Donderdag 30 mei 2019
In de reeks ‘wie moet er nog meer dood?’, hebben we vandaag Ninver. Kilninver dus. Dan kan je beter in een dorp terecht komen waar iedereen een soort zenuwtrek bij z’n ogen heeft en dat dan Knipoch blijkt te heten.
Wat hebben wij gezien vandaag? Niks. Hoezo niet? Gemist! Net als het verschil tussen heuvels en bergen, is er ook iets met laaghangende wolken en mist. Eén van de twee hebben we in elk geval.
We dachten dus dat we op het parkeerterrein van het gemeentehuis stonden, tot er vanochtend een autootje stopt, waar een vrouw uit stapt. “Ik denk dat ze naar ons toekomt”, zegt Ger.
“Ok, laat maar komen”. Ik doe de schuifdeur open, ze is heel mager met lange plooien in haar gezicht. Zonder te groeten, steekt ze van wal: “Weet u wel dat u hier niet mag staan? Dit is particulier terrein en geen campingplek. U heeft hier de hele nacht gestaan. Straks komen alle ouders de kinderen naar school brengen en ook de leerkrachten moeten parkeren, dan wordt het vreselijk druk, u kunt hier niet blijven”. Ik zie dat ze heel boos is; ze bedoelt eigenlijk gewoon ‘oprotten’! Zij gaat en wij blijven. Er staat nergens wat aangegeven, niet dat het privéterrein is of dat je er ‘s nachts niet mag parkeren. Bovendien moeten we nog ontbijten! Eerst maar eens zien wat er gebeurt. Voorlopig niks. Na een tijdje komt er een auto met een kind er in. Gerda kijkt op haar horloge: tien voor negen. “Dan begint de school om 9 uur”.
Niet dus, het gebouw is nog niet eens open. Het komende half uur komen ouders kinderen brengen, de leerkrachten arriveren, alsmede een lege Ford Transit-schoolbus en een kleinere Renault-schoolbus met 1 kind er in. We staan niet in de weg en het parkeerterrein staat op geen enkel moment vol. Na ons ontbijt is iedereen vertrokken, ook de Ford Transit, nu mèt kinderen. Uitstapje van school waarschijnlijk. Dan zetten we nog maar even koffie.
We nemen de A816 naar Oban. Onderweg zien we de schoolbus staan bij de ingang van één of andere ‘garden’. Lekker buitenexcursie, over plantjes leren in de mist en de regen!
Intussen hebben we al rijdend besloten dat we niet naar Mull gaan. Gerda zegt: “Het ligt op dezelfde hoogte als Oban dus landschappelijk gezien zal het niet veel verschillen”. Misschien heeft ze gelijk. We besluiten noordwaarts langs de kust te blijven, over te varen naar Corran, door naar Mallaig en daar weer over te varen naar Skye.
De weg leidt ons verder over Kilmore. Ze krijgen er geen genoeg van die Schotten.
In Oban zijn supermarkten. We planden de Lidl in en komen terecht bij M&S. Ook goed, ze zullen misschien overgenomen zijn? Als we na de boodschappen verder gaan, passeren we, jawel, de Lidl.
Vanuit Orban willen we de kustweg blijven volgen, maar Garmin stuurt ons over een ‘one track road’ door het binnenland. We hebben het niet snel genoeg door. Gelukkig zit het weer mee: 10°C en regen.
Dat je als Schot wordt geacht zuinig te zijn, is één. In België zeggen ze: ‘Wat is een Nederlander?” Antwoord: een overgezwommen Schot. De zuinigheid doorvoeren tot in het ontwerp van je wegen en je waarschuwingsborden is wat anders. Over de wegen zal ik het vandaag niet hebben. Even over de borden. Sla je een wegje in, staat er een bord: ‘low bridge ahead’. Hoe laag die brug is en na hoeveel miles je er voor komt te staan, wordt niet vermeld.
Hetzelfde in Appin. “Zullen we even bij het haventje kijken?”, stel ik aan Ger voor. Die is altijd in voor een paar boten, dus bij het bord ‘Port Appin’ slaan we af. Een afstand wordt niet vermeld en daarom wij nemen aan dat we na een paar honderd meter bij de port zullen staan, even afdalen naar het water…zoiets. Na kilometers langs de baai te hebben gereden, draaien we bij een bijna vergane catamaran om. Het heeft een sfeervolle foto opgeleverd.
We rijden vaak langs de kust, alleen hebben ze tussen de weg en het water veel groen geplant, zodat je niet kan genieten van zicht op zee. Wij vinden dat jammer. We merken steeds hoezeer we van een open landschap houden. Ook wanneer in het binnenland de bomen en struiken langs de weg verdwijnen en we ineens kunnen kijken tot zover het oog reikt, verandert direct onze stemming. We hadden het er vandaag over hoe je dat gevoel moet noemen. Bevrijding, opluchting: het klinkt al gauw zo dramatisch. Misschien gewoon blij worden? We zeggen wel eens van onszelf, als mensen er naar vragen, dat we landschapsreizigers zijn. Daar bedoelen we mee dat de reden waarom we op reis gaan is het vertoeven in landschappen waar we van houden. Bezienswaardigheden, de geschiedenis en cultuur van het betreffende land komen pas daarna. En natuurlijk zijn al die aspecten niet altijd van elkaar te scheiden op de manier waarop ik het nu stel.
Bij North Ballachulish nemen we de brug over Loch Leven. Hopelijk laten we de Kiling Fields nu achter ons. Verder over de A861 naar het Westen. We eindigen bij Resipole op een hopelijk in ongebruik geraakte op- of afrit. We hebben een prachtig uitzicht op Loch Sunart en niks geen groen tussen ons en het water!
Hee Riet. Is misschien leuk/handig als je eens de plaatsen van de slaapplek noemt of de coördinaten. Is maar een suggestie. Voor de rest lach ik me weer rot. Wij zijn nu in Palermo. Plekje voor de nacht aan de haven. Morgen de stad verkennen . Doei
O jee, ik ben me er niet eens van bewust dat ik de plaatsen niet noem! Ga er op letten! Jullie doen het goed volgens mij. Wij moeten wat zuinig zijn met stroom wegens opladen iPad en telefoon. Daarom lees ik jullie blog minder: kost weer zoveel % stroom. En we kijken ook weinig op internet. Onze powerbanlk heeft ook niet het eeuwige leven!
Lekker zonnig daar
Vele tinten grijs Stoffel! Vanochtend een paar minuten zon!!
Kilbride gemist! liefs van Skye, Glenbrittle heel mooi en nu Portree
Haha…Gerda zegt dat Kilbride heeft gezien op de kaart! O, moeten we morgen zeker naar Glenbrittle. Jullie nu in Portree begrijp ik?