Zaterdag 13 mei 2017
Om zes uur zijn we op en het dorp ook. De militairen houden geen oog van ons af. Wegwezen. Ontbijten doen we wel ergens anders; flink wat kilometers verderop langs de weg. Eindelijk…. rust? Voor het motortje dat komt aangereden, hebben we nauwelijks aandacht. Hoewel hun helmen er wel erg nieuw en glimmend uitzien. Ze stoppen aan de overkant van de weg en ik bereid me voor op het zoveelste bezoek, als Wim zegt: “Politie”.
Tjongejonge, moet dat hele circus opnieuw beginnen? Paspoort, kopie, waar gaan jullie naar toe…. Het blijft stil. Ze staan nog steeds aan de overkant van de weg, de bestuurder is niet afgestapt en is veel aan het bellen. De soldaat die achterop zat, staat naast hem met de kalasjnikov in de hand. En zo blijft het. Tijdens het ontbijt, de afwas en het schoonmaken van de bus voor vertrek. Kort voordat we verder gaan, wordt de motor gestart en na eerst een paar dromedarissen het land in te hebben gejaagd, gaan ze boven op een heuvel zitten om ons gade te slaan.
Een paar kilometers verderop staat een politieauto langs de weg en tot onze verrassing worden we niet aangehouden. Nee, dat niet, maar na een tijdje dringt het tot ons door dat we gevolgd worden.
Als we stoppen om koffie te drinken, weten we het zeker, ze parkeren achter ons, begroeten Wim en drentelen een beetje rond.
“Moeten we hen geen kopje koffie aanbieden?”, vraagt Wim.
“Nee”.
“Waarom niet?”
“Omdat de koffie voor ons is”. Wim laat terecht merken dat dat natuurlijk geen argument is, het was het eerste wat in me op kwam. Ik ben gewoon een beetje pissig. Wat is dit voor manier van doen. Ze kunnen ons toch aanhouden en vertellen dat ze opdracht hebben gekregen om ons te begeleiden tot….ja tot waar? Ook dat weten we niet. Misschien tot Birjand, daar wilden ze ons gisteravond aanvankelijk naar toe laten rijden om in een hotel te gaan.
En dan wel onze koffie opdrinken, hou op! We hebben zelf krap anderhalve kop, meer kan er niet in de thermoskan.
Bij een volgende kruising, niet zo ver weg, waar ook weer militairen staan, ben ik nog blijer dat ik hen geen koffie heb aangeboden, want ze zijn ineens verdwenen…. Koffie gaan drinken waarschijnlijk!
Laten er in Birjand nou borden staan met de tekst ‘Tourist Hotel’. De bijbehorende coffeeshop is dicht en de receptionist van het hotel is zo aardig om ons voor koffie en WiFi uit te nodigen in zijn hotel. Niks ‘no room, no WiFi!’ Hij maakt een nepinschrijving voor ons aan inclusief kamernummer en daarmee kunnen we inloggen. Wat een service.
Door naar het Noorden over de 95. Onderweg donkere bergen met zandduinen in verschillende kleuren. Bij Rum linksaf richting Ferdows en daarna zien we wel; moeten we het nog over hebben.
Intussen zijn we zo goed geworden in het missen van afslagen, dat we die bij Rum voorbijrijden. We maken het goed door een willekeurig ander wegje naar links te nemen. Met een paar keer de weg vragen aan karaktervolle oude vrouwen, die een Farsi-waterval over ons uitstorten in schilderachtige oude dorpen, komen we met een mooie omweg toch op het goeie pad.
In de buurt van Qumerijan (denk ik) willen we er mee stoppen. Diep in het land ligt een oud dorp en daar weer een eind buiten zien we een gebouwtje, waar we wel brood in zien. Laat het nou bij een begraafplaats horen. Daar hebben we goeie ervaringen mee.
