en weer tot Gerda een biljet van 10 Euro op tafel legt, zijn gezicht licht op en hij lijkt het voldoende te vinden. We leggen er toch 2 Euro’s bij en nemen afscheid.
Naar de Migros in Bafra, waar we door de welwillendheid van een aardige man, op het kleine terrein direct voor de winkel mogen staan. Niks meer aan doen. We missen de vissen. In de eerste Migrossen waar we kwamen, was er steeds gerookte zalm. Nu al een tijdje niet meer; elke keer vraag ik erom met de vertaalapp, waarna een medewerker aan het werk gaat met verwarring in de ogen. Eerst lopen ze naar de conservenblikjes met vis, daarna naar de diepvries en dan houdt het op. Wat zullen wij een visfestijn houden als we weer thuis zijn! Peter en medewerkers….maak de borst maar nat!
Dan het vogelreservaat, Kizilirmak Deltasi. Het staat goed aangegeven en het is 15 km. rijden. Al gauw zien we links en rechts land onder water staan, maar dat is door mensen aangelegd in keurige rechthoekige percelen. Direct na de ‘toegangspoort’ tot het hele gebied, is er links van de weg een grote kolonie ooievaars: de bomen zitten vol met nesten en het krioelt overal van het jonge leven. Ook zien we de eerste zilverreigers.
De weg loopt langs een soort brede sloot en ineens roept Ger: “Stop, een woudaap!” Dat is een vergissing, maar die wordt ruimschoots goedgemaakt: het is een kwak! Wat een mooie vogel met die lange witte slierten bij kop en hals. Nog nooit eerder gezien: vogel van de dag.
Uiteindelijk komen we bij de ‘echte’ ingang van het reservaat. Een bewakershuisje waarbij de weg is afgesloten. Dat is duidelijke taal: voor niks kom je er niet in. Er is een gebouw met een cafetaria en een soort uitkijk’toren’ erop. Een vreemd uitziend busje met doeken eromheen komt het gebied uitrijden en later zien we een sightseeingbus waarmee je lekker in de brandende zon door het gebied kan toeren. Voor Gerda hoeft dat allemaal niet. We rijden een grindwegje op, parkeren met uitzicht en drinken koffie, terwijl een paar kraanvogels ervoor zorgen dat ze in de kijker komen.
We keren om, zien nog net een stel waterbuffels, waarvan er heel veel schijnen te leven hier en nemen dezelfde route terug: er is geen keuze. Onderweg nog een paar dodaarzen en reigers. De gewone blauwe is er en een opvallend grote, waarvan Gerda zegt dat het geen purperreiger is. Wat dan? De reuzenreiger komt hier niet voor volgens het boekje.
Op de terugweg willen we lunchen op dezelfde (zeldzame) schaduwplek als waar we tijdens de heenreis koffie dronken. Helaas bezet door een tractor, soms is het leven hard. Eerst tanken dan, Gerda krijgt een bosje bloemen van de dieselman, we maken een foto bij een vogel’monument’ en dan moet er echt worden geluncht, het is 2 uur en 29°. Voor een groot rolluik van een gebouw in het begin van de stad, is een streep schaduw, dit moet het dan maar worden. Tomaat snijden, melk in de bekers, alle spullen uit de koelkast en dan, na de eerste hap, gaat het rolluik langzaam open. OMG, dan moeten we hier natuurlijk weg, wat niet 1,2,3 gaat; op deze manier kunnen we niet gaan rijden. Het valt mee, de man heeft geen haast of laat ons in elk geval met rust. Later blijkt dat hij bezoek krijgt, maar op dát moment zijn wij bijna klaar om te vertrekken.
We blijven op de D010 richting Sinop, glad als fluweel, vierbaans en met uitzicht op de Zwarte Zee, die mooi blauw is. Deze ‘zee’ mag dan niet zo spannend zijn als een echte zee met golven, strand etc., het is wel heel fijn om er langs te rijden en ook mooi om naar te kijken. Af en toe een kleine (vissers?)haven en een enkel bootje op het water. Geen resorts, geen toeristen…ruimte!
Jammer dat het verandert bij de doorsteek na Sinop. Weg van de zee, een ruigere tweebaansweg, de groene heuvels in. “Dit kan weer overal zijn”, is Gerda’s commentaar en zo is dat.
Tegen beter weten in kijken we op Park4Night, want we zien nog steeds geen andere campers. Twee P’s waar we niet blij van worden, maar goed, ze zijn er. Ook zien we, direct langs de weg, Camp Oluza, ergens tussen Serefiye en Aliköy, niet echt een camping zo te zien aan het tekentje op de app. Toch maar kijken, want het ligt gewoon op onze route. Het blijkt een terrein bij zee te zijn, waar iemand een leuk ‘vakantieparkje’ aan het ontwikkelen is met enkele huisjes, een restaurant, houten ‘tenten’ etc. Heel kleinschalig, maar voor Turkije best smaakvol. Er zijn wat bezoekers aan het eten buiten, zoals dat hier gaat. Van de eigenaar mogen we blijven vannacht, oké voor 7 dollar dan! Eerst wijst hij ons een plek pal naast twee mannen die een grote vuurpot opstoken, het vuur laait nog net niet de auto in. Daarbij hoort een hond, die met een ketting aan een boom vastligt en gewoon steeds rondom onze auto is. Bovendien staan we heel scheef, want hij heeft geen camperplekken. Gerda is heel kordaat, struint zelf het terrein af en vertelt de baas vervolgens waar wij uiteindelijk gaan staan. Hij vindt het goed.
Het is warm, maar vrij schaduwrijk dankzij wat hoge bomen.
Intussen is er nog een Oostenrijkse camperbus aangekomen, die een nog mooiere plek heeft dan wij. “Daar wilde ik ook staan”, zegt Gerda, alleen kon dat niet omdat er toen een autootje van een werkman in de weg stond.
Menu van de dag: pasta met ijsbergsla, gemalen kaas en mogelijk nog meer groenten. Köfteschijfjes, is Gerda dol op!
Net even over zee gekeken hoe mooi het licht is in het licht van de bijna ondergaande zon. Mooi dus.
We houden jullie verder op de hoogte. Allah korosun!
Helemaal goed dit. Wij zitten vandaag ook tussen de ooievaars, waarvan diversen met jonkies.
Toevallig is dat.