Maandag 27 en dinsdag 28 juni 2022
Voor het eerst deze reis sliepen we met de schuifdeur open, wel achter het muggengaas uiteraard. Als we niet op een camping staan, gaat natuurlijk alles op slot.
Zonder dekbed wordt het onder de ochtend toch altijd net iets te fris om het nog behaaglijk te hebben en daarvoor hebben we een paar fleecedekentjes, die net weer te dun zijn. ‘t Is ook nooit goed.
In m’n hoofd voelt het niet gewoon; moeilijk om er een woord voor te vinden, ‘duizelig’ dekt de lading niet, misschien wankel of onzeker. Mijn ogen hebben het liefst dat ik ze dicht doe. Eten en drinken gaat nu wel en tegen de tijd dat we gaan rijden, om een uur of negen, is het alweer wat beter en kan ik mijn ogen open houden om de navigatie te volgen. Gerda rijdt de hele dag en dat gaat goed, haar ogen vallen ook niet dicht.
Behalve wat oponthoud voor de Gotthardtunnel komen we de dag ongeschonden door, mede dankzij de middagtemperatuur, die is gezakt naar 23°!
‘s Avonds nestelen we ons weer op een camping in de buurt van Colmar bij de oever van de rivier de Ill. ‘t Staat een beetje raar met die hoofdletter i, maar het is dus ‘ill’. Als je geen Elzasganger bent, heb je waarschijnlijk nooit van deze stroom gehoord. Wij ook niet.
Dinsdag kan ik weer autorijden en we verdelen de rit naar huis, die loopt over Metz, Brussel en Antwerpen.
Het is onbewolkt en wat opvalt onderweg is dat het zo mooi helder is, hoe ver we ook kunnen kijken, waardoor de kleuren in het landschap extra levendig lijken. We realiseren ons dat we dat lang niet hebben gezien. In Griekenland was het, ondanks wolkeloze luchten, nooit echt helder; altijd heiig in de verte. Ook daar gaven wij de hitte de schuld van.
Kwart over zeven rijden we de Krijn Taconiskade op, dat wil zeggen, wat ervan over is gebleven. Je kan niet even van huis of achter je kont flikken ze weer één of ander kunstje. Dit keer heeft de gemeente het grootste gedeelte van de kade, waar de restaurants zijn, voor auto’s afgesloten. Dertien parkeerplaatsen weg, waar wij het, als vergunninghouders, van moeten hebben. Michiel van DOK48, waar we eten, vertelt dat het een gezamenlijk initiatief is van (sommige) bewoners en horeca. Nu valt de schok mee, omdat we een tijdje geleden al bericht kregen van de gemeente dat per 1oktober a.s. de parkeervergunningen voor particulieren ingetrokken zullen worden, waardoor we weer moeten terugvallen op de parkeergarage, die bij ons gebouw hoort. Geen ramp, maar wel een stuk duurder dan buiten staan, wat de reden was dat we ooit het omgekeerde deden: onze plek in de parkeergarage opzeggen en een straatvergunning aanvragen.
We eten binnen, de rest van de gasten zit op het terras in de zon of onder een parasol. Zelfs dat laatste trekken we niet meer, tot op de dag van vandaag blijven wij uit de zon en kijken er naar vanuit de schaduw, zelfs bij onze Nederlandse gematigde temperaturen.
Griekenland. Wat zal ik erover schrijven. Voor mij was dit de minst fijne reis die we tot nu toe met een camperbus hebben gemaakt; een combinatie van de te hoge temperaturen en het Griekse landschap. Het eerste, de warmte, is een misrekening geweest. Ik riep steeds:
“Ik wil het eindelijk eens warm hebben! Als ik in de zon zit en het waait, wil ik een warme bries voelen en niet steeds een kille wind, die de warmte van de zon direct tenietdoet”.
Ik kreeg m’n zin, maar zoals ik hierboven al schreef: ‘t is nooit goed.
Ten tweede het landschap. Voor vertrek wist ik natuurlijk al dat het Griekse landschap niet ‘het mijne’ is. De keren dat we kort op een eiland zaten, was ik de heuvels met allemaal dezelfde bosjes erop, na een week wel zat. Het strand met de zee om af te koelen en binnenshuis de airco maakten dat dan ruimschoots goed. Ook ooit op de Peloponnesos was het niet te warm en hadden we afleiding genoeg aan de kusten.
Nu in het Noorden waren het de, in onze ogen, eentonige broccolibergen, zoals ik ze oneerbiedig noem, die ons deden verlangen naar verandering. De trouwe volgers van dit blog hebben kunnen lezen wat in deze gloeiende groene gebieden onze lichtpunten waren.
Terugkijkend hebben we wat spijt dat we op de terugreis de boot naar Italië hebben genomen. Als we die niet hadden geboekt, waren we waarschijnlijk eerder uit Griekenland vertrokken om, wie weet, op de terugweg in betere temperaturen nog wat interessante plaatsen te bezoeken in sommige Balkanlanden.
Laat ik erover ophouden, de les is geleerd: beter rekening houden met de temperaturen. Het kan wel. Ooit reden we drie weken door de woestijnen van Mali en Zuid-Algerije, in januari bij hooguit 25°, heerlijk! Voor de goede orde: we wèrden gereden.
Ik geloof trouwens dat Gerda alweer plannen heeft. Ze ontdekte een vlog, https://eurasiaoverland.com/ , heeft er al zeker een dag op rondgezworven en deed daarna wat boude uitspraken over toekomstige reisbestemmingen!
De naam van de schrijver ervan kan ik (nog) niet vinden. Later!
Tot slot: dank aan iedereen die heeft meegelezen en/of heeft gereageerd op de verslagen, daar doe je het toch (ook) voor!