Maandag 8 juni 2020
Vlak voor we vrijdag vertrokken vanaf de dijk bij Sexbierum zagen we een rouwkoets rijden door de polder. Traag schuift het zwarte silhouet tussen de akkers en de bomen door. Ik zeg tegen Ger: “Dat had echt niet gehoeven”. Kijk, we komen hier nou voor de tweede keer, maar ‘t is ook niet zo dat we de deur bij mekaar platlopen. 😉
Wel een mooi geheel met die Friese paarden ervoor en op de bok de koetsier met een driekantige steek. Beetje jammer dat erachteraan dan allemaal gewone auto’s rijden. Het lijkt of de stoet op die manier een beetje in tweeën breekt.
Thuisgekomen laden we zo weinig mogelijk uit de auto, want maandag willen we de draad weer oppakken. Zo… laat nu het slechte weer maar komen.
Als we zaterdagochtend wakker worden met de zon die zowat in onze ogen schijnt en we door het raam een bijna wolkeloze lucht zien, valt er een diepe stilte. Niet lang. Gelijktijdig barsten we los: zijn we daarvoor teruggekomen? Het zou kloteweer worden! Dat achterlijke KNMI: wat een waardeloos instituut…enzovoort. De positieve kant is dat we lekkere vissen bij Klaas en mooie vleeswaren bij Piet kunnen halen, waar we dan a.s. week onderweg weer van zullen smullen. En over vissen gesproken, een andere bijvangst is dat we Adri en Wobke na lange coronatijd zaterdagavond te eten hebben. Altijd gezellig.
We besluiten dat we ook dit jaar weer gaan proberen om samen met alle kleinkinderen een dag of wat op een camping te staan. Als we vanochtend vertrekken, is alles geregeld: periode vastgesteld, veel heen en weer geappt, camping geboekt. Gelukkig alle taken goed verdeeld met z’n vieren.
Rijdend door de Noordoostpolder bestudeer ik de lucht en denk even ‘hoe noordelijker hoe wolkeriger’, maar het valt mee. We blijven regelmatig de zon zien. Ook tijdens de lunchstop aan het Tjeukemeer. De openbare toiletten die op de navigator staan aangegeven, zijn er niet. Even verderop, bij een carpoolplek annex recreatieweide staat wèl een toiletgebouwtje. Dat lijkt een beetje op de WiFi bij Avia van vorige week: we hebben het wel, maar het doet het niet. Misschien komt het door de corona dat het dicht is, maar als iedereen tussen de bramenstruiken gaat zitten, krijg je weer een Lyme-epidemie. De vrouwen dan. De mannen staan ongegeneerd wijdbeens naast hun auto zich verder nergens om te bekommeren. We vinden dat wij dat voortaan ook best kunnen doen, ok zittend dan. Maar voor de rest: waarom eigenlijk niet?
Wat een plaatsnamen in Friesland op de borden. Je zou ze allemaal willen zien die dorpen; Aldbuorren, Bitgummole en dat zijn niet eens de meest exotische namen. Deze twee had ik vlug opgeschreven. Onthouden doe je ze niet zomaar.
Wierum is een prachtig plaatsje. Oude huizen, oude kerk met een schitterend gouden zeilschip op het dak. Voor de kerk staat een standbeeld van een wjirmdolster. Ja, ons Fries gaat er flink op vooruit. Vroeger moesten de vrouwen de pieren steken voor de vissers. Dat konden de watjes niet zelf. Uiteraard droegen ze daarbij hoge laarzen en ook een wijde witte broek, waar de rok en onderrok in pasten. Verder werd er veel gestorven; vrouwen stierven in het kraambed en vele mannen bleven op zee.
Onze standplaats wordt een dorp met een meer laagbijdegrondse naam, letterlijk en figuurlijk: Moddergat. Ook hier staat een standbeeld van een vrouw; een weduwe met kind.
We staan achter de dichte begroeiing bij een gebouwtje van waaruit wadlopers vertrekken met daarnaast de oude garnalenfabriek! In plaats van ze te pellen, droogden ze de garnalen om ze daarna tot vismeel te vermalen. Eeuwig zonde.
Nu is het er stil, we horen alleen de vogels. Dat wil zeggen tot er een paar vrouwen uit het dorp langskomen. Degene zonder rollator, maar met grote zonnebril vliegt enthousiast op de bus af: “O, wat een gewèldige kampeerauto, ik zou zó meegaan!”
Dit is de aanzet tot een gesprek naast de bus, dat gaat van reizen tot Zwarte Piet. Het zijn wel een paar geestige dames, vooral die met de bril is niet in haar eerste woordje gebleven. Zoals zo vaak komt daarbij de vraag: “Zijn jullie zussen?” Deze keer houden we het op vriendinnen.
Afijn, na een kwartiertje gaan ze verder. Dat we hier blijven staan vannacht vinden ze geen enkel probleem. Hopelijk denkt de rest van het dorp er precies zo over.
Na het avondeten loopt onze parkeerplaats ineens vol met autochtonen. We verzinnen dat het om een vergadering van de Wadloopvereniging gaat.
Vogel van de dag: vrouwtje kiekendief, laag boven het land.
Menu van de dag: gekookte kriel (over van thuis), groene asperges, omelet met Parmezaanse kaas.
Thuis laten liggen: theedoek.
Samenvattend: https://youtu.be/dBN86y30Ufc
Leuk om over Friesland te lezen, wij genieten er ook altijd van als we in onze domicilie in Heeg zitten.
wat is het doel dit keer?
Hi Hans, Een doel is er eigenlijk niet. Zomaar een dag of wat Noord-Nederland. Groeten,
On the road again……..of…… ‘ weg van terug geweest’.
Wij varen al heel lang niet meer op het KNMI maar op de Noren: http://www.yr.no
Prima voorspellingen en ze kennen vrijwel ieder gat in Nederland, misschien ook Moddergat.
Groet!
O, goeie tip!
Mooi geschreven. Het beeld van die rouwkoets is nu gegrift.
Krijg echt zin om die kant op te gaan.
En op pelgrimage naar Huize Algra in Greonterp. En daar een kaarsje branden voor de volksschrijver. Fijne foto’s ook.
Have fun!
Hi Karel, er is weer WiFi! Nogmaals dank voor je mooie complimenten! Ik kan alleen niet uitstaan dat ik niet om Greonterp heb gedacht. Hoe stom kan je zijn!! ??
Great to read about those old villages. Makes my heart yearn. When last in the Netherlands in 2011 we spent a week in Leeuwarden on a 100 year old sailing vessel. Unforgettable!
Ja, dat geloof ik, is ook heel leuk!