Donderdag 4 juni 2020
Behalve een huishaas hebben we ook een huisvalk. Dezelfde vogel jaagt hier al vanaf gistermiddag in de rondte. Ger denkt dat het dier een nest heeft in één van de bomen bij de boerderij. Ze kan hem niet echt goed zien door tegenlicht en zo, maar we houden het op een torenvalk. Beetje jammer, want we hopen altijd op een boomvalk.
En wat ruikt het heerlijk naar hooi! Door die geur denk ik altijd aan mijn jeugd, hoe we door de boze boeren van hun land werden gejaagd omdat we de hooiruiters uitholden om er in te kunnen spelen.
De koeien, die nu onbeholpen huppelend op hun stramme poten de wei in komen, versterken het gevoel van heimwee en in gedachten loop ik door de koeienstal van onze vroegere overbuurman boer Baarman.
Vanochtend komen ze naar de afrastering tegenover ons gelopen en kijken nieuwsgierig onze kant uit. Dat vraagt om een nadere kennismaking en met een bos vers groen gras steek ik de weg over. Valt tegen, ze willen niet uit mijn hand eten en als ik hun koppen aanraak, trekken ze die schielijk terug.
De patronen tekenen zich weer af: terwijl ik het verslag afmaak, gaat Ger op stap. Ze komt terug met ringmus, puttertjes, foeragerende lepelaars, bontbekplevieren. En toen ze aan het eind van haar wandeling de bocht van de dijk volgde, vertelt ze, was ze opeens terug bij Kleiput Vatrop. Daar staan we dus dichtbij. Ik zei het immers: “Alles ligt hier om de hoek”.
Voor we wegrijden tappen we water bij het kerkhof van de kapel. De ervaring leert dat op kerkhoven kranen staan, ook in het buitenland. Ooit hebben we er zelfs vredig de nacht doorgebracht, maar dat was op een islamitische begraafplaats.
Vandaag gaan we de Afsluitdijk over, dus op naar Den Oever, waar we bij de haven tevens een visje hopen te scoren. De eerste winkel die we zien is de Dekamarkt, dat treft; alles onder één dak. In de korte rij bij de kassa denk ik wat hoor ik toch steeds voor raar geluid? Als we dichterbij de lopende band komen, blijkt het de kassière te zijn, die een behoorlijk spraakgebrek heeft. Ze brengt een monotone klank voort, articuleert niet en is daarom nauwelijks te verstaan. Maak je niet vaak mee. De man achter ons in de rij zegt tegen Gerda: “Geduld is een schone zaak”. Ze reageert zo van: “Och, ik heb alle tijd hoor”, maar volgens mij heeft hij heel goed de onrust in haar bewegingen gezien.
Dan de haven, altijd een lekker gevoel bij havens en zeker bij havens waar gewerkt wordt, zoals deze. De visafslag is alleen op zaterdag open, verder staat er een soort snackbar met kibbeling. De enige kanshebber is Viscentre ‘t Wad.
My God, hoe verzin je deze naam voor je bedrijf dat op zo’n eerlijke, rechttoe-rechtaan kade staat als in Den Oever! Waarom niet de Zingende Zaagvis of zo. Het zal de invloed van het toerisme zijn. Hoewel het etablissement meer op een restaurant lijkt dan op een winkel, blijkt het beide te zijn. We kopen er een paar gestoomde makreelfilets. Het moet niet te ingewikkeld worden in de autokeuken. Als voorgerecht nemen we alvast een haring.
Met 13°C en regen rijden we de Afsluitdijk op, die de komende drie jaar voor fietsverkeer is afgesloten. Er wordt een groot werk verricht aan de bouwkranen te zien.
Bij Breezanddijk is het weer nog steeds te slecht om ons ritueel volledig uit te voeren. Het bestaat uit het keihard afspelen van een cd met de Peer Gynt Suite door de Berliner Philharmoniker o.l.v. Herbert von Karajan. Portieren open en wij luchtdirigerend om de auto heen. De cd zetten we op, alleen het luchtdirigeren gaat niet door, hoewel Gerda het niet kan laten om toch even de auto uit te springen.
Aan de Friese kant van de dijk is een Hajé, waar we thee en wifi krijgen, nadat we onze anamnese hebben ingevuld. De naam Zurich is voor mij vooral verbonden met een driedaagse fietstocht rond het IJsselmeer, die Adri en ik de vorige eeuw reden. Het evenement ging uit van een krant, de Volkskrant misschien. De start was in Amsterdam en elke dag moest er zo’n honderd km. worden afgelegd. Ik vergeet nooit hoe blij we waren dat we na de Afsluitdijk met windkracht 6 tegen, het café bij Zurich binnen gingen.
Op de kaart staat nog een driehoekje, met ballpoint door Ger getekend, bij de plek waar we ooit eerder overnachtten. Dicht bij de Waddendijk op een kleine parkeerplek met uitzicht op de kerk van Sexbierum. Alles ziet er nog hetzelfde uit alleen de abelen zijn gegroeid, zodat Ger wat takken moet afbreken om het hefdak veilig te kunnen openen. Ja, als het om eigen belang gaat, slaan we meedogenloos toe! Natuur is leuk, maar moet wel haar plaats kennen.
Vogel van de dag: ringmus.
Menu van de dag, lijkt meestal veel op dat van de vorige dag: gestoomde makreelfilet met roerbak groentenmix, voor de variatie opgeleukt met verse gember en rozemarijnolie.
De kassière van de Dekamarkt was wellicht doof. Dat zou de reden kunnen zijn van haar monotone klanken.
Ja, daar zou je wel eens gelijk in kunnen hebben. Heb ik niet aan gedacht!