Vlak bij is een boer bezig zijn gerst te oogsten met de sikkel. Het lijkt ons netjes om de man even te begroeten en zijn reactie te peilen als we hem duidelijk maken dat we op deze plek willen overnachten. Hij is vriendelijk en maakt een gebaar van ‘ga je gang, geen probleem’. Zijn (klein?)zoon die er bij is, geven we een paar magneetklompjes en dan maar hopen dat we genoeg goodwill hebben gekweekt. Waarschijnlijk heeft hij er niets over te zeggen, maar toch. Het is een schitterende plek zo in het land met zijn mooie bergen als decor.
Even later komt er een vrouw naar ons toe, die minder positief is, althans we denken te begrijpen dat ze vindt dat we ergens anders naar toe moeten.
Intussen nadert er een gigantische bui, zo te zien met onweer en regen. Als die valt dan verandert het hier in een modderpoel. Dank zij een stormachtige wind, die opsteekt, waait de bui uit elkaar en het blijft bij enkele bliksemschichten in de verte. Eindelijk wat afkoeling, het was ruim 30 graden vandaag.
We zijn net begonnen met koken als er een auto met een paar mannen arriveert, die met Wim gaan staan praten. Later komt er nog een derde bij, het ziet er allemaal gezellig uit. Die twee uit de auto zijn wel steeds aan het bellen. Ze rijden ook niet door, als het praatje klaar is, maar blijven, zittend in de auto met de portieren open, al onze bewegingen volgen. Wim vraagt op een gegeven moment:
“Where are you waiting for?”
Er komt geen antwoord, ze lachen alleen.
Op het moment dat de politie arriveert, begrijpen we wie ze belden en waar ze op wachtten. Daar gaan we weer: paspoorten….de hele reut en uiteindelijk de mededeling dat we hier weg moeten. Het lukt Wim niet hen op andere gedachten te brengen, dus belt hij weer de ambassade in Teheran. Hij krijgt dezelfde mevrouw aan de lijn, die nog steeds niemand in de buurt heeft, die Farsi spreekt. Heel netjes zegt Wim: “Dan heb ik dus eigenlijk helemaal niks aan uw hulp”.
Terwijl Wim telefoneert, opent Gerda een nieuw initiatief en probeert op haar manier de agenten te overtuigen. Het lukt, we mogen blijven!
Net als we klaar met eten zijn, stopt een tweede politieauto. Paspoorten hoeft deze keer niet, we moeten weg. Het is gevaarlijk om te blijven en de mensen in dit dorp zijn ‘bad people’. Nou, wat betreft die twee kerels die de politie hebben gebeld, ben ik het er helemaal mee eens. We moeten achter hen aan rijden, acht kilometer verder naar het politiebureau. Daar kunnen we staan voor de nacht. Wat een gestress allemaal! Ik zeg tegen Ger:
“Ze wachten maar tot we hebben afgewassen. Ik ga niet met de vieze spullen in de auto rijden!”
Dat doen we, het lijkt geen probleem.
We komen terecht op een wat vreemde plek bij het volgende dorp. De ambulancepost is er en daarnaast het politiebureau. Ons zetten ze neer om een hoek, naast een verlaten gebouwtje en bij een soort parkje met speeltuin. Prima plek, vinden ze zelf, er zijn toiletten en water en …. het is safe! Geweldig: de hopen stront liggen in de plee, uit geen enkele kraan komt water en safe?
Nou…. mócht er iets gebeuren dan kunnen we 115 (of zo) bellen.
Nogmaals paspoorten, kopieën….doodziek word je er van.
Wat hadden we gehoopt op een rustige nacht bij het kerkhof. In plaats daarvan staan we vlak bij de weg waar veel vrachtverkeer overheen gaat, terwijl in het parkje de dorpsjeugd wat bij elkaar klit en ook dat gaat niet onopgemerkt voorbij.
Menu van de dag, dat door alle politiebezoek koud was geworden: witte kool op Wimse wijze, met kokosnootmelk etc., rijst en runderknakworst. Echt fusion.
Geen vogel.