Woensdag 27 februari 2019
Sorry dat ik jullie er mee verveel: het ontbijt.
Negen uur: het brood en alle beleg zijn op. Ananas heb ik het niet meer over, de oogst is duidelijk voorbij. Nou Riet, scoren wat er nog te scoren valt, voor dat ook op is. Er is nog een krappe portie yoghurt in de schaal, die is voor mij. Ah, daar komt het berghoofd! Ik maak haar attent op de tekorten, maar ze heeft nu even iets anders te doen, begrijp ik. “Moment”, zegt ze en gaat weg.
Even later verschijnt ze weer en ik wijs haar voor de tweede keer op de lege broodmand en het blad zonder beleg. Ze wordt duidelijk sjagrijnig en zegt:
“Du musst geduldig sein”. Zo, die durft!
Ik ga braaf aan tafel zitten, evenals een ander stel, dat ook net binnen is en naar mij kijkt op een manier van laten we ons maar koest houden. Het komt goed: ze zet nieuw beleg neer en in de grote mand zitten wel 4 sneetjes brood!
De kleinkinderen hebben alleen vanochtend les, tot 12:30 uur. Het idee is dat we eerst samen lunchen op de piste en daarna met z’n allen skiën. Om in lunchtermen te spreken, één en ander loopt een beetje in de soep. Wij nemen ongevraagd aan dat de kinderen hierboven les hebben en we elkaar zo rond een uur of één ergens zullen treffen. Het zit echter heel anders in elkaar.
De jongens hebben beneden les. Als ze klaar zijn krijgt Sebastiaan een niet zomaar te stelpen bloedneus. Daarna moet het gezin lopend naar de cabinelift en als je daarmee boven bent aangekomen, is het nog wel een uurtje skiën naar de lunchtent die we zijn overeengekomen! Van niks wetend, zijn wij vanaf een uur of 1 ter plekke en brengen de tijd door met de overigens prima pistes daar in de buurt verschillende keren af te gaan. Misschien is het ook ergens goed voor. Vanochtend is Gerda minder fit dan gisteren.
De zon brandt in elk geval aan de hemel en we hebben tijd om een liftmeneer te observeren, die op unieke wijze de orde handhaaft rondom zijn huisje. Als mensen, nadat ze zijn uitgestapt, bijvoorbeeld te lang op een plek blijven hangen die hem niet aanstaat, blaast hij op een scheidsrechtersfluitje en gebaart dat ze ergens anders heen moeten.
In elk geval lunchen we heel gezellig en lekker! Ze hebben hier groente, waar ik al dagen naar snak! Een overheerlijke koolsla! (Vincent! ;)) En voor wie Gerda een beetje kent, zal het geen verrassing zijn dat ze aan de spaghetti gaat.
Net als we de ski’s onderklikken om verder te gaan, komen de vrienden van Maarten en Francien langs en met de hele groep maken we nog een stel lekkere afdalingen. Sebastiaan maakt weinig bochten en gaat daarom snel, het kost me nu en dan moeite om hem bij te houden. Olivier doet het ook heel goed! Maarten neemt hem onder zijn hoede en praat hem heel lief en geduldig de helling af, terwijl hij hem leert hoe de bochten te maken. Ik realiseer me hoe apart het is om met kleinkinderen hier te zijn en nog mee te doen! Hoewel, als je in een skigebied bent opgegroeid, is het vast regen en wind dat je op latere leeftijd nog skiet.
Toen we, wachtend op de aankomst van het gezin, hier in een skilift zaten, stonden er onder ons in de sneeuw drie jongens sneeuwballen te gooien naar mensen in de lift. De lift kwam daar zo laag over dat ze mensen ook raakten. Papa en mama zaten op een bankje te lunchen en vonden het allemaal best. Voor mij vreemd. Ik vind het helemaal niet leuk om bekogeld te worden, zonder dat ik iets terug kan doen. Als het mijn kinderen waren geweest, had ik het hen verboden.
Wij werden ontzien, met de uitroep: “O, dat zijn twee oude oma’s”!
