Dinsdag 20 september 2016
Bij vertrek vliegt er een club grote (roof)vogels over. Helaas zijn we niet goed genoeg om ze te herkennen. Gieren?
De Día in Elizondo is ronduit klote. Wat een treurigheid; geen behoorlijk stuk groente te krijgen. Alles is rottend, beurs en/of rimpelig. Het enige wat er mee door kan, is een zak penen. Het brood wil ik niet kopen, laat staan eten. Er is geen slager in de supermarkt, dus we zien wel of we onderweg nog wat kunnen scoren. ’t Vervelende is dat de winkels dicht zijn tussen 2 en 5.
Vanaf Irurita volgen we een wit wegje naar het Zuiden, langs Eugi naar de N135. Bij een roestig monument stappen we even uit. De uitleg is alleen in het Baskisch, maar het heeft iets te maken met de jaren 1939-1941 en 1756 gevangenen. Misschien hebben ze deze weg aan moeten leggen?
Veel stronthopen op de weg, die van paarden blijken te zijn. We hebben nog nooit meegemaakt dat er paarden los langs de weg liepen, ook nog met bellen om hun nek.
Het is koel, meer wolk dan zon, graad of 13, spikkeltje regen, kortom….juist! Nazomer.
Ineens beginnen de mobielen te plingen. Vreemd, want roaming staat uit. Ik word wat alerter; waar zijn we ongeveer? Hm….ik kom geen enkele naam tegen die op de kaart staat. En eigenlijk is dit wegje zonder markering veel te smal voor een N-weg.
In Esnazu vraag ik in een café in mijn beste Spaans waar we zijn. Shit! In Frankrijk. Foutje, verkeerde afslag, 21km voor niks gereden. In de bergen is dat ver vind ik.
In een dorp onderweg scoren we een klein bruin broodje, net genoeg voor het ontbijt.
De oude vrouw, die de winkel runt, is zo aardig dat ik me schaam om iets van minder dan €1,- te kopen. Ik heb de hele winkel doorgelopen om te kijken of er niet iets stond dat serieus geld kostte en ook lekker of nuttig was. Nee. Dus heb ik me hard gemaakt en het broodje bij de kassa gelegd. En dat ze je dan zo hoffelijk bejegent en bedankt alsof je met een tas vol weggaat. Voor mij was het gênant, van haar vond ik het klasse.
Slagers kan je wel schudden. We zullen de ijzeren voorraad moeten aanspreken.
Het duurt nog tot Abaurrea Alta voor we aan de rand van het dorp een mooie plaats zien om te blijven staan. Het uitzicht is er riant met in de verte de eerste echte hogere bergen zonder groen. Omdat we gezien gaan worden door de dorpelingen, vind ik het prettig om te weten dat ze het goedkeuren dat we hier blijven vannacht en zich niet ergeren aan ‘die toeristen, die denken dat ze alles maar mogen doen’.
De eerste levende die ik zie, is een man die aan de overkant van de weg met zijn hond het dorp uit loopt. Ik ga naar hem toe:
“Olá señor, dat daar is onze camper en we zouden graag voor de nacht hier blijven staan. Denkt u dat dat een probleem is?”
“No, no es problema!” En hij voegt er aan toe dat we ook gerust op het parkeerterrein van een restaurant in het dorp kunnen overnachten. Dat willen we niet en ik zeg dat we dan het mooie uitzicht zouden moeten missen.
“Si, si claro”. Hij begrijpt het.
Of we uit Hollanda komen? Ja, uit Amsterdam. Hij kent Nederland een beetje, zegt hij, omdat hij vrachtwagenchauffeur was. Mooie stad en….coffeeshops!
Lachend gaan we uiteen. Het dorp is zo klein dat we er zeker van kunnen zijn dat in de kortste keren iedereen weet dat er een paar Nederlandse dames in een busje overnachten en dat het geen kwaad kan.
De boeren hebben het druk. Tot het donker is, rijdt de ene tractor na de andere voorbij. Onze groet wordt steevast beantwoord.
Menu van de dag: salade Nicoise en peen.
Vogel van de dag: dat clubje van vanochtend.
Een paar dagen geleden kochten we een prachtige bos peterselie. Bij het koken viel het me op dat Gerda steeds minder van het kruid wilde gebruiken dan we thuis gewend zijn. Toen ik vroeg hoe dat komt, sprak ze de legendarische woorden:
“Ik vind deze peterselie zo zwaar!”
Dat overnachten bij zo’n klein dorp lijkt me erg leuk en het kontakt dat je hebt met de bewoners ook. Ben zelf nooit dat zuidelijk geweest, wat jullie verhalen des te leuker maken. Of hier de peterselie ook ‘zwaar’ is weet ik niet, maar ze smaakt prima. xx
Hoe zwaar kan de peterselie zijn?
Loodzwaar!