Zondag en maandag 15/16 september 2024
Gisteravond om half elf…de roep van een uil. Nadat we op internet enkele geluiden hebben vergeleken, weten we het zeker: de bosuil, met af en toe die bibber in zijn roep.
Met dit ochtendlicht wordt zelfs het maisveld achter de auto de moeite waard om te fotograferen. Niks ten nadele van mais, maar ‘t is niet zo dat mijn hart opspringt elke keer als we een maisveld passeren.
En dan elektrische auto’s….terwijl onze gordijnen nog dicht zijn, is er blijkbaar één naast ons komen staan, niks van gehoord. Je zal maar half in je blootje de auto uit stappen omdat je denkt het rijk nog alleen te hebben! “Ze hebben zelfs een hond bij zich”, zegt Gerda, “daar hebben we helemaal niks van gehoord”. “Da’s natuurlijk ook een elektrische”, is mijn conclusie. De kat die hier al rondscharrelend van zijn vrijheid geniet, is in elk geval echt.
Wat jullie nog niet weten, is dat wij gisteren een heel verrassende app kregen van onze vriend Karel, waarin hij ons, samen met zijn vrouw Judith, uitnodigde om hen te komen bezoeken in de plaats Dalen, waar ze nu wonen. Zij behoorden jarenlang tot een groepje mensen waarmee we naar de jaarlijkse uitvoering van de Matthäus Passion in Aardenburg gingen, en waar we bijzonder mooie herinneringen aan hebben. Elk jaar denken we met enige weemoed terug aan die tijd.
Omdat het Dwingelderveld, waar we vandaag willen wandelen, met een beetje goeie wil op de route ligt naar Dalen, besluiten we om te vragen om ze ons vandaag kunnen ontvangen. We zijn van harte welkom, wat een fijn vooruitzicht.
Maar….eerst maak ik de bus in orde voor vertrek, terwijl Gerda een rondje loopt, waarbij ze een pimpelmees parmantig ziet zitten op het stokje onder de ingang van zijn nestkast, vogeltje van de dag. En dat terwijl uit het huis ernaast de geur komt van vers gezette koffie.
We vertrekken, nog zonder koffie, langs de Kolonievaart en daarna langs de Norgervaart; zou kunnen dat je er nooit van hebt gehoord..geeft niks hoor. Wat opvalt is, dat Drenthe meer bomen heeft in het landschap dan Friesland.
Vanaf Assen worden we de A28 opgestuurd door Maps, wat natuurlijk wel opschiet, maar niet echt inspireert. Dus kies ik een route over binnenwegen, zodat we koffie kunnen drinken met uitzicht op een klein meer en een wei met brand-, kol-, en grauwe ganzen, zilvermeeuwen, aalscholvers en een roofvogel met witte borst (een befbuizerd?). Er arriveren vissers die een handkar volgeladen met vistuig, wat het ook allemaal mag zijn, zelfs een tent erbij, door het oneffen terrein voortduwen naar ‘de grote vijver’, zoals ze die noemen. Wat ze daar vangen? Karpers. Okay…ook nog wel wat ander vissen mag ik hopen.
Wij vervolgen onze weg en zeker in het begin rijden we bijna steeds op een weg met aan weerskanten bos en bruine borden die aangeven dat dit tot het Dwingelderveld behoort. Prima, maar wij hebben een andere voorstelling van ‘veld’ en daarbij komt dat we niet echt van bos houden. Als we op de plaats van bestemming aankomen, ziet het er anders en beter uit vinden we. Alleen zijn er weinig parkeerplaatsen, een stuk of tien, allemaal bezet. In één van de geparkeerde auto’s zit een man op zijn vrouw te wachten, die net terugkomt van een wandeling met hun hond. Dat treft, als zij en de hond zijn ingestapt en dan vertrekken, kunnen wij op hun plaats staan. Er gebeurt niks, de auto blijft staan. Op den duur loop ik ernaartoe en vraag of ze van plan zijn weg te gaan. “Nee, nog niet”, antwoordt zij. Ik vraag: “Hoe lang duurt het nog denkt u?” “Nou…een minuut of tien”, zegt ze. Ongelofelijk, ze zitten daar gewoon te niksen. Als ik wil weglopen, roept ze me terug met de woorden: “Nou…wij kunnen natuurlijk ook even ergens anders gaan staan, dus komt u maar”. Ik geef hier verder geen commentaar op.
We hebben een mooie wandeling over wat de Kraloër Heide blijkt te heten, maar onderdeel van het Dwingelderveld.
Na onze lunch in de auto, rijden we zoveel mogelijk over secundaire of tertiaire wegen richting Dalen. In Ruinen staat de kerkdeur open, maar tegen de tijd dat wij daar zijn aangekomen om de kerk te bezichtigen, is de deur dicht: concert. Terug naar de auto en dan rijden we zonder tussenstops over meest kaarsrechte wegen met aan weerszijden om de zeven meter een flinke boom, naar Karel en Judith. Niet zonder slag of stoot, want ondanks het feit dat Karel ons per app goed heeft geïnformeerd, moet ik toch even bellen om te horen wat we fout doen. Zoals Judith zegt bij onze begroeting: het zijn de eigenwijze mensen, die deze fout maken. Er zit wat in.
Als de verloren dochters worden we ontvangen en krijgen eerst een rondleiding om en in het huis. Moestuin, kruiden, jonge fruitbomen, brandhout voor drie jaar, overal ruimte om buiten te genieten van een uitzicht dat schier eindeloos is. Rust en ruimte! Als er geen afscheiding tussen zat, zouden de nu gezapig grazende koeien zó de tuin inlopen.
We gaan aan de wijn, de verhalen vliegen over en weer; wat een feest om hier samen te zijn. Dan gaat het vuur in de buitenkachel, annex oven, die behalve meer warmte brengt dan er al was, ook de eigengemaakte pizza’s perfect gaart. Hoe goed wil je ‘t hebben?
Om een uur of negen moeten we ons losrukken uit deze weldadigheid om dit alles vast te leggen o.a. voor jullie, hooggeacht publiek! Gevoelsmatig kan ik nog uren blijven zitten praten….
Omdat voor mij schrijven ook veel denken is, gaat het nooit heel snel en om elf uur is het mooi geweest. Morgen, vandaag dus, de rest. Ziehier het bewijs.
Het menu van de dag heb ik al verklapt.
Bij de naam Dalen moet is steeds denken aan een lied dat in Johannes de Heer staat en als volgt begint:
Op bergen en in dalen en overal is God!
Waar wij ook immer dwalen of zitten daar is God!
Yes Riet I have sung that song many times in my younger years!
What a treat to stay at such a beautiful place at your friends.