Maandag 25 februari 2019
Klokslag 9 uur staan we bij meeting point 1 waar de skiklassen zullen worden samengesteld. Geen (klein)kinderen te zien. Zo nauw luistert het blijkbaar niet. Een kwartier later komen Sebastiaan en Olivier uit een shuttlebusje gerold. “Papa en mama moeten lopen”, zeggen ze.
De jongens lijken er zin in te hebben en zwaaien ons af en toe vrolijk toe, terwijl ze staan te wachten. Even later komen Maarten en Francien aan, die rakelings langs ons heen lopen zonder ons te zien. Zo gaat dat. Hun eerste zorg zijn de kinderen. Ger en ik gniffelen wat tegen elkaar. Als iedereen er klaar voor is, zie ik Francien in de rondte kijken, duidelijk op zoek naar ons en dan duurt het niet lang, voor we elkaar begroeten.
Na een paar kleine afdalingen worden de schapen van de bokken gescheiden, met andere woorden, de kinderen worden op niveau ingedeeld. Laat Olivier nou een blauw hesje krijgen en Sebastiaan een rood. Het lijkt terecht; ook wij zien dat Sebastiaan die de oudste is, met meer gemak zijn bochten maakt dan Olivier. Door het leeftijdsverschil van slechts 16 maanden, zijn ze echter erg close en doen heel veel samen. Het is duidelijk dat Olivier geen genoegen wenst te nemen met deze scheiding. Hoe hij het voor elkaar krijgt, weet ik niet, maar even later staat hij in het blauw tevreden naast zijn rode broer.
Er is nog een kleine complicatie: de skipas van Olivier is weg. Francien heeft hem vanochtend in de borstzak van zijn ski-jack gestopt, maar helaas….! Niet in de shuttlebus gevonden, niet op de hotelkamer. Maarten heeft de kassabon bewaard, dus wie weet komt het zonder extra kosten goed.
Tijd voor de boodschappen. Zakdoeken, broodjes voor de lunch en grote wortelen voor de vitamines bij de supermarkt. Daarbij moeten we altijd aan onze vriend Vincent denken, die ongetwijfeld zou zeggen: “Rauwe groente? Ik ben geen konijn!”
Het belangrijkste echter is alweer de apotheek! Gerda voelt zich nog steeds beroerd, hoewel ze gelukkig, doch onverwacht, redelijk heeft geslapen. Voornamelijk ‘zittend’ in de kussens, dan hoest ze minder. Die hoest is indrukwekkend. Ik zeg: “Het lijkt of je een zeehond hebt ingeslikt”. Daar kan ze zich in vinden. “Maar er zit ook een dronken kabouter bij”, zegt ze, “die piept, fluit en reutelt in zijn slaap”.
Op het lijstje staan paracetamol, neusdruppels en fluimuciel. Als we de winkel verlaten, zegt de apotheker ‘tot ziens!’ Zou hij weinig vertrouwen in zijn produkten hebben?
Voor de winkel is een soort knus klein plein met banken in de zon, waar we een tijdje lekker opwarmen. Ook ik voel me minder sterk dan gisteren. Wat een stel bejaarden! We kennen onszelf niet en om nou te zeggen dat het een aangename kennismaking is: nee.
Bij het hotel neemt Ger, behalve de medicijnen, weer buiten plaats in de zon, terwijl ik even een verhaal wil afmaken. Na enige tijd wordt er weer een sleutel in het slot gestoken. Nu ben ik er als de kippen bij en stuit op Karin! Op mijn vraag of er iets ‘los’ is, krijg ik een paar verwarde opmerkingen, waarin de woorden Fenster en Kontrolle voorkomen. Maar: er is ‘bestimmt nichts los’. En ze gaat. Vensters hebben we niet, alleen een deur.
Ik heb wat recensies opgezocht over Garni Toni. Er zijn nogal wat opmerkingen over het karige ontbijt met de dunne plakjes beleg en de hardgekookte eieren die al dagen oud zouden zijn.
Maarten en Francien gaan vanmiddag met de jongens nog wat skiën op de lager gelegen hellingen hier vlakbij. Het kost Gerda veel meer moeite dan mij om de moed op te brengen. Aan de andere kant is het leuk om met hen te skiën, zeker in dit stralende weer. Een kwartier later hangen we in de sleeplift. De jongens zijn moe en Olivier trekt de goedbedoelde aanwijzingen van zijn ouders niet meer. Hij zegt dat ze niet zo ‘meesterachtig’ moeten doen; de les is nu voorbij!
Gerda voelt zich met elke afdaling zieker worden en we houden het voor gezien. De anderen zijn al naar hun hotel gegaan. De jongens zagen bijna zo wit als sneeuw en waren bij de lunch op het terras al in slaap gevallen. Kortom: we zijn een lekker stel bij elkaar.
Thuis gaat Gerda direct aan de volgende paracetamol; ze neemt er vanaf nu elke 4 uur één. Het restje pizza van gisteren laat ze echter niet liggen.
En, je gelooft het niet, we gaan buiten de deur eten! Okay, twee minuten lopen en niet heel uitgebreid, want dat gaat nog niet. Toch smaakt het ons best. Wie weet is het een stap op weg naar het einde van deze ellende. En sinds gisteren kook ik ‘s avonds in de auto water, zodat we voor het slapen gaan lekker thee kunnen drinken.
Ergernis van de dag:
Vanochtend is er geen verse ananas. Ik vraag aan Karin:
“Gibt es keine Ananas heute Morgen?” Passende vraag. Ze trekt een immens spijtig gezicht en antwoordt: “Nein! Leider gab es heute keine Ananas!” Ook een passend antwoord trouwens.
Is dat erg of is dat erg? Dat je niets anders neerzet. Wat een krenten!
Dat ‘heute nicht’ doet me denken aan Gerda en ik in Polen, jaren geleden. We gingen naar het Oerbos van Biatowieza om de wisent te zien, die daar leeft. Bij een man in groen uniform moesten we toegangskaarten kopen. Daarbij vroegen we ook wat informatie met betrekking tot de wisent en in welk gedeelte van het bos we de meeste kans hadden om het dier te zien. In antwoord op onze vragen sprak de man de legendarische woorden: “Kein Wisent, heute nur die kleine Tiere”.
Tot op de dag van vandaag snappen we niet hoe dat in elkaar stak.
Wat een leuk skidagverslag. Beterschap verder Ger!
Dank je Bar! Gerda was wat beter vandaag!
Hi Riet and Ger, don’t you have Cold & Flu tablets like Coldral or something where you are? Those tablets really help and you have day and night tablets in the packet to take. Years ago when I was in Holland and out with the flu, my sister only had paracetamol tablets for me which did not do much, and a cold compress on my forehead for the headache. Reading about the medication you got at the chemist got me wondering.
Anyway, I hope it will blow over soon and that you have some great days skiing with your family. Sounds like a lot of fun.