Woensdag 2 november 2016
Het mysterieuze fluitdier koos een andere locatie voor de nacht en verder maakt niemand ‘s nachts lawaai in Capalbio.
Natuurlijk gaan we in Porto Ercole kijken. De aanloop er naar toe via Ortobello is mooi met aan alle kanten water. In Porto Ercole rijden we de route naar de haven, die in een mooie baai ligt. Van de plaats zelf hebben we verder niet veel gezien. Het kan natuurlijk niet missen dat er prachtige afgelegen baaien zijn, waar je, met uitzicht op het vasteland, vanaf je ‘gelukkige olifant’ het volk kan gadeslaan.
Voor de koffie gaan we naar Porto San Stefano, zijn we ook benieuwd naar. Dat lukt niet, want we komen in een andere plaats terecht, waar geen bars zijn. Waarschijnlijk is Porto S. Stefano echt alleen maar een haven en zijn we die per ongeluk voorbijgereden. Geeft niet.
We keren en rijden over de Noordelijke dam terug naar het vaste land. Valt tegen, we stelden ons voor dat we aan beide kanten water zouden hebben, maar niks daarvan. De dam is veel breder dan we dachten en aan de noordkant volgebouwd met villa’s, waardoor de toegang naar zee is versperd. Aan de zuidkant zien we ook geen water: te ver weg. Saaie bedoening.
Dit is dan het afscheid van de Italiaanse kust.
We gaan het binnenland in, naar Grosseto. Als we een M zien van Mc Donalds, denken we: internet! Nou….ja en nee. Daarvoor kan je er alleen terecht als je uit Italië komt, of uit Griekenland, Spanje en nog een paar landen. Ook hier moet je je registreren met je telefoonnummer en alleen van een stuk of 5 landen zijn de landnummers voorgeprogrammeerd. Voor mij onbegrijpelijk.
De supermarkten zijn dicht of niet te vinden, ondanks het feit dat we stug de bordjes volgen.
Intussen krijgen we toch een beetje zicht op het tijdstip van onze thuiskomst. Het is niet de bedoeling dat we in dit tempo doorgaan tot in Nederland. Bovendien rekenen we op slechter weer als we noordelijker komen en kou en regen in de bus hebben we helemaal geen zin an.
We gaan ervan uit dat we ongeveer 10 november in Nederland zijn, dus alvast de kapper maar eens gebeld of hij één van de dagen daarna iets aan mijn vakantiehaar kan doen.
Nadat we nog een sanitaire stop op stand hebben gemaakt bij een verlaten Royal Golf Club genieten we van het zicht op Siena, beschenen door de zon tegen een donkere buienlucht.
We hebben mooie herinneringen aan Siena, dat we ooit bezochten toen we logeerden in een oude herenboerderij in Sinalunga. Daar hadden we een beetje deprimerende kamer, waar bovendien de ramen aan de binnenkant vol zaten met enge insecten met van die rare, platte schilden. Gedver! We waren elke dag bezig om alle kieren en scheuren vol te stoppen met proppen papier om het tuig buiten te houden.
Na Sienna nemen we de S222 richting Florence, over Castellina in Chianti, what’s in a name?
Als het tijd wordt om in te checken voor de nacht, kijken we wat rond in Quercegrossa en volgen er de bordjes ‘begraafplaats’ en ‘sport’. Bij dat soort voorzieningen wil nog wel eens een geschikte (eeuwige) slaapplaats zijn.
Bij de sportvelden lukt het niet. Bij de begraafplaats, die een eindje buiten het dorp ligt, is in principe ruimte genoeg, alleen staat het er vol met auto’s. Het duurt even voor het tot ons doordringt dat er een begrafenis gaande is. We vinden het niet zo kies om pontificaal tussen de auto’s van de begrafenisgangers te gaan staan en we besluiten te wachten tot ze weg zijn. De plechtigheid vindt plaats in de open lucht en zo horen we, door onze open ramen, het religieuze lied van de voorganger over het Toscaanse land golven. De aanwezigen zingen zachtjes mee.
Nadat de geestelijk, in tweedelig, lang, zwart fluwelen gewaad, zwarte muts met pompoen, zijn taak heeft volbracht, duurt het nog zeker een half uur voor iedereen is vertrokken. Een aula of zo is er niet; ze blijven eindeloos buiten blijven lullen. Ja, zo gaat dat bij die gelegenheden.
De bui, die boven Siena hing, lijkt naar het Oosten te trekken en daarmee aan ons voorbij te gaan.
Intussen is het donker aan het worden en blijkt het terrein waar we staan lang niet zo vlak als we dachten. En op de stukken die het meest geschikt zijn, staan we in de volle schijnwerpers van aankomende auto’s.
In het donker rijden we naar een kleinere parkeerplaats iets lager gelegen, dichter bij het kerkhof. Ook daar blijft het moeilijk en we ontkomen er niet aan om op de keggen te gaan staan.
Voordeel: bij elk graf brandt een kaars en dat geeft een boel gezelligheid.
Menu van de dag: pasta met home made slagersworst uit Porto Ercole. Prei gegaard met verse tomaten, knoflook, peper en wat rode wijn.
Vogel van de dag: pechvogel
Dit laatste is een geintje; we hadden gewoon wat pech vandaag. Zoals ik schreef was Wifi lastig, geen supermarkt, tanken was gezeik met kapotte automaten etc. En net toen we lekker wilden lunchen donderde er een glazen mok uit een kastje in duizend scherven. Niet alleen op de vloer, maar in allerlei rails waardoor deurtjes niet meer kunnen schuiven en dat soort ellende. We hadden grof geld betaald voor een kruimeldief!