Dinsdag 12 juni 2018
Het viel mee met het verkeer vannacht en welgemoed gaan we op pad.
Het landschap wordt nu erg vlak. Alleen rechts van ons zien we aan de horizon nog bergen. Langs nagenoeg de hele weg is bebouwing, dat betekent langzaam rijden. Het is druk en chaotisch langs de routes door de dorpen: “Het lijkt Afrika wel”, zegt Ger.
Wat hopen we op een béétje behoorlijke supermarkt. Vooral voor groente; het blijft tobben. De courgettes zijn afgevallen, alsmede de aubergines. Soms wat totaal verrimpelde paprika’s of een half verrotte kool. Vlees? Nooit van gehoord, althans niet in de ‘supermarkten’. Soms rijden we ineens een paar haken voorbij waar grote stukken vlees aan hangen. Ik zeg ‘voorbij’, want je ziet het niet aankomen in deze wirwar van winkeltjes, auto’s en mensen. We hebben dan net alle andere boodschappen binnen en zien er vreselijk tegenop om weer de auto te parkeren en ons in de chaos te begeven. Als compensatie kopen we blikken erwten, bonen of mais. Een paar blikken tonijn zouden ook welkom zijn, maar helaas….
Het zou mooi zijn als we vandaag het Yssik-Kul (betekent ‘het warme meer’) zouden kunnen bereiken. Bishkek gaan we voorbij, bovenlangs. We lezen niks waar we van zeggen ‘goh dat moeten we zien’. Ook Toon, die er nu is om zijn motor op transport naar Nederland te zetten, komt niet verder dan de bazaar en één of ander plein. Je mist er niks aan, begrijpen we.
En dan zíen we eindelijk een grote supermarkt, is ie toch klein. De helft van de winkel is nl. leeg en afgescheiden door een houten wand van de rest, waar alles wat nog wél verkoopt opéén is gepakt. De oorspronkelijke ingang is er niet meer en je moet nu de winkel in langs de kassa’s, tegen de richting in. Je begrijpt, het assortiment is krap en vlees kan je gerust vergeten. Groente ook. Gelukkig staan later langs de weg veel standjes met fruit en groente, waar Gerda wortelen en paprika’s scoort.
In de buurt van het meer wordt het bergachtiger en hoewel we niet zitten te wachten op slecht weer, maken de buienluchten, die er boven hangen, het geheel mooier en spannender.
Doe er een vierbaansweg bij, zonder gaten en ons hoor je niet meer. Wat compensatie voor alle gehobbel over omleidingen bij wegwerkzaamheden is zeker op z’n plaats.
Hoe dichter we bij het meer komen, hoe mooier de bergen en de wolkenluchten.
Misschien kunnen we aan het meer staan vannacht, dat zou wel heel mooi zijn! Het gaat niet zo gemakkelijk als we hadden gehoopt. Er is nergens bebouwing, misschien omdat het zo drassig lijkt.
Eindelijk zien we bij een acceptabel wegje een bord met een pijl richting het meer. In de verte wat mensen. We rijden er naar toe en komen terecht bij een strandje, waar een vrouw met een groepje pubers in de weer is. We zouden er zo kunnen staan voor de nacht, alleen is het wel erg afgezonderd en dat voelt niet zo prettig.
Uiteindelijk vinden we een braakliggend terrein in de buurt van bebouwing, maar eigenlijk te dicht bij de weg. Het wegdek is slecht en daarom maken de auto’s extra lawaai.
Na een tijdje gaat Ger de omgeving verkennen en komt terug met een enthousiast verhaal over een betere plek.
Ze heeft gelijk: geen autolawaai, geen mensen, zicht op het meer en zang van nachtegalen.
Afgezien van een paar bliksemschichten en een bui regen, komen we de avond rustig door. Als we naar bed gaan, staan de sterren alweer aan de hemel.
With regard to those phallusses, at first glance I thought it had something to do with termites, but when I zoomed in I think it may be the flower of an exotic plant. Perhaps someone amongst your friends may have a better clarification.
Ja, het is wel een plant volgens ons…
Ik heb eens wat gegooogeld en de Cynomorium leek mij het meest voor de hand liggende .
http://www.itmonline.org/arts/cynomorium.htm
Nou..ik denk dat je daar wel eens helemaal gelijk in zou kunnen hebben! Leuk!