Zaterdag 3 juni 2023
Het is heerlijk om wakker te worden en te zien dat de zon het zeewater mooi laat oplichten.
“Voelde jij ook dat er aan de bus werd geschud vannacht en dat er iemand naast stond te pissen?”, vraagt Ger. Huh? “Nee”. Gerda denkt niet dat ze het heeft gedroomd, maar ik geloof niet dat ik daar doorheen geslapen heb. We laten het zo.
Onze buurman vertrekt in een jagerstenue, maar dan voor de onderwaterjacht, naar zee. Volgens mij heeft hij ook een soort wapen bij zich, een speer of zoiets. Even later zie ik in de buurt van de kleine rotspartijen in het water een oranje ding drijven, dat steeds wat van positie verandert en ik verzin dat de buurman dat aan zichzelf heeft vastgemaakt om surfers en boten te waarschuwen dat hij daar bezig is onder water.
Aan onze andere kant parkeert een jong stel en in plaats van naar zee te lopen, gaan ze zitten praten. Dat wil zeggen er lijkt iets met hem aan de hand te zijn, want zij is hem intensief aan het troosten. Als hij begint te huilen, loopt ze om, doet zijn portier open en gaat op de treeplank zitten om nog dichter bij hem te kunnen kruipen. Hun portierramen staan open en omdat ze op niet meer dan een meter van ons vandaan staan, heb ik onze gordijntjes aan die kant maar gesloten. Wat een gênante vertoning is dit. We proberen het verder te negeren, tot het escaleert: zij stormt uit de auto, hij erachteraan en we horen een doffe dreun. Slaat hij haar? In de achteruitkijkspiegel zie ik dat zij achter de auto’s op de grond zit en hij staat dicht over haar heen gebogen. We hebben niet kunnen zien dat er fysiek geweld werd gebruikt. Terwijl hun ‘discussie’ doorgaat, moeten wij ook door met onze rituelen. Zo zijn we steeds rond de auto bezig, terwijl zij intussen samen vlakbij op de grond zitten, we moeten nog net niet over hen heen stappen. Om langs onze eigen auto te kunnen lopen, moet Ger wel even hun portier dichtslaan en ‘sorry’ zeggen. Het interesseert hen niet.
Als de buurman van de jacht terugkomt met een grote pulpo en zich achter zijn auto begint om te kleden, vinden ze het blijkbaar tijd om een meter of wat op te schuiven. Ze blijven op de vieze grond, waar camperaars hun vuile water en zo (!) weggooien, zitten roken, terwijl hun emoties langzaam tot bedaren komen. De buurman vertrekt en niet lang daarna volgt het stel zijn voorbeeld.
Voor we zelf verder gaan, vliegen er nog een stuk of wat zwanen voorbij over zee, met dat prachtige zoevende geluid dat bij hun vleugelslag hoort.
Onderweg bij Laredo steken we de rivier de Treto over, die door een prachtig estuarium loopt of dat zelf heeft doen ontstaan, dat weet ik niet, ben ik niet deskundig genoeg voor. Erg mooi in elk geval. En we zien koereigers: vogel van de dag.
We hebben twee doelen voor vandaag: eerst boodschappen bij de Lidl en dan door naar het Guggenheim in Bilbao. Het is de tweede keer dat we naar dat museum gaan en ik zou niet meer weten hoe het toen met parkeren ging. Het museum zelf heeft geen parkeervoorzieningen voor bezoekers, dus we rijden aardig wat in de rondte, want we blijken niet de enigen te zijn. Het komt goed in de vorm van een parkeergarage met een heel nauwe toegang, waar je bijna met ingeklapte spiegels doorheen moet om over de bochten maar te zwijgen.
Maar het is dicht bij het museum, dat dan wel weer. Eerst naar de Bistro, we hebben trek. Gerda neemt een huzarensalade en ik drie pintxos: gevuld ei met garnaal, paddenstoelentaartje met Ibericoham en stukjes rauwe, gemarineerde kabeljauw aan een stokje. Erg lekker allemaal en daarbij een glas Rioja.
Op naar de exposities. Naast een verdieping met kunst uit de eigen collectie, zijn er twee etages met werken van Yayoi Kusama, Oskar Kokoschka en Lynette Yiadom-Boakye. Vooral naar de laatste waren we erg benieuwd en we werden niet teleurgesteld. Heel mooi werk. Na een paar uur slenteren en staan, zijn we te moe en is het te laat om nog naar de kust te rijden voor een slaapplek. Daar zijn we, zeker als het tegenvalt, zomaar weer een uur of zelfs twee mee bezig. We willen het liefst in of net buiten Bilbao wat vinden. Valt niet mee en we ontdekken dat er een camping op een heuvel ligt net buiten de stad. Moet maar dan.
De rit ernaartoe is niet fijn; de navigatie weet er duidelijk geen raad mee; heeft het over ‘linkerbaan aanhouden om rechtsaf te slaan’ bijvoorbeeld. Met ware doodsverachting klimmen we kilometers 16° in z’n één over een heeeeel smal wegje, inclusief haarspeldbochten en dan aan het eind, bovenaan, direct scherp rechts een vrij drukke weg op!
Uiteindelijk komen we bij een camping, waarnaast tot onze verrassing een levensgroot parkeerterrein ligt, met uitzicht, waar al een stuk of wat campers op staan. Ok! We doen mee! Het slechte nieuws is dat ons wordt verteld dat gisteravond alle camperaars door de politie zijn weggestuurd en…. dat de camping vol is. Dat verandert de zaak. We willen niet moeten opbreken vanavond, we willen ook niet op pad om een alternatief te zoeken, dus: “Laten we nog even informeren bij de camping”, zeg ik tegen Ger, “als ze de maat van onze bus zien, hebben ze misschien nog wel een plekje voor ons”. Zo gezegd, zo gedaan en…succes! Ondanks het feit dat ze nog 17 motorhomes verwachten vanavond.
Nou hier staan we dan met uitzicht op de lichten van Bilbao. Het is rustig, behalve een heleboel knetterend vuurwerk, dat zonet ergens hieronder werd afgestoken. En ergens in de verte bonkt muziek…
Menu van de dag: gebakken verse tonijn met knoflook, groene asperges.
Ik weet niet of ik dit verhaal nog geplaatst krijg, het 4G signaal is miniem en valt af en toe weg. Misschien beter om te wachten tot morgen.
Ik zou wel benieuwd zijn wat er met dat stel is gebeurd. Maar ja , zegt het spreekwoord niet “was sich liebt das neckt sich”? Of zou dat in het Spaans niet bestaan?
Tja, ik ben er niet echt benieuwd naar. En dat spreekwoord…ik heb het tijdens mijn HAVO-Spaans niet geleerd in elk geval. Maar…een bizar gedoe toch?