Vrijdag 6 juli 2018
Die mevrouw, die bij de grensovergang de gegevens niet in de computer kreeg ingevoerd, had hele lange nagels. Dat vergat ik nog te zeggen. En een pagekopje met roodgeverfd haar, waarop zo’n omgekeerd groen uniformbootje stond.
Niet dat ik denk dat het door haar nagels kwam hoor, dat het niet lukte. Maar dat tikken op het toetsenbord ging natuurlijk niet lekker. Je ziet het ook als vrouwen met die vreselijk lange nagels op een mobieltje tikken. Dat gaat alleen met volledig gestrekte vingers, zodat ze met de binnenkant van hun vingertoppen nog net de toetsen kunnen indrukken. Ik snap niet waarom ze het zichzelf zo moeilijk maken.. tja, blijkbaar heeft iemand verzonnen dat het mooi en/of aantrekkelijk is.
En als een vrouw met zulke nagels je vertelt dat ze pianiste is, weet je dat ze jokt. Dat is dan wel weer handig.
Vanochtend hebben we wel wat bekijks. Met name één man is heel irritant; hij staat in zijn tuin ons constant gade te slaan, waarbij hij zich half verschuilt achter een boom. Hij vergeet dat hij in het helblauw is gekleed, zodat we al zijn bewegingen kunnen volgen.
Een ander verschuilt zich achter de schutting om zijn huis.
Het is wat! twee dames in een busje.
Over Zambrow naar Warschau. Met de wegwerkzaamheden blijft het tobben.
In het NKC-boek heeft Ger een camperplaats gevonden aan een meer bij de plaats Wysoka. Klinkt wel aardig. Dat wordt ons doel.
Het dorp is niet te vinden, Garmin kent het niet, het staat niet op de kaart en de coördinaten krijg ik zo gauw niet ingevoerd omdat de notatie ervan verschilt van de instelling van Garmin.
Het is letterlijk een knooppunt van wegen, dat niet te ontwarren valt en waar helemaal niet over na is gedacht of juist héél lang binnen het kader ‘waarom zouden we het makkelijk maken als het moeilijk kan?’
In plaats van Garmin is daar Jolanda! Een te dikke, geblondeerde, over-de-top-Poolse, in strakke zwarte legging. Ze is dolenthousiast en weet precies waar we moeten zijn! Tevens prijst ze terecht de dorpswinkel aan met betere spullen dan we gewend zijn en een erg aardige winkelvrouw.
De camperplaats blijkt een heel kleine camping te zijn, direct naast een eveneens bescheiden meer, onderaan een behoorlijk steile afrit. Zelfs na deze reis heb ik even een huh!?-momentje! Er staat nog één Duitse camper er er zitten wat mannen verspreid langs het meer te vissen. Een vredig geheel. Hoewel… hoe langer we er zijn, hoe meer we ons ergeren aan een club blaffende buurhonden. Niet op de camping zelf, maar van de huizen, die er aan grenzen. Qua volume maakt het niks uit.
Bovendien komt er naast ons een derde camper bij met twee mensen en…twee honden! Gelukkig blaffen ze niet mee en we hebben er geen last van. Voorts is er een loslopende herder, die het fijn vindt om in onze buurt te plassen (een hond dus). Later komt ie nog eens, maar als de baas merkt dat we het dier niet aanhalen, roept hij hem terug.
Wat valt er nog mee te klagen: Gerda ging even bij de vissers kijken en komt terug met de mededeling dat ze rare dobbers gebruiken.
Het afwaswater van de camping, dat eerst warm was, is koud als wij onze vaat hebben uitgestald en voor het slapen gaan schrikken we ons lam van het geknal van vuurwerk, inderdaad .. op de camping.
€15 zonder elektriciteit vinden we goed betaald.