Woensdag 10 november 2021
Het begint zo rustig; de haan is blijkbaar geen ochtendmens, wat zeg ik, gewoon te lui om één kraai te geven dat beest! In de toiletruimte ben ik tijdens het douchen helemaal alleen en de campinggasten zijn vanochtend net zo stil als ze vannacht waren.
Gerda, die de was binnenhaalt, zegt: “Joh, de hele waslijn zit vol met mieren! Ze lopen er in één lange rij overheen en als ze elkaar tegenkomen, maken ze een omweg via de was die ophangt”. Het doet me denken aan de eekhoorn die we eerder deze reis zijn route zagen kiezen via de elektriciteitsdraden. Het wordt nog gekker als ze even later oog in oog zit met een pimpelmees. Gerda’s vaste plek is namelijk op de omgedraaide bijrijdersstoel en het vogeltje landt precies naast haar bovenop de buitenspiegel en blijft haar rustig aankijken. De wonderen der natuur!
Om 12 uur loopt onze verblijfsvergunning af en we vertrekken naar Vejer de la Frontera, zo’n 10 kilometer het binnenland in, waar een Carrefour is. Onze favoriete buitenlandse super in ons favoriete Spaanse stadje.
Vanwege misverstand en spraakverwarring rijden we na de boodschappen Vejer weer uit, terwijl we allebei gevoelens hebben die met heimwee te maken hebben; dierbare herinneringen aan de mooie tijden die we er hebben meegemaakt. We keren om en proberen te parkeren op het ‘balkon’ van het stadje, waarvandaan je een fantastisch uitzicht hebt heel ver het land in. Het parkeren lukt niet, alles is bezet, maar toch kunnen we de bekende route rijden, waarbij het goed is om Ger te horen zeggen: “Dit is de bar waar we altijd wat gingen drinken”.
In plaats van in Vejer, wordt de tweede kop koffie gedronken in Conil de la Frontera. We parkeren aan de rand van het stadje langs de Rio Salado, die er zee instroomt en kijken tegelijkertijd tussen de palmbomen door uit over het binnenland; genieten!
Na Conil kiezen we voor binnenwegjes, liefst zo dicht mogelijk langs de kust, richting Cádiz. We doen het op een mix van gevoel, kaart en verkeersborden. Fuente del Gallo, Roche, Sancti Petri La Barrosa…aan de namen ligt het niet! Sommige plaatsen zijn verrassend origineel, andere zijn puur gebouwd voor toerisme. We rijden ook kilometers tussen onwerkelijk groene golfbanen door, zowel links als rechts van de weg. Het zijn er zoveel dat ze nummers hebben. Al met al zijn er niet veel plekken bij waarvan we denken ‘wat zouden we hier graag een tijdje doorbrengen’.
Goed, de tijd begint zo langzamerhand te dringen en er staan bijna overal grote gele verbodsborden voor campers, caravans en dat soort gespuis. Bovendien weten we bij tijd en wijle niet eens waar we precies zijn. Eén klein dorp springt eruit, qua ligging en manier waarop het eruitziet. We denken dat het Sancti Petri is. Water, bootjes en vooral heel veel mooie muurschilderingen met een hoog vis- en schelpgehalte en wat een sfeer! Wij noemen dat einde-van-de-wereld-plaatsen. Oh..konden we hier maar ergens staan; mag niet.
We beginnen de moed op te geven en nemen onze toevlucht tot Park4night. Het beste lijkt een terrein aan het eind van een strand bij San Fernando. Eerst vinden we het te lang rijden, 37 minuten, maar er zit niks anders op. En, zo spreken we af, als het niks wordt, gaan we naar een camping of gewoon ergens in een straat staan.
De bestemming zelf vinden we matig. Er dichtbij echter is een ander, veel prettiger en groter terrein, waar een enkele camper staat. Dus…hier mag je dan waarschijnlijk ook ‘s nachts blijven. Even vragen aan een Fransman die bij een busje staat met z’n surfplanken. Ja hoor, geen probleem om hier te overnachten, zegt hij. De politie komt langs en stuurt niemand weg.
Pfff…wat waren we het zat!
We moesten zo lang rijden om hier te komen omdat je om het Parque Natural Bahía de Cádiz heen moet, een heel mooie delta.
We staan waarschijnlijk bij het Playa de Camposoto en wat is het hier heerlijk. Ondanks de mannen die met personenauto’s het terrein oprijden, nooit uitstappen en heel lang in het donker blijven staan, soms zelfs met stadslichten aan.
Voorlopig is het weer een plek waar we ook in de auto de zee kunnen horen en volgens Gerda is het strand immens groot.
Een mooi slaapplekje vinden mét uitzicht én zeegeluiden blijft in deze streken een unicum. Wij kiezen in dat soort gevallen voor het mooie plekje en verkassen dan bij zonsondergang naar een plek waar we wel rustig kunnen slapen maar voor de rest qua uitzicht niet interessant is. Tenslotte is het in de deze tijd toch vroeg donker en ook te fris om lang buiten te zitten. Bovendien moet je soms de gok wagen en het verbodsbord voor lief nemen (lees: niet gezien) onze ervaring is dat buiten het seizoen er veel getolereerd wordt.
Ja, is zeker een optie wat jullie doen. En dat de politie toleranter is, hebben we inderdaad gemerkt!