Zondag 21 mei 2023
Half tien. We hebben nog niet één wakkere Spanjaard kunnen betrappen. De enigen die zichtbaar aan de dag zijn begonnen, zijn wij en de twee andere Nederlanders met de T2. Gelukkig hoefde ik dus geen hond te eten bij het ontbijt.
“Ik was helemaal alleen in het toiletgebouw”, zegt Ger, die terugkomt van het douchen, “niemand op de wc, niemand anders onder de douche of bij de wastafels. Moet je in Nederland eens op een camping kijken om deze tijd”. Ik ben bang dat ze gelijk heeft. Ook als ik ga, ben ik de enige. Kan niet beter.
Om te gaan douchen op een camping moet ik mezelf streng toespreken: geen gelul Riet, lekker even afspoelen en je haar wassen… Maar dat geëtter in zo’n hokje, waar je je kont niet kan keren! En dat is toch het minste wat je wil tijdens het douchen. De spullen en kleren die je bij je hebt, kan je niet goed genoeg kwijt en wat dacht je van met je voeten in de haren van iemand anders staan? Genoeg hierover, vanochtend is de douche die ik binnenkom nog droog.
Ik snap nu ook beter dat die stranden leeg blijven. Als je om een uur of tien nog moet ontbijten, koffie drinken etc. dan blijft er niet veel tijd over om naar het strand te gaan, want om een uur of twee moet de belangrijkste maaltijd van de dag op tafel staan en…worden genuttigd. Tussen het einde van deze ‘lunch’ om een uur of vier en de zoete hap van rond zes uur, wordt de siësta gepropt. Omdat de avondmaaltijd lichter is dan de lunch en zeker niet voor een uur of negen begint, zou er dan in de vroege avond nog naar het strand gegaan kunnen worden. Maar misschien is dat net zoiets als bij mij met de campingdouche: je moet de discipline wel kunnen opbrengen. Maar om terug te komen op dat campingleven: wat een zenuwlijders zijn wij dan vergeleken met de Spanjaarden hier.
En ze hielden zich ook aan de rustregels van de camping. Op een bord staat dat het na middernacht stil moet zijn en verdomd…hoeveel kabaal ze ook maakten, dat hondje incluis, tussen half twaalf en twaalf uur viel het helemaal stil en dat is zo gebleven tot zeker 10 uur vanochtend.
Kortom, wij zijn goed te spreken over ons verblijf hier.
We volgen steeds de kustweg en de aaneenrijging van stranden verveelt geen moment. Nergens zijn resorts, golfterreinen, grote hotels of appartementencomplexen. Alleen maar strand, lage duinen en een bescheiden parkeerplaats, waar je dan ook nog ‘s nachts mag blijven staan. Zoals hier aan het Plaia de Seiras bij het dorp Queiruga, waar we koffiepauze houden en het strand even inspecteren op glitters en schelpen.
De daaropvolgende lunch langs de snelweg naar Pontevedra is een stuk minder romantisch.
Deze stad en ook Vigo liggen heel mooi aan veel water, waar ons onbekende rivieren in uitmonden, maar wat is het volgebouwd! Ik merk dat ik er zo snel mogelijk langs wil en kijk letterlijk uit naar het moment dat ik tussen alle bebouwing weer gaten zie vallen. De kust blijft mooi, maar anders; er zijn bijna geen stranden meer. In plaats daarvan spoelt de branding over grillig gevormde lage rotspartijen.
Om een uur of vier, half vijf willen we ermee stoppen. We zijn in de buurt van Arrabal en op de kaart staat een klooster aangegeven. We volgen de borden ernaartoe omdat we uit ervaring weten dat daar parkeerplaatsen bij zijn, waar je vaak rustig de nacht kan doorbrengen. Het is er vrij druk met bezoekers en ik moet zeggen, dat lijkt niet onterecht, want de buitenkant van de kerk die erbij hoort is mooi. Op het parkeerterrein van het complex, staat een verbodsbord voor campers, maar we hebben al een paar alternatieven gezien, waaronder een openbaar parkeerweitje, waarvandaan je uitzicht hebt op zee en op het klooster met de naam Santa Maria de Oia, van de cisterciënzers en gesticht in 1137.
Dat komt straks, eerst even bij de kerk kijken, wat zeg ik: ín de kerk, de deur staat open! Voor de gebouwen van het klooster moet je € 3,- p.p. betalen. Het is niet veel, maar…prijs en kwaliteit zijn met elkaar in verhouding. Omdat het nog niet is gerestaureerd, zijn gedeeltes ervan gesloten. Ondanks en misschien ook wel dankzij de originele staat waarin het verkeert, maakt het indruk en de vroegere glorie ervan komt ook dwars door mos en zwart uitgeslagen muren heen, tot ons.
Het is deze maand alleen tijdens weekenden geopend, dus we moesten wel! 😉
Tegelijk met ons lopen er drie Engelssprekende en ruim middelbare mannen rond, met St. Jacobsschelpen bungelend aan hun rugzakken, die er blijkbaar geen idee van hebben hoe je je in zo’n omgeving gedraagt. Met name praten ze dusdanig hard dat ze daarmee de sfeer in kerk en klooster volledig bepalen; je komt er niet van los. Waar gebeurde dat ook weer eerder? …. Juist! In het kerkje in Nohant-Vic.
Menu van de dag: roerbak ui, wortel, courgette, spitskool met komijn en sojasaus. Gerookte zalm.
En zo loopt de dag ten einde. Vlak achter onze auto ligt een heel kleine volkstuin, afgezet met gaas. Ineens is daar een kordate vrouw aan het sproeien met water en terecht maakt Gerda van haar aanwezigheid gebruik om te vragen of het goed is dat we hier blijven vannacht. Onze ervaring leert dat je weinig ellende hoeft te verwachten als de plaatselijke bevolking geen problemen heeft met je aanwezigheid. Zij vindt het prima en steekt vriendelijk haar hand naar mij op als ik even later buiten kom.
En nu wordt het bedtijd. De ervaring leert ook dat vliegen ‘s nachts slapen. Dus van die klotebeesten, die nu de hele avond om me heen zoemen en op me zitten, heb ik straks geen last meer….tot morgenochtend dan.
Again, love the photos.
Dank je wel!