Zaterdag 18 november 2023
De zaterdagmarkt. Al voor we de gordijnen opendoen, stromen de bezoekers Aups binnen en het parkeerterrein op. We hebben heel lang een lege plek naast ons aan de kant van de schuifdeur, die net te krap is om er lekker te kunnen parkeren. Niemand doet het, tot een kale baardman zijn gele camperbusje ertussen wurmt, de lul. Hij en z’n vriendin gaan Aups in, maar wij moeten nog dikwijls in en uit de bus; wassen, tandenpoetsen etc. wat nu heel lastig is. Hij is natuurlijk gewoon jaloers, want zijn bus is een stuk minder luxe dan die van ons, lekker puh 😉
Bij het opstaan was het 4°….brrr. Alles is dan koud in de bus; spuiten met ijskoude deodorant en daarna ga je lekker in je kouwe kleren zitten! God zegene de standkachel.
En wat ik was vergeten te zeggen: Aups is één van de bekende truffeldorpen van Frankrijk, waarbij het gaat om de zwarte truffel. In het juiste seizoen is er elke donderdag truffelmarkt en er zijn uiteraard meer dingen opgetuigd rondom deze delicatesse, zoals een Maison de la Truffe.
Na het ontbijt zijn we het zat om zo ingebouwd te staan, klappen het dak dicht en zetten de auto een paar honderd meter verderop neer. Vrijheid blijheid.
Onze routine is dat Gerda gaat lopen als ik het huis op orde breng en vanochtend is ze de markt gaan verkennen. Als ze thuiskomt, besluiten we om koffie te drinken in het dorp en ook samen nog even op de markt te kijken.
De terrassen zitten vol met mensen die niet eens winters zijn gekleed. Dat valt op. Ook zien we veel aparte types, zoals we hen noemen. En ja, als ik die allemaal zou moeten beschrijven…ik zit te bedenken op het terras, dat ik hen graag allemaal zou fotograferen. Een greep uit het aanbod: een slanke oudere man, deftig van uitstraling (en ook bazig vindt Gerda) heeft een roze jagershoed op, bruine wijde broek aan, ook het geruite colbert valt ruim, groene sjaal en wat er onder het colbert zat, ben ik vergeten. Alle kleren van dunne, soepele stof. Wandelstok. Als een ander type man hetzelfde zou dragen, zou het nergens op lijken en hem geeft het een zekere status. Een jonge vrouw in zwart fluwelen jas met veel glitter en versieringen, doet denken aan punk, maar dan anders. Een kleine iele vrouw van middelbare leeftijd, pikzwart geverfd haar, die op een soort nerveuze manier over straat gaat; dan weer een paar snelle passen doet, dan weer inhoudt, en daarbij schichtig om zich heen kijkt, terwijl ze een pakje onder haar arm klemt. Niet dat je bij ons geen vreemde types hebt, maar dit zijn toch echt wel Franse vreemde types, bijna de één na de ander.
We drinken koffie bij ‘Chez ta mère’ van dezelfde eigenaar als ‘Chez ton Père’ aan de overkant van de straat. Betalen alleen cash. Wat best leuk is, is dat de mensen aan het tafeltje naast ons vragen of we uit Aups komen. Het wordt geen lang gesprek, maar dat hoeft niet, we zeggen dat we uit Nederland komen en hier zijn omdat we herinneringen hebben aan het dorp en aan een vriend.
De markt is niet heel bijzonder, het aanbod lijkt veel op wat we thuis gewend zijn. Omdat Gerda denkt dat het toch goed is om voor morgen ook eten in huis te halen, want supermarkten zijn alleen in de ochtend open, kopen we er mooie ham, kaas en een krop rode sla. Dus het menu van zondag is eigenlijk al bekend.
“Heb jij een idee welke kant we nu op zullen gaan?”, vraagt Ger. Ik weet het ook niet echt, maar de Gorges du Verdon ligt wel een beetje voor de hand. Het is er mooi, niet te ver weg en de goeie kant op, want we willen niet terug naar de kust.
Als we op internet zoeken, krijgen we informatie over de Route des Crêtes (Bergkamroute), nooit van gehoord. Deze begint, zo lees ik, in het dorp La Palud-sur-Verdon en er zijn ook gieren te zien. We zijn al weg. Onderweg parkeren we bij het meer van Sainte-Croix, voor een stuwmeer goed om te doen, waar we lunchen. Er vliegen (Vlaamse) gaaien in het rond en we zien een bijzondere vogel, waar we, toen hij lange tijd stil zat op een kale tak, door de verrekijker onze ogen op uit hebben gekeken. Borst met duidelijke, grove stippels, een kop zag ik niet, kortom het leek voor mij een raar model vogel. Gerda heeft langer gekeken, veel gezocht in de vogelgids en houdt het nu, via de draaihals, op een witrugspecht of een kleine bonte. Het kan ook dat het heel iets anders was.
