Maandag 22 mei 2017
We worden wakker in de mist, nou ja…in de wolk dan. ‘t Is even schakelen; geen uitzicht en de kachel aan. Als we wegrijden, is het 13,5 graad.
De geplande route is Sari, Qa’em Shahr, Babol, Amol en dan zo’n 50 km. schatten we, richting Teheran, tot de afslag naar Baladeh.
Het blijft bewolkt en groen en na een tijdje beginnen de rijstvelden weer. Dit is niet het type landschap waar we opgewonden van raken.
Om niet de stad Sari in te hoeven, doen we inkopen langs de weg, waarbij het me moeite kost om 8 eieren te kopen. Eerst wil de baas dat ik er een hele tree neem.
“No, that’s too much, I just want eight”.
Als reactie steekt hij beide handen op: “Ten”.
Kijk, overal is over nagedacht en alles heeft een reden. We eten er vier per maaltijd en we hebben geen zin om die eieren lang te bewaren in dit klimaat. Dus twee keer 4, binnen een week op en dan verse halen. Bovendien worden de eieren niet voorverpakt verkocht, geen enkele winkelier heeft er tot nu toe moeilijk over gedaan en daarom herhaal ik resoluut: “No, eight” en maak een gebaar van ‘laat maar zitten anders’. Nu kan het wel. Aan zijn intonatie te horen, moppert hij daarna flink tegen zijn collega over dat stomme wijf dat 8 eieren wil. Of het gaat over ‘die klote-eieren’ die hij maar niet kwijt raakt en hier al weken liggen!
Was dit een inkijkje in onze dagelijkse strijd voor het bestaan in Iran of niet?
En wat betreft groentes: als we weer thuis zijn eten we het eerste half jaar geen courgettes, tomaten en minikomkommers.
Het blog, oftewel WiFi. De LPlanet noemt twee hotels in Sari: Badeleh (tophotel) en Asram (ook goed). We gaan voor het laatste, want we denken dat het min of meer langs onze route ligt. Omdat we geen plattegrond van Sari hebben, vraag ik aan één man of hij weet hoe we bij het hotel komen, waarop er zeven antwoord geven in het Farsi. Ik ben blij dat er iemand begint te tekenen, dat heeft tot nu toe goed gewerkt.
Vol vertrouwen beginnen we de route te volgen, maar of de tekening nou niet klopt of dat wij iets niet goed doen of een combinatie van beide, het Asram vinden we niet. We geven het op en luisteren verder naar Garmin die ons op professionele wijze naar Amol leidt. Tot ik ineens aan de linkerkant van de weg, hoog op een gebouw ‘Hotel’ lees en daaronder in rode letters ‘Asram’. Hadden we toch gelijk met onze aanname dat het op de route ligt.
De lobby is wat minder deprimerend dan die van het gemiddelde Iraanse hotel, wat helaas niet kan worden gezegd van het WiFi-signaal en de Nescafé. Je krijgt een pot heet water en een zakje poeder, waar een mix in zit van koffie, melk en suiker. Brrr.
“The WiFi is very weak”, zegt een aardige man, die even probeert of hij het sterker kan maken. Het is geen doen, wegwezen. Al was het alleen al voor Gerda, want terwijl ik nog aan het proberen ben en Wim over zijn phone zit gebogen, lult een andere man (de manager?) haar de oren van het hoofd in het Duits. Hij heeft nl. in Duitsland gestudeerd…enz. enz. Vriendelijk bedoeld misschien, maar niet te stuiten!
In Amol gaan we een nieuwe poging wagen.
Zo lang duurt het echter niet, want op weg naar Babol staat een reclamebord langs de weg met de naam van een snackbar en een WiFi-teken! De eerste keer dat we het zien in Iran; ik heb me al zo vaak afgevraagd waarom ze toch niet aangeven dat er ergens WiFi is. Ook op zijn gevel staat het bekende logo.
Leuke vent, Fast Food Sam, die redelijk Engels spreekt. Het is intussen half 2. Gerda en Wim gaan zich te buiten aan Iraanse hamburger en patat. Ik eet niks, want het blog vergt veel aandacht en tijd: het signaal is nl. niet zo snel als het food. Wel beter dan in het Asram en het lukt om één verslag te plaatsen. Het tweede moet wachten, dit vraagt teveel tijd.
Sam biedt ons tot slot een champagneglas aan, gevuld met iets dat schuimt als champagne, qua kleur op bier lijkt en qua smaak nergens op lijkt. Althans voor mij, Wim en Gerda zijn meer geporteerd voor dat soort drankjes.
Half drie vertrekken we voor de laatste etappe van vandaag. Tussen Amol en Teheran is een afslag. Op de kaart een wit wegje dat over zo’n 120 km. naar het Westen loopt, volgens de LPlanet door een prachtig berglandschap: Central Alborz, wintersportgebied.
Omdat we niet doorrijden naar Teheran, missen we de hoogste berg van het Midden Oosten, Kuh-e Damavand, 5671 meter hoog. Wij moeten het doen met de Darband Sar van 4542 m.
Onze eerdere missers in gedachten, is Gerda een beetje bang dat we ook deze afslag voorbij zullen rijden. Was niet nodig geweest, Baladeh staat duidelijk aangegeven.
Dat geeft rust; tijd om ons kamp op te slaan. We hoeven niet lang te wachten, er dient zich een ruime ‘parkeerplaats’ aan, nagenoeg uit het zicht van de weg.
Hollandse zomertemperatuur, we zitten al aardig hoog, maar de stoelen kunnen nog buiten. In de verte buien, die daar voorlopig blijven.
We zijn blij dat we uit het groen en uit de drukte zijn. Vóór en achter ons kale, ruige bergen. Onderweg hadden we het over een alternatief voor onze plannen hier in het Noorden: aan het stuk dat we tot nu toe hebben gereden, vinden we niks. De natuur spreekt ons niet aan en het is één grote verkeerschaos. Wat we vandaag aan achterlijk en gevaarlijk gedrag op de weg meemaakten, slaat alles wat we tot nu toe zagen.
Gerda en Wim hadden dus royaal geluncht, maar aten toch smakelijk mee van het menu van de dag: pasta met knoflook, tonijn en kappertjes. Gegrilde courgettes.
Jammer genoeg nog steeds geen vogel.
Vandaag las ik een mail van Jeroen, die iets probeert te doen aan de niet werkende koppeling tussen blog en Facebook. Hij had het over een ‘hardnekkige fout’ en denkt net zo hardnekkig na over een oplossing. Succes Jeroen!