Nu maak je mij daar niet blij mee: ik haat het om door vreemden aangesproken te worden met ‘oma’. Ten eerste weten ze niet of ik kleinkinderen heb en ten tweede spreek ik andere mensen ook niet aan met ‘mama’, ‘papa’ of zoiets. Stel dat ik een kamer met mensen binnenkom en tegen een paar vrouwen zeg: “Ah, daar zie ik twee dochters”!
Wat wil het toeval? Een poosje na het sneeuwballenincident komen we bij een lift, waar we aangesproken worden door een jongen van een jaar of 9. Hij wil door de poortjes om in de skilift te komen, alleen, hij heeft zijn jack plus skipas boven aan de piste laten liggen. Of we hem kunnen helpen. Ineens herkennen we hem als één van de sneeuwbalgooiende broers.
Gerda had vanuit de lift teruggeschreeuwd: “Je mocht willen dat je zo’n paar oma’s had”!
Ze kan het nu bewijzen, trekt hem tegen zich aan en zegt: “Als we snel zijn, kunnen we volgens mij samen door dat poortje”. En jawel, het lukt! Zonder te bedanken, verdwijnt hij naar boven.
Als we daarna weer over de sneeuwballengooiers heen komen, krijgen we alsnog een sneeuwbal tegen ons aan.
Onder aan de cabinelift scheiden onze wegen. Gerda en ik vangen de barre tocht aan naar Garni Toni. Daarna wijn, boodschappen, afhaalpizza.
En je gelooft het niet: kwart voor acht, sleutel in het slot van onze kamerdeur! Ger is er als de kippen bij: Karin! Hetzelfde verhaal als gistermiddag. Ze moet de Fenster controleren. Of die wel dicht zijn. Eh..in dit geval de deur. Overdag zet ze de ramen en/of deuren open zegt ze en dan twijfelt ze er soms aan of ze die later dicht heeft gedaan!
Ik geloof er geen zak van! Wat een k..verhaal! Ze denk dat we weg waren, omdat ze ons tegen zevenen zag vertrekken voor de boodschappen en ons niet heeft zien thuiskomen! En mocht het waar zijn, dan heb ik morgen een hartig woordje met haar te spreken. Als de deur open staat kunnen mensen vanaf het balkon naast ons zómaar onze kamer binnen. Kluisjes doen we hier niet aan en o.a. de iPads liggen voor het grijpen. Gelukkig nemen we alle betaalkaarten mee de piste op. Bovendien heeft ze er helemaal niks mee te maken wat wij doen met die deur. Laat ze blij zijn dat wij hem dicht houden als we er niet zijn.
Maar dit is typerend. De mensen hier willen controleren wat hun gasten doen, wat ze op hun kamer hebben etc. etc. Ik voel het aan alles. Als ik hier binnenkom, probeer ik zo snel mogelijk de trap te bereiken zonder dat ze me zien! In plaats van met hun gasten zijn ze met zichzelf bezig. Morgen ga ik haar zeggen dat ze als wij weg zijn de deur dicht heeft te laten, zodat er geen mensen ongevraagd en ongezien onze kamer binnen kunnen komen.
Voorts is Gerda het met me eens dat we morgen maar eens in de skibus moeten naar Wolkenstein. Kijken hoe het daar is met de pistes.
Ergernis van de dag:
Dat ik gisteren vergat te melden dat we een notenkraker in de top van een naaldboom zagen zitten!
Last week the east coast of Australia was threatened by a cyclone called ’Oma’! How dare they!
Juist goed! Dat is nog eens een ander rolmodel!
Onze notenkraker ligt hier op de schaal.
En eh, is jullie schoondochter pas zestien?
Is die van jullie dood dan? Ennuh…zestien? Waarom denk je dat?
Omdat ze er zo piepjong uitziet.
Haha! Dit is dan letterlijk gezichts-bedrog!
Fijngeknepen
Ja, zou goed kunnen!
Ik geloof dat ik al weet wat jullie beoordeling zal zijn op alle reissites over dit hotel!!! En dan voor de eerste nacht al 130 euro moeten betalen. Veel te duur!
Ik denk dat je op alle fronten gelijk hebt!! :))