Maandag 18 oktober 2021
12:30uur vertrek. Onze twee vetplanten staan op het koude balkon, waar ze met warmte verzorgd zullen worden door de buurman.
Nog even aftanken bij de Makro (iets met Zeeuwen en zuinigheid). Hoewel…even? Tot tweemaal toe wordt de betaalpas van Gerda geweigerd en daarna ook eenmaal de mijne. Huh? Bij de derde pomp probeer ik het nog eens met mijn pas en dan hapt het apparaat toe. Begint lekker.
Goed, de ring op richting Utrecht met de accu’s op ‘Max.laden’. Dat is een optie bij deze bus: versneld opladen van de huishoudaccu’s.
Tot Breda valt er weinig te zien, behalve een heel groot paars veld met rode kolen en een molen. Daarna tot Antwerpen het bekende gedoe met verkeersdrukte, waarbij dan wel de zon doorbreekt. Ik krijg er een blij gevoel van; in België kan het natuurlijk ook heel leuk zijn, tot ik het bord ‘Sint-Job-in-‘t-Goor’ zie. Gewoon maar doorrijden dus.
Bij Lille is het net zo druk als bij Antwerpen. Tijd genoeg om te overleggen of we de A1 richting Parijs zullen nemen of de hoofdstad beter kunnen mijden door een meer westelijk gelegen snelweg te kiezen. Het wordt de eerste optie. De A1.
Intussen ben ik het gesukkel en geschakel zo zat dat ik na Lille zo snel mogelijk de snelweg af wil. Daar komt bij dat het 5 uur is geweest en willen we niet in het donker een slaapplek moeten zoeken dan is dit de tijd om actie te nemen.
Afslag 19, Pont-a-Marcq. Smalle wegen, ook enkele die alleen voor bestemmingsverkeer zijn, waar we ons niks van aantrekken. Die luxe kunnen we ons niet permitteren. Na niet eens zo heel lang rijden komen we in een gehucht. Hameau de la Becque heet het; een driesprong met een paar boerderijen en een B&B annex restaurant. Precies op die driesprong ligt een kleine parkeerplaats wat verscholen achter groen. Gerda aarzelt geen moment: “Geweldig! Daar gaan we staan, doe maar!”
Ze heeft gelijk, de plek is prima, alleen… direct achter de bosjes staat de B&B, waarvan de uitbaters vast liever hebben dat we een kamer bij hen huren. Plus wat zullen de andere bewoners ervan vinden dat er een camperbusje staat vannacht? Het is hier allemaal zó vreselijk kleinschalig… We besluiten om aan te bellen bij één van de boerderijhuizen tegenover de parkeerplaats. Een tienermeisje doet open en geeft aan geen enkel probleem te hebben met onze overnachting. Dat helpt, maar ja.. zo’n jong iemand. Wat zouden haar ouders ervan vinden?
Intussen zijn we geïnstalleerd; dak omhoog, wijn en bier ingeschonken en zicht op een klein omheind stuk grond waar twee mooie paarden te weinig ruimte hebben voor hun vurige aanloop naar een eind rennen. Voor ze echt op gang zijn, moeten ze vol op de rem om niet de omheining in te storten.
De man die voor het donker wordt de paarden naar de stal komt brengen, zou zomaar eens de vader van het meisje kunnen zijn. Hoe dan ook, het lijkt me goed om ook deze volwassen persoon even aan te spreken en onze bedoeling voor de nacht kenbaar te maken. Hij heeft aan een paar woorden genoeg: “Pas de problème!” roept hij en gaat stug door met zijn bezigheden.
Het meisje komt hem achterna met de schop en gooit de paardenpoep met een flinke zwaai in de wei van de buurman. Toch z’n dochter waarschijnlijk.
Ook de vermoedelijke moeder krijgen we nog te zien. En als we haar niet hadden gezien dan zeker wel gehoord. Luid en hartgrondig ‘putain!’ schreeuwend, komt ze naar de auto gelopen, waarna ze gedrieën instappen en wegrijden. Voor degenen die het niet weten: ‘putain’ is een scheldwoord en betekent letterlijk ‘hoer’.
Verder valt er hier niet veel te beleven. Het restaurant en de B&B zijn dicht, dus we hoeven ook niet bang te zijn dat dit parkeerplaatsen vol zal lopen.
We gaan aan de coquilles, even aangebakken in weinig roomboter, wat Parmezaanse kaas erover en dit alles begeleid door sperziebonen.
De onzichtbare vogels tussen de bladeren herkennen we niet aan hun geluiden.
Het gaat een beetje regenen en we besluiten om beneden te slapen. Tegen de eventuele kou en/of geluidshinder. Bonne buit.
Heerlijk, jullie zijn onderweg. Dat wordt genieten (voor ons dus)
Als mijn baas mij kan missen (ik hem natuurlijk heel goed) gaan wij eind december richting de Algarve. Maar dan zitten jullie natuurlijk alweer hoog en droog:)
Ok,ook een fantastisch voornemen! Leuk dat jullie er weer bij zijn!