Vrijdag 20 juni 2025
Gisteravond. Rust. Zwakke wind. Nagenoeg geen verkeer: één man en veel tuinfluiters. Als je een vogel hoort en je denkt ‘dat is wel een héél overspannen merel’ dan is het waarschijnlijk een tuinfluiter. Dat leerden wij van onze vogelexpert en vriendin Barry.
Vanochtend 7 uur. Buiten is het 11°, zonnig en onbewolkt. Weinig wind. Binnen hebben we de kachel niet nodig.
Gerda ziet een kraanvogel vliegen.
Voorts zijn we tot het inzicht gekomen dat ons plan om het Zuiden van Noorwegen te verkennen, voldoende is gerealiseerd en we hebben op een veerboot geboekt van Kristiansand naar het Deense Hirtshals. A.s. maandag om 13:00uur vertrekken we voor de overtocht van 2,5 uur.
Dan is er nog de kwestie van de schuifdeur die vanaf de binnenkant niet meer te openen is. Hoe langer we erover nadenken, hoe meer we denken dat het heeft te maken met het kinderslot, waarvan het lampje op de meest vreemde momenten oplicht. Het instructieboekje is altijd een ramp, want het is geschreven voor verschillende types VW-bussen. Op zich geen probleem, maar je moet zelf lekker uitzoeken welke instructie geldt voor jouw type bus. Dus ik zeg: “We gaan Campercentrum Amersfoort bellen en vragen of ze ons door de telefoon kunnen begeleiden bij het herstellen van de instelling van het kinderslot”. Daartoe moest ik Gerda echt wel overhalen, want zij wilde liever eerst zelf nog wat proberen. Dat snap ik wel en ‘t is ook geen gek idee, alleen met dit soort zaken, die met elektronica hebben te maken, kan je de boel ook verder verprutsen dan nodig is, denk ik dan. Dus om 11 uur zitten we klaar en terwijl ik het nummer van de dealer opzoek, zeg ik: “Zullen we dan nog één keer, voor alle zekerheid, controleren of het nog steeds hetzelfde is?” Gerda draait zich om, trekt aan de greep van de deur, die soepeltjes openschuift! Een wonder. Of…zou Gerda toch stiekem op wat knopjes hebben gedrukt? Des te beter, dan heeft ze de boel wel gefikst.
We starten met de route over de 460 naar Vigeland, die heel mooi is. Nu niet vanwege ruige natuur, hoewel er genoeg rots te zien is, maar met prachtig uitzicht op fjorden, zeearmen, hoe wil je ‘t noemen, en ook kleine nederzettingen die schilderachtig om de baaien zijn gegroepeerd met steeds veel wit geschilderde huizen. In tegenstelling tot de kleurige boten- of vissershuisjes, die meestal roodbruin en oranje van kleur zijn. Snig en Rødberg, een paar namen van plaatsjes onderweg.
Bij de lunch hoort Gerda een geluid dat ze nader moet onderzoeken en terecht: het is de rietgors (zoals ik al zei, er wordt veel naar mij vernoemd) die op een elektriciteitsdraad boven een rietveldje zit: vogel van de dag. Nu we het weer over vogels hebben: ik las dat de nationale vogel van Noorwegen de waterspreeuw is. Gerda is blij verrast, ze heeft een keer tijdens een skivakantie deze vogel uitgebreid kunnen bewonderen in een Franse snelstromende beek. Ik keek mee en was net zo onder de indruk. De vogel kan zwemmen, zelfs met de kop onder water en over de bodem lopen.
We rijden verder over de Hogganvikveien, zo heet de weg, richting het eiland Skjernøy. Ons uiteindelijke doel is de stad Mandal, maar daar hoeven we vanavond niet te zijn. We hebben een oud soort fort ingetikt op dit eiland, maar weten natuurlijk niet of we daar kunnen en mogen overnachten. Het valt op dat hier bij veel parkeermogelijkheden verbodsborden staan voor campers. Niet gek natuurlijk, het is een behoorlijk toeristisch gebied. Daarom kijken we onderweg ook steeds naar mogelijkheden, maar overal waar we van de weg af gaan, is een verbod of de plek is ongeschikt.
We zijn al dicht bij het fort, als we een kerkje passeren met behoorlijk wat parkeerplaatsen erbij. Hup, rechtsaf en kijken. Het is erg geschikt, zonder verbodsborden, maar zouden de omwonenden het tolereren? Er staan drie mannen te praten aan de overkant van de weg, duidelijk locals, en Gerda gaat even met hen overleggen. Ze hebben geen enkel probleem, wijzen haar op een gebouwtje met prima toilet, alleen moeten we wel weten dat er vanavond hier een soort sportgebeuren gaat plaatsvinden voor kinderen, zo begrijpt ze. De bus (of bussen?) moet de parkeerplaats op kunnen rijden en het geheel duurt tot ongeveer elf uur. We gaan het zien. Het is nu half zeven, er is een bus met een clubje volwassenen gearriveerd, die nu staan te wachten bij een kleine maat grasveld en een zandveld voor beachvolleybal.
Dit eiland Skjernøy is 5,6 km2 groot en er wonen ongeveer 400 mensen. Het is het meest zuidelijke bewoonde eiland van Noorwegen.
Menu van de dag: bloemkool met kaasomelet en Noorse rauwe ham.
Vandaag was een heerlijke dag: veel zon, niet teveel wind en maximaal 17,5°.
Intussen zijn de volwassen aan de overkant van de weg meer opgewonden dan de kinderen die nog moeten komen. Het lijkt er op of ze zelf bezig zijn met één of andere wedstrijd. Het kan ook zijn, begin ik nu te denken, dat wij het verkeerd hebben begrepen en dat er helemaal geen kinderen komen.
Gerda kon in de natuur om ons heen niet zo haar weg vinden en is even naar het dorp gelopen om daar een tijdje vanaf een bank over het water uit te kijken, tot het toch te koud werd voor alleen een blouse. Het blijft Noorwegen.
Morgen gaan we Mandal bezoeken. Daarna laten we jullie weer meekijken.
Tot later!