Zondag 30 april 2017
Geen noodweer vannacht, hadden we dus die hele heisa met het bed beneden achterwege kunnen laten. Tja, zoals een oud Zeeuws spreekwoord het zo treffend zegt: ‘voorspellen is moeilijk, zeker waar het de toekomst betreft’.
Ik ben al een poosje in de weer vanochtend als het tot me doordringt dat ik steeds kè kè kè kè kè kè kè hoor. Nu ik er op let, vind ik het een soort raspend geluid, zoals een fazant dat heeft. Ik heb hem bijna direct in de peiling, zonder kijker. Hij is groot en heeft een beetje het model van een patrijs. Gerda en Wim zijn er direct bij met de kijkers en de naslagwerken en vermoeden (we kunnen door de afstand geen kleuren zien) dat het een Kaspisch sneeuwhoen is. Hoeveel vogel-van-de-dag wil je hebben?
De ‘bijzondere’ route waar ik het gisteren over had, valt tegen. Ik bedoel, ‘t is best een mooi landschap, met name in het begin, maar ook weer niet echt verschillend van dat van de afgelopen dagen. En de lemen dorpen zien er hetzelfde uit als alle lemen dorpen die we sinds onze grenspassage hebben gezien. Zeker de moeite waard, alleen voor ons voegt het niks toe. Dat kan natuurlijk heel anders zijn als je invliegt en dan bijvoorbeeld vanuit Teheran ineens gedropt wordt in zo’n streek.
Een kilometer of 25 vóór Hamadan wordt het wat spannender. Uit de lichte nevel in de verte komen indrukwekkende, besneeuwde toppen tevoorschijn. Ze worden steeds scherper en vanuit de stad zijn ze ook nog te zien. Daarna laten we ze jammer genoeg achter ons.
Hamadan. Vrij grote stad, ruim 500.000 inwoners, hotels. Je zou zeggen een WiFi-signaal kan geen probleem zijn, zeker gezien onze eerdere ervaringen in veel kleinere steden.
Parkeren is wel een probleem, in elk geval in het centrum. Ik denk dat ruim de helft van de parkeerplekken in beslag wordt genomen door taxi’s; straten vol met soms dubbele rijen geel. En vind je dan een paar lege plaatsen dan staat er een bord bij dat dit een taxistandplaats is.
Toch lukt het ons om de auto’s vrij dicht bij elkaar in dezelfde straat kwijt te raken. De zoektocht kan beginnen.
We lopen een winkeltje binnen waarvan we denken ‘hier weten ze wat van WiFi’. Valt tegen, maar de man schrijft een naam (winkel, hotel?) voor ons op en daar moeten we blijkbaar naar toe.
Als we weer buiten staan, horen we iemand zeggen: “Jullie praten Nederlands!”
Je gelooft het niet, er komen twee mannen bij ons staan, waarvan de éne in Nederland woont.
“Waar woont u in Nederland?”
“In Amsterdam, Buitenveldert”. Hij is in Iran omdat zijn vader is gestorven: “Hij was wel honderd hoor” en de man die naast hem staat, is zijn broer. Je begrijpt het, hij wil ons de hele stad laten zien en nog meer. We krijgen zijn telefoonnummer voor het geval dat en we moeten een Iraanse simkaart kopen. Alleen dat gaat niet met de iPad.
Dan bemoeit een jonge vrouw zich er mee, zwarte tuniek, zwarte hoofddoek. Ze spreekt goed Engels en stelt voor ons naar het Arian Hotel te brengen. Dat staat in de Lonely Planet genoemd als het duurste van de stad. Terwijl ze in het hotel uitlegt wat wij zoeken, zie ik aan het gezicht van de receptioniste dat het niks gaat worden. Goed gezien. Ze wil alleen het password geven als we een kamer nemen.
Onze vriendin heeft nog een pijl op haar boog en neemt ons nu mee naar een internetwinkel. De man daar lijkt bereidwillig, maar…. laat hij nou het wachtwoord van het netwerk zijn vergeten!?
Als we weer op straat staan, komt er een erg mooie jonge man bij ons staan en informeert wat er aan de hand is. Hij weet een coffeeshop met WiFi en een hotel:
“I’m going to solve your internet problem”.
We nemen afscheid van de jonge vrouw en volgen onze redder Reza. Hij is student architectuur en heeft bijna zijn bachelors. Hij heeft thuis een prachtige poster van Rem Koolhaas hangen, zegt hij en zijn masters wil hij eventueel in het buitenland doen.
We moeten wel een taxi nemen, want het is te ver om te lopen. Kans om de taxi te betalen, krijgen we niet, daar heeft Reza al voor gezorgd.
