Zaterdag 23 februari 2019
Als deze kamer groter is dan die we oorspronkelijk hadden gehuurd, dan zou ik de laatste wel eens willen zien! Deze is, schat ik 6 bij hooguit 3,5 meter incl. badkamer. Van het voeteind van het bed tot de muur is net aan of iets minder dan een meter. Kleine tafel met 1 stoel. Als ik daaraan zit te typen kan Gerda niet door de balkondeur naar buiten, die zoals je begrijpt naar binnen draait. Kleine ‘bad’kamer, geen bad, geen föhn, geen cooker èn … geen zon op het balkon! Flauw hoor, dat de bazin gisteren zei van wel. Ze weet dat natuurlijk best. Goed, er is zicht op het door de zon beschenen dorp en wat lagere bergen. Maar we hebben wel in beter uitgeruste 3* kamers gezeten met wintersport. Het fijne is dat je ons niet hoort mopperen!
Ik sliep prima vannacht. Gerda jammer genoeg weer niet en heeft zelfs nog een paracetamol genomen in de loop van de nacht. Toch hebben we beiden trek in ontbijt, waarbij een mevrouw van Thomas Cook hoort, die skipassen verkoopt. In da pocket.
De eerste stop, als we op pad gaan, is de ski-noleggio. Ze hebben een zeer geavanceerde digitale incheck voor klanten, waarbij alle ingevoerde gegevens er op papier uitrollen als een soort kassabon. We zijn de enige klanten.
Als we zeggen dat we willen huren maar pas met ingang van morgen gaan skiën, zijn we direct klaar. Dat kan niet. Zelfs niet als we zeggen dat ze de ski’s of onze schoenen ook daar mogen houden en we die morgen komen ophalen op weg naar de lift. Ok, ok, we komen in de namiddag terug. Het is gelukkig heel dicht bij ons hotel.
Ortisei is toeristisch, doch authentiek. Prettige sfeer. Na niet te lang rondlopen, weten we nu waar de apotheek zit voor de medicijnen om ons op de been en de ski te houden. En voor Gerda’s weissbier hebben we een supermarkt ontdekt. Veel meer heeft een mens niet nodig. Ok, het vertrekpunt van de cabinelift.
Misschien heb ik al laten doorschemeren (!) dat de bazin een strenge indruk maakt. Het begon gisteren met dat verbod om in de auto te slapen en een poos later keek ze héél nadrukkelijk naar de schoenen van Gerda toen ze het hotel binnen wilde stappen. Die konden er maar nèt mee door. Het barst van de deurmatten, bedekt met dweilen. Buiten liggen er in de aanloop naar de entree al drie en éénmaal binnen nog een paar.
Dan vanmiddag: om een uur of drie zaten we op de kamer, met de sleutel aan de binnenkant in het slot, toen er vanaf de gangkant een andere sleutel in het slot werd gestoken. Althans daar werd een poging toe gedaan, ik zag onze sleutel bewegen. We waren zo verbaasd, dat we te laat een kort sprintje trokken naar de deur om te kijken wie dat was. De dader was al vertrokken.
Naar mijn idee kan dat alleen iemand van het hotel zelf zijn geweest. Wie anders heeft een sleutel van onze deur of een loper? Daarom denk ik nu dat ze als je weg bent de kamer controleren op verboden spullen, zoals aardappelen of kookgerei. Eén van de regels van het huis is nl.: er mag niet worden gekookt op de kamer! Beetje flauw als je zelf geen avondeten aanbiedt.
En als je niet iets stiekems wil, waarom wacht je dan niet tot wij de deur opendoen? Dan kan je je verontschuldigen en zeggen dat je bijv. de schoonmaak van de kamer nog wilde controleren of iets dergelijks.
Ik ga nog even door. De vrouw die wij de bazin noemen, is waarschijnlijk Karin. Dit omdat het wachtwoord van de WiFi ‘karin365’ is. Dan zijn er twee andere mensen permanent aanwezig. Hoogstwaarschijnlijk de ouders van Karin. De moeder heeft een berghoofd, zegt Gerda. Het is in elk geval in verhouding tot haar geringe lengte erg groot en, hoe zal ik het noemen, erg kwabbig. Een stevig soort kwabben. De vader is lang en slank. Zijn hoofd is niet groot, wel verweerd en het lijkt of z’n ogen een beetje zijn dichtgegroeid. Wij noemen hem Toni omdat we aannemen dat hij en zijn vrouw deze tent zijn begonnen.
Waar Toni de goedheid zelve lijkt, hebben we het idee door de vrouwen in de gaten gehouden te worden. Wordt vervolgd.
Half 5: we mogen de ski’s ophalen. Wat een sufferds dat ze ons vanochtend niet hebben geholpen! De winkel puilt letterlijk uit. Goed we worden joviaal ontvangen en als we eenmaal aan de beurt zijn, is het zo gepiept. Behalve het pinapparaatje, dat piept niet. Morgen terug om te betalen.
Het was een schone en relaxte dag. Trek in eten hebben we nog voor geen meter. Wel een pakje peulen en een ons serranoham. In de auto koken we de groente, smokkelen die naar binnen en dineren vervolgens op onze kamer.
Ergernis van de dag: als we weer even rondom het hotel op de ‘ijsbaan’ hebben moeten ‘lopen’, kan Gerda het niet laten om tegen Karin, die achter het loket in de kleine hal zit, te zeggen:
“Het is daar wel erg glad” en ze wijst ze naar de parkeerplaats. Vraagt die Karin alsof ze van niks weet: “Wo?
Het liefst zou ik haar van de stoel mee naar buiten sleuren en roepen: “DO!!”
Riet, ik weet zeker dat jij Karin aan kunt. Go Riet go!
Ik wil nog een verhaal dat je Karin de stuipen op het lijf hebt gejaagd!
Aankunnen zeker! Of het verstandig is… En mochten er toevallig stuipen langskomen dan weet ik zeker waar ze naar toe te jagen! Er passen er best wel een paar op haar ‘mollige’ lijf. ?