Donderdag 25 mei 2023
Zo rustig als de nacht was, zo lawaaiig wordt de ochtend.
En dan heb ik het niet over het gewone komen en gaan van auto’s met mensen die hier voor hun werk moeten zijn. “En waarom zouden ze dat werkautootje van de gemeente hier hebben geparkeerd?”, vraagt Gerda zich af. Nu de gordijnen open gaan, zie ik het ook staan, de laadbak vol met allerlei materiaal, maar er zijn geen mensen bij.
O, daar komt de buurman met zijn dochtertje naar buiten! Voor ze wegrijden, bedanken we hem nogmaals hartelijk voor zijn gastvrijheid.
Intussen is op het golfterrein een man bezig om het gras nog net iets korter te maken. Het serieuze kabaal begint als de werklui zijn gearriveerd, die in het huis tegenover ons aan de slag gaan. Er klinken klappen alsof ze met grote hamers muren aan het slopen zijn en de boren doen driftig mee. Zelfs de ekster in de boom achter ons kekkert van opwinding. Na een tijdje zegt Ger: “Het is net of ik nog een ander geluid hoor, het lijkt wel van zo’n grastrimmer”. Het zal toch niet….jawel, nu hoor ik het ook en het komt deze kant op. Gerda wil het zeker weten, want ze heeft er geen zin in om weer de hele auto onder het stof te laten waaien, binnen- en buitenkant. Ze komt terug met de boodschap dat dat zeker gaat gebeuren, dus laten we snel het dak zakken en gaan om de hoek in een rustige straat staan om onze eigen werkjes af te maken. Helaas…nog vóór we klaar zijn, komt ook hier één van die kerels met zijn trimmer aan en weer in onze richting. Belachelijk, er is geen gras van betekenis te zien; alles wat hij doet is stof laten opwaaien, want dat is er genoeg! Als we voor de tweede keer de auto verzetten, zie ik hem op een bepaalde manier naar ons kijken. Ik verdenk hem ervan dat hij er lol in heeft om ons weg te jagen. Dat we toch steeds ‘achtervolgd’ worden door die grastrimmers! Het begon immers al in Frankrijk, bij Nohant-Vic.
Alvorens te vertrekken, gaan we nog even in het Centro kijken, waar ik het gisteren over had. Het gaat helemaal over het milieu van deze streek. Een zaal met aquaria en terraria (heten die zo?), waarin vissen, kikkers, slangen etc. zitten. Verder veel educatief materiaal gericht op scholieren en allerlei werkstukken aangaande het milieu, die door de scholieren zelf zijn gemaakt. Ik zeg maar zo: jong geleerd, oud gedaan.
We gaan verder naar het Zuiden de kust langs. Ons eerste doel is São Jacinto, om reden van de ligging op de uiterste punt van een landtong. Het wegje ernaartoe begint bij Furadouro, loopt direct langs de Ria de Aveiro en dat lijkt ons een mooie rit. Het water is breed, heel stil en we zien geen vogels. Wel liggen hier en daar de typische ‘Aveirobootjes’ waarvan de boeg een lange punt heeft en de achterkant een korte.
Op de boulevard van Furadouro drinken we koffie. De zee blijft mooi, ons enthousiasme over de stranden en duinen wisselt, maar de architectuur van deze kustplaatsen haalt het niet bij wat we aan de Spaanse westkust zagen. Nu moet ik wel zeggen dat we hier denk ik, meer dan in het Spanje dat ik beschreef, te maken hebben met uit de grond gestampte ‘dorpen’ aan zee, terwijl het oude originele dorp een eindje het binnenland in ligt. Maar dit alles verzin ik ter plekke.
En wat ik steeds zei: “Dit is toch een omgeving voor flamingo’s”, wordt bevestigd. Ze zijn er! Weliswaar niet veel, maar toch! Sternen en wouwen zien we ook.
São Jacinto heeft iets vreemds; net geen einde-van-de-wereld-dorp, maar het doet er aan denken. Waarschijnlijk door het zien van de visrestaurants hier, voelen we ons tekort aan vis knagen en vol verwachting schuiven we aan op het terras bij O Santos. Gerda heeft al weken zin in schelpjes, de amêijoas, die op de kaart staan met koriander. Ik kies voor grote garnalen, de keuze is namelijk grote of kleine. De vrouw komt terug met de mededeling dat de grote er niet zijn, dus doet u dan maar de kleine.
Doet me denken aan die keer dat we in Polen een oerbos zouden bezoeken om o.a. de wisent te zien. We komen bij de ingang en willen een kaartje kopen. Zegt die man: “Heute nur kleine Tiere”. We kwamen niet meer bij en zijn het bos niet ingegaan. Hoe weet zo’n man nou dat er op bepaalde dagen geen grote dieren zijn? Deze vraag is nooit beantwoord.
Als de vrouw het schoteltje garnalen bij me neerzet, is al mijn blijdschap in één klap verdwenen. Hoe durf je dit aan je gasten voor te zetten? Ten eerste zijn het ongepelde garnalen, maar dat geeft niet, want al zeg ik het zelf: ik ben een meesteres in het pellen van (Hollandse) garnalen. Alleen…deze zijn zo vreselijk klein, een enkele uitzondering daargelaten, dat er eigenlijk geen pellen aan is, ook al niet omdat het vlees niet los komt van het pantser. Ik ben er gewoon mee gestopt, bekijk het. Als klein gerecht was er verder, qua vis, niets meer. Dus nam ik als troost een vissoep, die nergens naar smaakte, waarbij ik wel moet vermelden dat mijn smaak en/of reuk sinds een val van een paar jaar geleden niet optimaal meer is.
De laatste 15 kilometers naar Praia de Mira rijden we over een betonnen weg langs een eindeloze reeks saaie, lelijke huizen.
Ook de bebouwing bij dit strand vertoont alle kenmerken van de verwoestende kracht van het toerisme.
Waar gaan we slapen? We rijden een paar keer de hele boulevard langs en verder nog, tot aan de parkeerplaats bij een strandovergang, waar een verbodsbord voor campers staat. Zijn wij wel een camper?
Gerda denkt, optimistischer dan ik, dat we gewoon een rustige plek op de boulevard kunnen zoeken en daar ons bivak opslaan. Na een tijdje denk ik dat ze best wel eens gelijk zou kunnen hebben. En daar staan we dan. Uitzicht op strand en zee, eerste rang.
Menu van de dag: gebraden verse worstjes. Roerbak groene paprika met prei en sojasaus.
Zei ik al dat het in Portugal een uur vroeger is dan in Nederland?
Weer zo’n mooie. “De verwoestende kracht van het toerisme”.
Helaas ook mijn constatering als we weer een terug waren op die mooie serene plek die we jaren ervoor ontdekt hadden en nu opgeofferd was aan harde buitenlandse toeristenvaluta.
Ja, fijn (maar niet echt natuurlijk!) dat je het herkent. Het moest verboden worden!
Heel moeilijk om aan die overigens prachtige kust, nog echt mooie plekjes te vinden. Campings zijn oha een regelrechte ramp. Lijken meer op parkeerplaatsen dan op kampeerplaatsen. Vandaag een hele dag gereden om iets te vinden dat ons voor twee dagen bevalt. Vanaf zondag hebben we een heel leuk, modern 3k villaatje gehuurd, dan komt dochter Sofie een week. Grappige afwisseling.
Ja, tot nu toe ging het bij ons goed hoor. Maar we denken idd dat het lastiger zal worden en drukker ook. Bah! 😉 Veel plezier in jullie villa! Geniet!