Eerst gaan we naar café Pastoo, dat mooi verstopt ligt ergens achter een drukke straat. Dicht. Reza pakt z’n telefoon en zegt dat er over 5 à 10 minuten iemand komt en stelt voor om intussen even naar het hotel te gaan, dat vlakbij ligt. Hier is het hetzelfde verhaal als bij Arian; geen kamer geen WiFi. Reza vindt het belachelijk dat je mensen zo behandelt: “But this is the way things go here in Hamadan”.
We zijn nog maar net terug bij Pastoo als de jonge vrouw die er werkt, arriveert. Jazeker, WiFi en niet eens zo slecht. ‘t Is laat geworden en meer dan tijd voor een lunch. We moeten vasthoudend zijn om Reza ervan te weerhouden ons te trakteren. Pas als we zeggen dat we er op staan (‘insist’) om zijn lunch te betalen, laat hij het los met de woorden:
“That’s a very English word, insist”.
Tijdens het uploaden van de foto’s loop ik af en toe van het terras het café in, waar het signaal net iets sterker is. De vrouw, die binnen haar lunch gebruikt, schrikt zich dan elke keer helemaal rot. Ze slaat haar hand voor haar mond en voelt zich duidelijk heel ongemakkelijk, alsof ze zich schaamt dat ze zit te kauwen.
Reza praat honderduit over wat we willen zien en wat we beslist móeten zien en stelt zo een hele nieuwe reisroute voor ons samen.
Na de lunch worden we FB-vrienden, wisselen mailadres en telefoonnummers uit en nemen afscheid. Qua social media zit heel Iran op Telegram begrijpen we, omdat het Russisch is.
Voor we een taxi terug nemen, vragen we nog wat hij heeft betaald voor de heenrit: 20.000 reaal.
De voorste taxichauffeur wil eerst niet zeggen wat de rit gaat kosten, maar ik wil niet dat hij gaat rijden voor de prijs duidelijk is. Hij vraagt 100.000,- No way. We stappen uit, Wim een beetje tegen zijn zin: “We moeten toch een taxi, het is te ver om te lopen”. Dat is waar.
We vragen aan de tweede taxichauffeur of hij ons wil brengen voor 20.000. We denken dat hij wel wil, maar niet durft, nu zijn collega weigert.
We beginnen te lopen. Ik zeg: “Er rijden hier taxi’s genoeg, ik hou er zó één aan!”
Dat is niet eens nodig: nog vóór er een gele in zicht is, komt er een gammel wit autootje aangescheurd, de chauffeur gooit het portier open en gebaart ons in te stappen.
“Doet u het voor 20.000?”
Ja dus. Hij heeft vast de conversatie gevolgd en zijn kans gegrepen.
Het is intussen een uur of 4 en we zetten koers naar Borujerd. Het wordt steeds bewolkter en het landschap is ook niet mooi. Na Samen vinden we weer een ruig landje voor de nacht met mooie paarse bloemen. De boer die komt aanlopen, vraagt volgens ons om drank. Hij maakt in elk geval steeds het drinkgebaar. Van hem mogen we blijven slapen.
Net als gisteravond wordt de lucht hoe langer hoe dreigender. Beetje regen, beetje onweer. We zullen zien wat er van komt en gaan lekker boven slapen.
Menu van de dag: omelet met ui, aardappel, knoflook, wortel en restje witte bonenschotel van gisteren. Sperziebonen.
Hoi Gerda en Riet!
Was tijdje uit de ether wegens belabberde wifi. Die is bij jullie beter dan hier op Rhodos!
Fijn om te lezen dat jullie het goed maken.
Ook goed om te vernemen dat er zo veel gastvrijheid en behulpzaamheid op jullie pad verschijnt.
Veel succes met de interessante en spannende reis verder! Ben benieuwd….
Groet!
Gerrit
Dank je wel! Jullie ook genieten daar hè! We horen tzt de verhalen! Lieve groet ook aan Tini
Hi Riet & Gerda, vergeten jullie niet dat het zoeken van WiFi niet het allerbelangrijkste is als je op vakantie bent? ?
Reza klinkt aks een kanjer, zou hij met mij ook FB vrienden willen worden? Klinkt als een man die het gewoon even regelt.
Wij gaan nu boodschappen doen, we hebben gezinsuitbreiding. Nu 4 eenden, tis een aanleungezin en ze komen ontbijten en dineren, het brood vliegt er doorheen!
Dikke kus!
Haha…en leuk die eendjes! Ja, ik denk dat Reza heel graag vrienden wil worden. Je kan hem vinden onder Reza Ahmad. Het is niet alleen een kanjer, maar ook bloedmooi! Fijn om van je te horen, liefs…xx