Zaterdag 19 september 2020
De kerkklok slaat 7 keer, ik ben net wakker. Het is de klok van de kleine kerk – je kan hem makkelijk missen in het voorbijrijden – waarin mijn opa doordeweeks op het orgel mocht spelen in ruil voor het verzorgen van de moestuin van de dominee. Als ik bij hem logeerde, nam hij me altijd mee om me op het kerkorgel te horen spelen. Ik denk dat hij daar erg van genoot. Zelf was hij autodidact op het orgel en kon net aan de eenvoudigste liederen uit de bundel van Johannes de Heer spelen.
In zijn jongere jaren speelde hij accordeon op bruiloften en partijen, dat moet hem dus vrij goed zijn afgegaan.
De eenden en wat andere vogels die tussen de ganzen op het land hebben overnacht, vliegen eerst uit. Om half 10 verheft zich de immens trillende wolk Canadese ganzen. Luid snaterend scheren ze nog een paar keer in een lange brede sliert boven het land op weg naar voedsel. Vogels van de dag.
Wie zou ooit hebben verzonnen dat ganzen ‘gak gak’ zeggen? Vast dezelfde persoon van het ezeltje en ‘i a’!
We zijn uitgenodigd op de koffie bij Corien en Marianne. Omdat de camping vol was, mochten ze op een leeg stuk grasland staan direct naast zo’n aardappelveld met bruin, dood loof. Om er zeker van te zijn dat het echt om aardappels gaat, want het is moeilijk te herkennen dat dorre spul, trek ik een stengel uit de grond, waar niks aanhangt, alleen wortels. Corien doet het beter en heeft zo vier aardappels te pakken. Ze zitten dus nog in de grond. Als het gif dat op de planten wordt gespoten ook (deels) in de vruchten terechtkomt, dan kan je ze waarschijnlijk beter niet eten. Moet ook weer uitgezocht worden.
Tijdens de koffie komt de campingbaas zeggen dat C&M de camper naar hun definitieve plek kunnen rijden. Ook begint hij over parkeergeld voor onze auto. Het blijkt dat hij ervan uitgaat dat wij de auto de hele dag op zijn terrein zullen laten staan. Er zijn mensen, zegt hij, die met de fietsen op de auto aankomen, de hele dag gaan fietsen, terwijl ze de auto intussen op zijn terrein laten staan, naar ze hopen gratis. Nee, zo zitten wij niet in elkaar en gerustgesteld laat hij ons alleen.
Tijd voor het dichtbije Zwin, nog zo’n plek met herinneringen. Ook weer met mijn opa ging ik er zeekraal plukken en kokkels rapen voor de avondmaaltijd.
Er was sprake van dat de zeearm, die vroeger tot aan Brugge liep, weer uitgegraven zou worden en dat er ook huizen langs gebouwd zouden worden, als ik het me goed herinner. Gelukkig zijn die plannen van de baan. Hoewel ik geen recente informatie heb.
Nu ziet het er in elk geval nog even mooi uit als vroeger; de grotendeels verzande zeearm, heel veel zand en slikken. De laatste kleuren eind juli, begin augustus lila-paars van de bloeiende lamsoor. Een prachtig gezicht. Maar ook zonder dat is het de moeite waard. Links de Belgische duinen, het begin van Knokke en verder weg de pier van Zeebrugge. Rechts ook strand en duinen met uitzicht op de mooie Walcherse kust.
Het water is schoon, het schuim van de golven schitterend wit. In het begin altijd koud, als je er even in bent heerlijk! Toen we aankwamen was het eb, maar éénmaal uit het water moeten we hoger het strand op, de golven hadden nog net niet onze bagage bereikt.
Tijd om naar fossiele haaientanden te zoeken, waar met name het Zwin bekend om staat. Voor mij is het een verslavende bezigheid; moeilijk om er mee op te houden, zeker als je wat vindt, wil je steeds meer. Ik zie dat het bij Corien ook zo werkt èn ze vindt er één, nou ja..een halve, maar toch! Grappig is dat ze in het begin zocht naar witte dingen, ik dacht dat ze wist dat de zwart zijn. In de winkels van Cadzand verkopen ze speciale zeven, waar je een hoop zand ingooit met de andere hoop dat er een haaientand in achter zal blijven. Daar verlagen wij ons niet toe, het echte werk is natuurlijk het handwerk.
Terwijl Corien verder zoekt verlaat ik het Zwin om in de auto een verhaal te schrijven. De ‘plicht’ roept niet, ik doe het met veel plezier.
Tijdens het schrijven heb ik om de paar minuten last van onregelmatige hartslag en dan weet ik het weer: cafeïne. Ik heb veel koffie gedronken vanochtend en dacht: overdag heb ik er misschien niet zo’n last van. Dat valt tegen en ik neem me nu voor om absoluut nooit meer koffie met cafeïne te drinken.
Mijn verhaal is nog niet klaar als de dames terugkomen van het strand. Terwijl de anderen buiten zitten, maak ik het in de camper met een witte wijn en versnaperingen erbij af.
Vanavond gaan we met z’n vieren bij Hot Lips eten en Gerda en ik moeten nog even een plaats zoeken, waar we vannacht kunnen slapen. Liefst niet al te ver van De Parlevinker. Dat lukt prima; we kennen een bescheiden, wat verscholen parkeerplaats in het dorp, dus op loopafstand van het restaurant. Aan de achterkant van het terrein begint grasland, waar de vorige keer dat we hier waren mooie Zeeuwse knollen in liepen. Nu niet.
Met erg veel zin in mosselen lopen we het restaurant binnen. Bij veel klanten staan ze al op tafel. Bij té veel zo blijkt, ze zijn op! Dat valt tegen. Stom van ons, we hadden ze misschien van te voren kunnen bestellen. Maar er zijn alternatieven; sliptong, zeebaars en garnalenkroketten.
Met bewondering kijken we weer naar het harde werken van Ria; 6 operaties had ze dit jaar.
De menu’s van de dag staan hierboven al vermeld.
Marianne en de campingbaas hadden het toch nog over parkeergeld voor onze VW. Tijdens de borrel stonden we natuurlijk weer even op zijn parkeergras. Ze hebben het afgemaakt op € 1,50! Beetje bizar wel.
Voldaan liggen we boven in onze tent en vallen in slaap op het gekabbel van mensenstemmen in tuinen en op een terras dichtbij.
En helaas is er weer een storing op het blog met het uploaden van de foto’s…😖
Goedemorgen riet en gerda.
Nooit verwacht, riet met een zeeuwse achtergrond.
Maar er is meer waar ik mij over verbaas.
Een toch gelovige provincie en dan gaan eten in een restaurant wat Hot Lips heet.
Cees.
Ik snap je gedachten Cees, maar de protestante delen van Zeeland kennen een grote verscheidenheid. Van Gereformeerde Bond (zwarte kousen) tot Vrijzinnig Hervormd. Zoals je begreep, kom ik uit West Zeeuws Vlaanderen en kom uit een Vrijzinnig Hervormd gezin. Op zondag gewoon alles doen, kermis open en zo…wielerkoers… Ook in de jaren ‘50 viel de VPRO-gids bij ons al in de bus. En bij mijn opa en oma hing hij in de wc aan een touwtje. Kon je je billen mee afvegen. Dat spaarde toiletpapier uit. Tja…arme mensen.