Donderdag 27 april 2017
Vanochtend vroeg hoorde Gerda de koekoek en de vogel van de dag meldt zich tijdens het ontbijt: een roodstaarttapuit. De bergen kleuren prachtig in het ochtendlicht, waartegen die witte fijnvertakte bomen mooi afsteken. Weet nou niemand van jullie wat voor bomen het zijn?
‘t Is een mooie rit naar Khoy en we verbazen ons er opnieuw over hoeveel dorpen nog bestaan uit lemen huizen.
Onze missie-Khoy bestaat uit het zoeken van een hotel met WiFi, boodschappen doen en geld wisselen. In die volgorde ook. Dank zij goeie aanwijzingen van een Khoyenaar hebben we het hotel snel gevonden. Parkeren is een ander verhaal, pas een paar straten verderop kunnen we samen staan. We zien hier alleen maar vrouwen in lange wijde, zwarte gewaden en sluiers, waar geen haar onderuit komt. Bovendien houden de meesten dan nog een stuk van die sluier half voor hun gezicht.
De vrouw, die op ons afkomt, als we de auto’s uitstappen, is wat moderner: zwarte jas tot op de knieën, een gekleurde hoofddoek en bescheiden make-up. Dat is trouwens het enige wat bescheiden aan haar is. Ze komt met haar puberzoon bij ons staan, is wildenthousiast en praat honderduit in het Farsi. Dat we haar niet verstaan interesseert haar zo te zien niks; het gaat maar door. Ineens pakt ze Gerda vast en geeft haar drie klinkende zoenen, waarna ik aan de beurt ben. Vervolgens gaat ze tussen Ger en mij in staan, slaat haar armen om ons heen en zegt tegen haar zoon dat ie een foto moet maken. We kunnen het allemaal van haar hebben omdat ze buitengewoon ontwapenend is. Nadat we afscheid hebben genomen, gaat ze het allemaal aan de buurvrouw vertellen, die uit een raam op de eerste verdieping hangt. Lachend en zwaaiend gaan we er vandoor. Ger zegt later:
“Het is dat ik het een beetje heb gestuurd, anders had ze me vol op de mond gezoend!”
“Jammer dat ik niet mee mocht doen”, zegt Wim.
Bijna iedereen op straat reageert op ons; kijken, lachen, groeten. Hoewel… nu ik er over nadenk, nagenoeg alleen mannen. Slechts bij een enkele vrouw is er een vermoeden van een glimlach, als we haar groeten. Misschien mogen ze niet op die manier contact maken.
Nu vallen we natuurlijk aardig op met onze kleding. Zeker Gerda en ik zijn vergeleken met de zwarte vrouwen erg wulps gekleed denk ik. En ook Wim trekt de aandacht, zeker met zijn pet, die hier niet in het straatbeeld past. Net als ik aan het Maxima-gevoel denk, zegt Gerda:
“Ik voel me net Beatrix en Claus op de Antillen”.
De WiFi in het hotel is uitstekend, de koffie is Nescafé zegt Wim. Dankzij VPN kan ik op het blog en op Facebook, hoewel er voor het laatste weinig tot geen tijd overblijft. Dus iedereen die op FB reageert of ons wat schrijft: dank jullie wel! Like!!
Gerda baalt omdat haar telefoon geen apps wil versturen en we komen er niet achter waar het aan ligt. Terwijl Wim wacht tot ik klaar ben met het blog, vermaakt hij een paar hotelgasten en het personeel met zijn vertaalapp. Grote hilariteit!
Wat een hartelijkheid: in de winkels bij het boodschappen doen, als we foto’s maken van de prachtige moskee en radijs en tomaat kopen op straat.
Geld wisselen lukt niet meer. Er schijnt maar één bank te zijn die wisselt, wat ik bijna niet kan geloven. Toch proberen we het bij elke bank die we tegen komen, inderdaad tevergeefs. Nu is het wel zo dat ze al dicht zijn of net aan het sluiten. Donderdagmiddag, morgen is het ‘zondag’.
Tot slot lopen we nog binnen bij een bakker, die alleen van die grote platte broden bakt, maar dan hele dunne. Het lukt ons niet om er een stuk of vier te kopen, het is een heel pak of niks en iedereen, die ons in de bakkerij ziet staan, komt zich er mee bemoeien.
Garmin leidt ons soepel de stad uit. Ik krijg een beetje door hoe ik het moet aanpakken om iets te hebben aan die ‘open source-kaart’ van Iran.