Intussen is het 14,5°, veel zon en er zweeft een grote roofvogel in de buurt. De route is een buitengewoon aangename verrassing. Het is een combinatie van mooi gevormde bergen met wat lage begroeiing en ook veel steile, kale rotsformaties, fel zonlicht dat door de bomen en struiken valt en de omgeving kleurt van fel geel tot donkerrood. In de diepe kloof, waar de Verdon stroomt, heerst de schaduw, die de prachtige blauwgroene kleur van de rivier niet kapot krijgt.
De route wordt heel regelmatig onderbroken door Belvedères, die meestal de moeite waard zijn en al bij de eerste stop kijken we op de fascinerende vlucht van minstens twaalf vale gieren. Ze blijven steeds in de buurt, vliegen lager, hoger, vol beschenen door de zon, alsof ze zich in al hun pracht aan ons willen tonen.
We passeren de Col d’Ayen op ruim 1000 meter en later de Pas de la Bau op 1285 meter, 715 meter boven de Verdon. En nog een kado: bij één van de uitzichtpunten scharrelt vlak naast ons een alpenheggenmus in de rondte, die niet echt bang voor mensen lijkt. Vogel van de dag.
Eng detail: op twee plekken zien we aan de honderden meters loodrechte wanden bergbeklimmers hangen. Door de verrekijker bezien, maakt dat serieus indruk.
En dan gaat de zon bijna achter de bergen zakken, dus tijd voor ons om een tijdelijk nest te zoeken. Park4Night, we tikken wat in op 19km afstand, maar voor we er zijn, zien we ineens aan de rand van een dorpje, met een mooie kerk, een hele rij parkeerplaatsen. We hoeven niet lang te denken, hier staan we dus. En….we geloofden het bijna niet: het is het dorp La Palud-sur-Verdon, vanwaar we vertrokken om de Route des Crêtes te rijden. Omdat we op de borden reden, hadden we geen idee dat we een rondje maakten.
Menu van de dag: snijbonen, gerookte zalm. Abondance kaas na.
Intussen is er al weer vanalles aan de hand. We dachten hier rust en privacy te hebben…tot er twee Berlingo’s met schuifdeuren naast ons kwamen staan (zeker een rij van 40 lege plaatsen!) Bij elke auto hoort een man, die nu al uren samen aan een tafel buiten (7°) onder een lantaarnpaal zitten te praten, lachen en te eten. De tafel staat op een groot grasveld met wat speeltuinachtige dingen voor kinderen. Ze zijn niet vervelend hoor, maar waarom zo dicht bij anderen als er ruimte genoeg is?
Even verderop staat een oranje bus, waar ook mensen in slapen en die het heel gezellig hebben met vrienden, die arriveerden in een witte VW-bus. Ze hebben mooie muziek aanstaan, zei Gerda en niet te hard.
Nou, morgen ga ik me verder verdiepen in de Route des Crêtes, want het lijkt dus of dit niet alles is. Er loopt er ook één door de Vogezen.
Zoals ik al eerder zei: we gaan het zien.
Elke dag kies ik, zoals jullie de vogel van de dag, een foto van de dag. Deze keer kan ik niet kiezen. Allemaal prachtig ! Maar jullie zitten ook in een streek waar ik jarenlang, toentertijd met vrouw en kinderen, in mijn eerste zelfgebouwde camper heb rondgetrokken. Niet te snel naar het noorden nu hè.
Leuk, dat moeten mooie herinneringen zijn! En naar het Noorden, nee, ik denk dat we nog een Schwalbe gaan maken, maar daar lees je nog wel over.
Leuke verhalen lieve dames, van een streek waar wij dit jaar nog waren en veel uit jullie verslag herkennen. Heerlijk hè, zo samen zijn. Wij genieten daar ook altijd erg van. Mooie vervolgtochten gewenst.
Dank je wel. Ja ik weet nog goed dat jullie ook bij de Gorges waren!
Mooie stukken tekst en prachtige omgeving Riet. Ik loop iets achter op jullie verslagen omdat ik op de valreep veel onderzoek moest doen om voldoende onderbouwd te kunnen gaan stemmen vandaag 🙂
Groet!
Dank je wel Gerrit…fijn! Ik hoop dat je een goeie keuze hebt gemaakt.