Maandag 18 juni 2018
Terwijl de boerin van gisteren haar ganzen hoedt, eten wij, smachtend naar verkoeling, de Kazachse broodjes van de buurvrouw.
Wat me bij de vraag brengt: waarom hoed je eigenlijk ganzen? Vroeger en misschien nu nog wel, liepen die vogels gewoon vrij en zelfstandig op het erf van een boerderij. En daar bleven ze: beetje buurten bij de koeien in de wei en zo, maar verder kwamen ze niet. Ik bedoel, ze gingen er niet vandoor.
Na ons ontbijt komt ze aanlopen met een papier. Ger bekijkt het. Er staat tekst op, waarvan de boerin hoopt dat het Nederlands is. Dat is het niet en ook geen taal die we kennen. Wat ze er mee wil of bedoelt, blijft dus onduidelijk.
Onze route van vandaag loopt tussen de meren door naar Maqanshi. Daarbij komen we langs het dorp Alaköl, dat een paar kilometers van de doorgaande weg af ligt. Een erg bijzondere plek weer; een beetje einde van de wereld. Goed dat we even zijn afgeslagen.
Tussen Alaköl en Qanisgala liggen prachtige wetlands met veel vogels. We genieten er van en staan meer stil dan we rijden.
Garmin kent Maqanshi niet, daarom checken we in Qanisgala even of we de goede kant op gaan. Ja, dat wel, maar wat vertelt de goede man ons nog meer? Dat we weg naar Maqanshi is afgesloten. Nee! Jawel…. “Wasser, Wasser”, roept hij.
Het meer overstroomd?
Shit, er zit niks anders op. Eigenwijs zijn, lijkt geen optie. Wel fijn dat ze het even aankondigen op een bord in de berm of zoiets. Grote denkers, die Kazachen. ‘t Is dat Borat er vandaan komt…
Een geluk bij een ongeluk: de weg hier naar toe was in redelijke staat, we kunnen 60 rijden. Stel je voor dat we in z’n tweede versnelling hier naar toe waren gesukkeld en nu terug moesten.
Die mazzel verandert als we de andere route oppakken: Üsharal > Ayagöz. We zijn nog steeds geprogrammeerd volgens Nederlandse normen en denken ‘geen nood, de weg is rood’.
Bij Qaraqol houden we er mee op. Het is nog 6 km. stapvoets naar het dorp. Als we er éénmaal zijn, kan het ons niet meer schelen waar we ergens gaan staan als er maar schaduw is. Het is windstil en 33°.
We komen uit bij wat bomen op het dorpsplein, als je ‘t zo wil noemen. Speeltuintje, standbeeldje, honderd kraaien en hun geluid, auto’s die vlak langs ons door het bermstof racen omdat de wegen door het dorp onberijdbaar zijn en ongeveer alle bodem bezaaid met glasscherven. Om die laatste reden hebben we al een paar andere plaatsen afgekeurd.
Je snapt dat ik op dit moment niet ‘in’ ben voor een gezellige chat met de dorpsbewoners. Ik ben eigenlijk niet meer in voor heel Kazachstan! Gelukkig zijn we het samen eens.
De hele dag kijken naar putten, scheuren, gesmolten wegdek, lelijke stenen, hou op!
Zo snel mogelijk het land uit over zo goed mogelijke wegen! Hm…zal niet meevallen.
De vogels van vandaag:
Witoogeend, witte pelikaan (waarschijnlijk), wulpen, (steppe?)vorkstaartplevier, geoorde fuut, vrouwtje krooneend met jongen, steltkluten, sternen, reuzenstern, grutto, ongewone reiger, kraanvogels.