Later wordt het weer lastig omdat er geen plaatsen langs onze route staan aangegeven en we niet de afslag vinden die we naar het zoutmeer willen nemen: het meer van Orumiyeh. Pas ergens onder Soltanabad zien we een weg, die waarschijnlijk naar het meer leidt. We moeten wel een eindje terug naar het Noorden rijden, maar dan heb je ook wat: een prachtige plek langs het meer en er staat niemand!
Onderweg zagen we overal auto’s in de heuvels staan, soms met een tentje er bij, van mensen die daar waarschijnlijk hun weekend gaan vieren. Dus ik dacht langs het meer zal het ook druk zijn. Af en toe komt er een auto langs met mensen die, net als wij, over de zoutvlakte richting het meer lopen, maar daarna weer doorrijden.
Dit is de eerste warme middag. Vanochtend tijdens het rijden was het nog 4 graden. Voor het eerst zetten we de stoelen en tafel buiten!
Toch volgt er nog een ontmoeting. Net als we gaan koken, stopt een auto met twee mannen, die zich buiten op Wim en Gerda storten. Ze hebben een soort plant bij zich, die ze aanbieden om te proeven. Ik hoop de dans te ontspringen door me heel stil te houden in de auto. Lukt niet: de schuifdeur staat open en ook ik krijg de lekkernij aangeboden inclusief instructie hoe de stengel open te breken om het binnenste op te kunnen eten. Het doet denken aan rabarber, maar dan heel anders. We eten er wat van, zeggen dat het heerlijk is, gaan met de ene man op de foto en als ook zij de zoutvlakte opgaan, gooien wij de rest in het vuilniszakje. Niet dat het smerig smaakte, ‘t was goed om te doen, alleen een paar stukken waren genoeg.
Dat we hier in en om de bus geen hoofddoek dragen, schijnt niemand te storen.
Ook de politieagenten niet die langs komen. Ze stappen uit, kijken even naar de auto’s en rijden weer door.
“Die komen nog terug”, zegt Gerda en ze heeft gelijk. Na het eten zijn ze er weer. Kijken nu ook even ín de auto’s, informeren of we van plan zijn hier te slapen en de ene pakt zonder te vragen de verrekijker uit onze auto om even mee naar het meer te kijken. Het zij hem vergeven, want we mogen blijven staan en bovendien kan het geen kwaad dat ze weten dat we hier zijn.
Om de mensen te laten schrikken, zetten ze hier trouwens oude auto’s dwars in de berm, die als politieauto zijn gespoten.
Het wordt donker en rustig. Nog even de kas opmaken en kijken wat we per dag zo’n beetje kwijt zijn aan levensonderhoud. Dat valt tot nu toe alles mee. Morgen willen we tanken, benieuwd hoe dat zal gaan!
Menu van de dag: rijst van gisteren. Omelet met ui, courgette, knoflook, curry. Broccoli met knoflook en roomboter.
Verder zien we dichtbij de bus Isabel tapuiten, de kuifleeuwerik en (huis?)zwaluwen.
Waarschijnlijk weer een berichtje dat Iran niet haalt. Geen idee waarom ik niet doorkom. Was bij vorige reizen ook al eens. Maar mocht het deze keer wel lukken dan weet dat wij met veel plezier met jullie mee reizen.
Hee Gerard, je komt heel goed door hoor!! Fijn dat jullie meereizen, dat steunt ons! Lieve groet
Leuk dat de mensen zo vriendelijk zijn. In mijn tijd op het asielzoekerscentrum heb ik veel Iraniërs begeleid. Het waren altijd stuk voor stuk leuke en open mensen. Ik heb daar goede herinneringen aan. Het strookt vaak niet met wat je op de TV ziet. Maar goed dat is vaak een eenzijdig beeld en soms weten ze ook niet beter. Fijn dat de natuur ook zo mooi is. Dat vertelden ze ook altijd, dat Iran zo’n mooi land is. Natuurlijk waren ze bevooroordeeld :-), maar toch………….
Ze lopen echt het vuur uit hun sloffen voor je! Jullie veel plezier met de caravan!
Wat een pracht moskee en mooi landschap. Die witte bomen ken ik helaas niet. Leuk dat de mensen zo hartelijk zijn en dat de temperatuur eindelijk omhoog gaat. Ik wens jullie fijne warme dagen toe. xx