Zaterdag 20 november 2021
Iets minder koud vanochtend, 12°, want … het is bewolkt, erger nog, er zitten zelfs een paar spatjes regen op de voorruit. Het moet niet gekker worden! Gelukkig hoeft het dak nog niet omlaag, hoewel dat nou ook weer niet zo heel lang duurt. Tijdens het koffiezetten, zet ook de regen wat door en we weten niet zeker of de bovenmatras vochtig zal worden als we een natte daktent inklappen. Zou niet mogen, maar hoe waterdicht is alles?
Onder licht gespetter en ook af en toe droog rijden we naar Miajadas, althans dat is de bedoeling. Er gaat iets fout als er op een kruispunt twee tegenstrijdige instructies op het navigatiescherm staan; bovenin het beeld staat een pijl rechtdoor, met tekst erbij die dat bevestigt, de rest van het scherm laat zien dat we rechtsaf moeten slaan. Begrijpelijke verkeersborden zijn er niet en we kiezen voor rechtsaf. Daarna hebben we de boel een tijdlang niet echt onder controle en weer moet ik denken aan het feit dat we op geen enkele eerdere reis dit soort problemen hadden. We laten ons plezier er niet door bederven, en genieten van het typische landschap met veel ondergelopen land. Rijstteelt?
Ineens roept Ger: “Een ijsvogel, hier op een paaltje!” Ik zag hem niet, maar de honderden kraanvogels die we direct erna op het land zien staan, zijn niet te missen. Wat een prachtige vogels, ze vliegen soms even op en dalen dan weer. Misschien zijn ze angstig voor onze auto. Verder is er een grote wolk kleine vogels, die van links naar rechts over de weg golft. Welke zouden dat zijn? Zodra we stilstaan pakt Gerda de kijker en komt terug met de verlossende mededeling: “Het zijn mussen!” Hahaha.
Uiteindelijk komen we bij Trujillo, vanwaar we weer een speelse route plannen richting Plasencia. Het wennen aan Nederland begint; 11°, en druppels die op regen beginnen te lijken.
Na het vrij vlakke, licht gekleurde landschap waarin we de kraanvogels zagen, rijden we door een heuvelachtige, wat somber aandoende omgeving. Eindeloze donkergroene bomen, kurkeiken misschien. Wel goed om te zien dat daar runderen tussen lopen en ook ibéricovarkens, lekker in het gras en de wilde planten. Ik weet niet hoe ze er zelf over denken, maar het lijkt me hier voor deze dieren een hemel op aarde vergeleken met het kale perceel, waarnaast we met de bus stonden, en waarop ze steeds dezelfde rondjes liepen, terwijl ze probeerden om wat vers groen door de omheining heen te pakken te krijgen.
We lunchen bij de Rio Tozo, geheel en al toevallig omdat daar een mogelijkheid is om even naast de weg te staan plus dat er een naambordje met de naam van de rivier staat. Als dat er niet was geweest, waren we niet op het idee gekomen dat er water in de buurt zou zijn. Dit om jullie een idee te geven van de belangrijkheid van deze waterweg.
Nee, dan de Taag, oftewel de Tajo! Ineens zijn er wél parkeerplekken langs de weg, waar we dankbaar gebruik van maken al was het alleen maar om te plassen. Blijkt dus dat die plaatsen zijn aangelegd vanwege het prachtige uitzicht op de Taag en terecht. De eerste keer dat we er uitstappen worden we verrast door de rivier in de diepte en een groep gieren die erboven cirkelt. De natuur wordt ruiger, met kale rotsformaties, herten op de wegen waarschuwingsborden voor lynxen. We stappen niet uit bij elke ‘mirador’, maar van wat we vanuit de auto zien, begrijpen we dat de bedding van de rivier hier en daar een apart schouwspel biedt.
En dan voert de weg ons ineens over de dam heen van het stuwmeer van Torrejón. Het brengt naast verrassing ook verwarring met zich mee; de navigatie spreekt ineens van ‘onbekende weg’ ook ná de dam en moeten we nou terug of een wegje omhoog nemen waar alleen een bordje ‘miradores’ staat? Het laatste en het komt allemaal goed. Mooie route, mooie weg.
Casatejada: het eerste wat we zien van het dorp is een bescheiden arena met een parkeerplaats plus zo’n bordje waarmee wordt bedoeld dat je je campertoilet er kan uitkiepen. Het ligt buiten het dorp in het land en we zouden er best willen staan, ware het niet dat er een hek voor de ingang staat dat op slot is.
Het lijkt verder wel een dorp waaromheen we een plek zouden kunnen vinden. We bekijken het van vele kanten, maar makkelijk is het niet, mede doordat het heeft geregend en veel plaatsen naast de wegen te drassig zijn geworden. Ook zien we een bord langs de weg, waarop staat aangegeven dat er een kilometer of vijf verderop een ornithologisch centrum is. Daar is vast plaats voor auto’s, alleen kiezen we er niet voor om nog verder te rijden. Je voelt het al, toch komt het ervan. We vinden hier niks en de tijd dringt, straks wordt het donker. Om niet opnieuw teleurgesteld te worden, checken we het op Park4Night en wat daar staat, klinkt niet slecht. We komen terecht bij Saucedilla, waar in een houten hokje een vrouw zit, die zegt dat we er mogen overnachten en wijst naar een plek iets verder het land in bij de vogelhut. Gerda gaat even op onderzoek uit, maar zegt dat de grond daar door de regen veel te drassig is en risico geeft voor vastzitten morgenochtend. Dus blijven we bij de kiosk staan. Niks meer aan doen.
Tijdens het eten en eerder op de dag bij de lunch werd ik wederom geconfronteerd met de zegeningen van de verpakkingsindustrie, waarover later mogelijk meer.