Hotel Pasargadae

Zaterdag 6 mei 2017

Ik had het niet gedacht, maar we overnachten hier op 1847 meter hoogte. Ger en ik zelfs nog wat hoger omdat we boven slapen.
De generator heeft ons niet uit de slaap gehouden, eerder wat heftige regenbuien. Als we opstaan, is het nog regenachtig. Gelukkig gaan we op pad met zon.

Komt er vanochtend vroeg een man met een schep over z’n schouder de begraafplaats oplopen. Ja inderdaad, om z’n eigen graf te graven! Dat is wel een vreselijke inkopper hè….

 

 

 

 

 

 

 

 

We moeten af en toe om onszelf lachen, dat we in Iran zoveel hitte hadden verwacht en zelfs nu nog, als het bij buiig weer afkoelt, onze enige meegebrachte trui aantrekken. Als de zon schijnt, loopt de temperatuur op tot zo’n 25 graden. Niet zo verschrikkelijk warm, hoewel ik vind dat het dan een stuk warmer voelt dan bij ons. Zal ongetwijfeld verbeelding zijn.

Het is ongeveer 80 km. rijden naar Persepolis en we genieten van de bergen aan weerskanten van de weg. Aan de rechterkant heet het het Zagrosgebergte. Heel mooi is het als er in zo’n ruig berglandschap een eenzame zilver- of goudglanzende moskee ligt.

Het grote parkeerterrein is nog lang niet vol en op weg naar het ticket office zien we dat er een bescheiden aantal bezoekers is. Heerlijk! We waren op grote drukte voorbereid. De zon zit weer achter de wolken en daarom is de temperatuur ideaal om op zo’n complex rond te lopen.
Gerda heeft in de LPlanet gelezen dat je je rugzak niet mee mag nemen, dus voor we kaartjes gaan kopen, hebben we onze zakken volgepropt met alles van waarde. Na de inbraak op een parkeerterrein in Riga, laten we niks meer in de bus liggen.

 

 

 

 

 

 

 

 

In het kantoor staat een scanner voor de bagage en er is een depot voor de rugzakken. Behalve de kaartjesverkoper achter z’n loketje is er niemand en we lopen zo de deur weer uit richting entree, zonder dat er over rugzakken achterlaten wordt gesproken.

Da’s mooi: alles kan weer uit de broekzakken. Mijn broek zakte er een soort van af, zoveel moest ik kwijt in de zakken.
Te vroeg gejuicht: bij de kaartcontrole worden we teruggewezen naar het depot, terwijl langs ons heen mensen met allerlei tassen, veelal groter dan onze rugzakken, gewoon mogen doorlopen.
Wat een onzin is dit en waarom hebben ze daar bij het ticket office niks van gezegd?
We protesteren; Ger en ik wat heftiger dan Wim, maar die snapt ook niet wat nou eigenlijk het verschil is tussen een rugzak die je over één schouder draagt en een zeker zo grote andere tas die op dezelfde manier wordt gedragen. Steeds wijs ik op tassen van anderen:
“Look at that bag, can you tell me why she’s allowed to enter? What’s the difference, what are you afraid of?”
Je snapt het al: “The government says so”.
Daar blijft het bij, ondanks onze stennis plus de hulp van Iraniërs, die het met ons eens zijn en mét ons de mannen proberen te overtuigen.
We gaan terug, er blijkt een depot dichterbij te zijn, en stouwen onze zakken wederom vol. Wanneer we voor de tweede keer aankomen, biedt de man zijn excuses aan aan Gerda.
Afijn, we zijn niet onopgemerkt voorbij gegaan.

Persepolis wordt er niet minder om, wat een mooie site. Vooral de reliëfs vinden we prachtig.
Ik denk dat we er een uur of twee, drie hebben rondgelopen. Vrij vermoeiend: een paar tombes liggen hoog in de berg achter de ruïnes van de tempels en er is niet echt een pad naar toe. Steil naar boven en zorgen dat je niet uitglijdt. Bovendien is de zon weer gaan schijnen. Wim had trouwens een trap gevonden, maar dan nog.

 

 

 

 

 

 

 

 

Om een uur of drie hebben we het gezien. Nadat we bij de uitgang voor de tweede maal de excuses van de man aangeboden hebben gekregen, gaan we op zoek naar horeca. We willen wat eten, liefst met WiFi erbij, zodat er wat op het blog gezet kan worden en mail en app gecontroleerd.
Op het lege terras van een afgekloven hotel dat op het terrein staat, kan je alleen wat drinken en bovendien: “Problems with WiFi”.
Het wordt onze eigen lunch in de auto en daarna rijden we een paar kilometer richting Marvdasht om te kijken of daar nog een hotel of restaurant is met signaal. Bij het enige hotel dat we zien, loop ik naar binnen en kom in een totaal verlaten gebouw, zelfs de stopcontacten zijn uit de muren getrokken.
Dan maar onderweg bij een tankstation proberen, we moeten toch tanken. Ook dat gaat een beetje problematisch, omdat ze zeggen geen tankkaart te hebben voor ons. Uiteindelijk kunnen Wim en wij onafhankelijk van elkaar tanken, elk op een kaart van een andere vrachtwagenchauffeur. Bovendien laten ze ons wat meer betalen dan normaal is, maar goed, dat is een centenkwestie.
Prima signaal bij een koffietentje, waar we thee krijgen. Ja…krijgen; we mogen absoluut niet afrekenen.

Ook mooi

Iran en zijn monumenten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tijdens de terugrit genieten we van de Eagles: Hotel California. Een uur of zes zijn we thuis. O ja, dat had ik nog niet gezegd: we zijn teruggereden naar onze plek bij het kerkhof. Eerst komen er een paar knullen op een brommer langs, die alleen Farsi spreken en jawel….een half uurtje later, tijdens het koken, de politie en z’n maatje op de brommer.
Gerda staat hen te woord. Eerst hebben ze het over ‘danger’, even later is alles okay en weg zijn ze. Tijdens het eten hebben we zicht op de Noorderlucht, waar vele bliksemschichten onophoudelijk en tegelijkertijd de wolken verlichten. Een prachtig gezicht, alleen hopen dat ze daar blijven.

Menu van de dag: omelet met allerlei groenten en daarbij nog meer groenten: gegrilde aubergine en komkommersalade.

Vogel van de dag: wielewaal….hoogstwaarschijnlijk. We hebben hem of haar helaas alleen gehoord, niet gezien.

Dit artikel is geplaatst in Iran. Markeer de permalink als favoriet.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*
*
Website