Donderdag 31 mei 2018
Titel: Ff wat regelen
Gezellig ontbijt met Toon, Michiel, Rianne en een ander stel. Er blijft zelfs nog een eitje over voor Gerda en mij, want wij aten ons eigen ontbijt.
Daarna vertrekken Michiel, Rianne en Toon. De laatste belooft ons te appen over de toestand van de weg op de route die wij na hem gaan rijden.
Douchen in het pikkedonker; de stroom is uitgevallen en er is ook geen raampje.
Voorts is één van onze sokken in de was gebleven. Ach ja.
De Tourist Info is in het Central Park, maar niet zo goed te vinden. Eerst wordt ons een ander gebouw gewezen, waar een klein, onooglijk museum op de eerste verdieping zit. Ze denken dat we daar naar toe willen. Wat we er van zien, is wel heel apart. In een ongebruikte zijkamer hangt een schilderij van Stalin en iets van Lenin. Verder heel veel portretfoto’s van …. ja, van wie eigenlijk? De grote zaal hebben we niet gezien.
Het echte Tourist Info is dicht als we het hebben gevonden: lunchpauze. Er is WiFi, alleen de iPad weigert te verbinden met het netwerk.
Dan maar zoeken naar het OVIR, een soort officieel bureau, hebben we begrepen, waar we de periode van 15 dagen dat de auto in het land mag blijven, zouden kunnen verlengen. Op z’n minst hopen we er wat wijzer te worden. Bij onze zoektocht stuiten we op een Engelssprekende vrouw, die zegt dat het OVIR heel ergens anders zit, wel een half uur lopen en dat we met een taxi moeten. Ze wil ons graag helpen en begeleiden en zo wordt de taxi een minibusje.
Blij dat we niet zijn gaan lopen, wat een eind is dat!
In het gebouw gaan we van loket naar loket en bij het derde krijgen we te horen dat we bij de douane moeten zijn. Dat lijkt ons logisch. OVIR is meer politie geloof ik.
We lopen een eind terug. Het eerste gebouw waar we aankloppen, blijkt Financiën te zijn en daarna volgt de douane.
Wat heen en weergepraat tussen de vrouw en de ambtenaren, maar opschieten doet het niet. Het lijkt of ze niet vertrouwd zijn met de procedure. Eén man stelt voor dat we hem 45 dollar betalen, net als aan de grens en dat hij dan wel wat wil doen. Ik dacht het niet. Na veel aanhouden schrijft een douanier iets achterop het papier dat we bij de grens kregen en zet zijn handtekening en telefoonnummer er onder. Als we dat aan de grens laten zien, zegt hij, is er niks aan de hand. Dan kunnen ze hem bellen indien gewenst. Ook de vrouw, ze heet Maria, die iets doet bij justitie begrijp ik, zet haar telefoonnummer er bij.
Terug in het centrum stappen we uit bij TCell voor een simkaart. Ik ben de trage (of uitgevallen) WiFi bij de lodge zat. Wat een gedoe wordt dat! Omdat we geen papier van de lodge bij ons hebben dat we daar zijn geregistreerd, gaat de medewerkster de kaart op haar naam zetten…heel verhaal. Daarna moet er misschien toestemming komen ergens vandaan…? Ik weet het niet. Maria zegt steeds dat het goed gaat komen, maar wordt het ook zat, dat merk ik. Lijkt me logisch, volgens mij doet ze dit gewoon in werktijd.
Als alles eindelijk geregeld is, kunnen ze niet teruggeven van 200 Somoni. De rekening bedraagt er 162. Ik ga naar de bank aan de overkant en Maria naar haar werk. Ze heeft in het minibusje mijn Facebooknaam gevraagd.
Tweede poging Tourist Office. Een aardige vent die er werkt. Hij hoort ons verhaal aan en kan een grimas niet onderdrukken als we vertellen van de telefoonnummers op het douanepapier.
“Ze kunnen niet eens bellen aan de grens met Kirgizië”, zegt hij, “daar is geen bereik. Ze gebruiken er alleen portofoons”.
Zijn we toch weer bij de beer gedaan, maar het is eigenlijk te grappig om er boos over te worden. Hij pakt zijn telefoon en belt de betreffende man op. Als het gesprek is geëindigd, verzekert hij ons dat we echt geen problemen zullen tegenkomen met het te laat verlaten van Tadjikistan.
Eindelijk naar huis en lekker bloggen met de nieuwe simkaart. Ik ben nauwelijks bezig of daar komt Christian aan met zijn witte Transporter. De Fransman die we in Samarkand hebben ontmoet. Hij gaat bier halen en hoe graag ik ook verder zou gaan met mijn blog, buiten gezellig borrelen en praten heeft ook wel wat.
Van het één komt het ander en hij meet onze auto nog even door met een laptop en een speciaal programma. Dit in verband met het steeds brandende roetfilterlampje. Het programma geeft aan dat het filter voor 68% vol zit. Alleen hoeft dat niet betrouwbaar te zijn, zegt hij, omdat de software speciaal op zijn type auto is toegesneden.
Hij heeft het roetfilter later verwijderen. Dat wilden wij ook, maar bij Campercentrum Amersfoort ging Boyd er nauwelijks op in, toen we er naar vroegen.
In zijn mails zegt hij steeds dat hij er niet ongerust over is en dat wij dat ook niet moeten zijn. Antwoord op concrete vragen m.b.t. worst case scenario’s krijgen we niet.
Het wordt (te) laat koken, geen tijd om een blog te plaatsen, laat staan om een nieuwe te schrijven.
Als we op bed liggen, is er het gebruikelijke kabaal van mensen om de auto heen en er arriveren nog drie motorrrijders. Hier op het terrein is ook een moskee en/of koranschool of zoiets. Vooral tieners maken er elke dag een pokkeherrie. Vanaf een uur of vier, vijf, als het nog donker is, begint het te harde gepraat en gelach. Ik heb het er mee gehad!
De sok is terecht.