Zaterdag 24 september 2016
Eindelijk een grote supermarkt, de Mercadonna! Wat hebben we haar gemist. Dat ze de eerste van vele mag zijn.
Even over het visaanbod in die supermarkten. Ten eerste hebben ze allemaal exact dezelfde soorten vis. Ok, ze zullen centraal inkopen. Ten tweede ligt er een vreemde glans over die vissen, alsof ze met een soort gel zijn ingesmeerd. Misschien moeten ze daardoor heel vers lijken, maar ik vertrouw het niet. Verder zijn op z’n minst de dorades en de zeebaarzen kweekvis. Kortom….elke keer besluiten we om niks te kopen. Op zulke momenten missen we ‘onze’ Klaas uit Katwijk, met zijn mooie vissen het meest.
Over de N260 en de 260A naar Broto. Daar is weer zo’n middeleeuws kerkje dat bekeken moet worden en gecheckt op eenvoud. Vergeet het maar, het duldt geen vreemde ogen. Voor straf pluk ik een paar mooie takken rozemarijn uit de bakken die aan weerszijden van het toegangshek staan.
“Als ik het zo ruik”, zegt Gerda, “vind ik het een typisch katholiek kruid”. Dat doet onmiddellijk denken aan Reve en zijn katholieke dieren.
Goed, niet langer gedraald en bij Sarvise linksaf, de ‘witte’ weg op naar Fanlo en Buisán.
Tijdens de lunchstop op een parkeerstrook langs de weg, zijn we getuige van een merkwaardig fenomeen. Achter ons stopt een auto waar een man uitstapt die we qua kleding inschatten op boswachter. Achter z’n auto hangt een kleine dichte kar. Hij stapt uit, gaat een paar meter verderop staan met in zijn hand een soort mobiele telefoon. Uit elke zijkant steken twee antennes van zo’n 25 cm. lang. Hij houdt het apparaat geruime tijd met gestrekte arm omhoog. Nadat het ‘ding’ heeft gepiept, gaat hij lopen, terwijl hij zijn arm omhoog blijft houden. Ineens begint hij er geluid bij te maken; om de paar seconden stoot hij een kreet uit. Ook als hij uit het gezicht is verdwenen, horen we het geluid nog steeds echoën op de helling.
Een minuut of 5 later komt hij de berg weer af met in zijn kielzog een hond, die hij in het karretje achter z’n auto stopt. Terwijl hij daarmee bezig is, zie ik op het wegje, waar hij vandaan kwam een andere hond onze kant oplopen. Die keert om, komt even later terug en steekt de rijweg over, nadat hij eerst heeft gekeken of er geen verkeer aankomt. De ‘boswachter’ loopt hem tegemoet, aait hem, het lijkt alsof hij hem prijst, waarna hij hem bij de andere hond opsluit. Blijkbaar is het nog niet gedaan, want het apparaat gaat weer de lucht in. Wij houden het voor gezien, terwijl de man wederom al schreeuwend de berg oploopt. Wie het weet, mag het zeggen.
Bij het dorp Fanlo hebben ze midden op de weg wat gaten gedicht. De kegels die er bij staan, moet je zelf weghalen en weer terugzetten. Veel brengt het niet op want de weg loopt dood op een klein, hellend dorpsplein.
Daar zit een oude man voor z’n huis, die me in vloeiend Engels vertelt welke de doorgaande weg is. Volgens Gerda is het de ex-burgemeester; zij voelt zulke dingen altijd haarfijn aan! Ik had natuurlijk kunnen vragen hoe het komt dat hij zo goed Engels spreekt. We komen het niet vaak tegen.
Een paar kilometers verderop stoppen we er mee. Ergens tussen Fanlo en Buisán. In de verte zijn kale bergen te zien, maar zelf zitten we nog veel te veel in het groen naar onze smaak. Het uitzicht is mooi.
Menu van de dag: witte bonen, paprika, gember, ui, knoflook en roomse rozemarijn. De zware peterselie is op. Serranoham.
Vogel van de dag: steenarend.
Het eten ziet er zoals iedere keer weer uit om in te happen. Wie is de kok? Een schrijfster hebben we al 🙂
Ja Carry, in alle bescheidenheid….de schrijfster is de kok….
Dank voor je compliment!
Wat die ‘boswachter’ betreft, ik denk dat dat apparaat een soort zender was waarmee hij dieren die voorheen ‘getagged’ ware Kon opsporen. In dit geval die honden. Waarschijnlijk zijn die voorzien van een zendertje. Het wordt hier veel gebruikt om de trek van wildlife Te volgen. xx