Vrijdag 21 juni 2019
Eenentwintig juni…ik hoop dat ze in Schotland dezelfde datum aanhouden voor het begin van de zomer!
We hebben de slaap nog niet uit onze ogen gewreven of wat scheurt er voorbij? De quad van gisteravond met daarop een man van top tot teen ingepakt in camouflagekleding, capuchon strak dichtgetrokken, kraag hoog op, handschoenen aan, alleen z’n ogen zijn, mag ik hopen, vrij. Terwijl ik hem verbaasd nakijk, zie ik dat hij een groot geweer bij zich heeft. “Joh”, zegt Ger, “dat is gewoon een of andere schietzofreen!” Een tijdje later zien we ook de boer, die regelmatig langsrijdt in z’n groene Hilux, over het land marcheren met een geweer over de schouder. Heftig zooitje hier! Wat verder opvalt, is dat de mevrouw van het kasteel niet komt. Om half 10 moet het opengaan voor publiek, maar om tien uur is ze er nog niet. Er zijn al verschillende mensen tevergeefs de heuvel opgegaan. Flexbaan misschien.
Vandaag zien we onze eerste red squirrel. Ik wist niet zeker meer wat het woord squirrel betekent, tot ik op internet zag dat het inderdaad ‘eekhoorn’ is. Er staan regelmatig waarschuwingsborden langs de weg met het opschrift ‘red squirrels’. En vanochtend stelde er eindelijk eentje mijn reactievermogen op de proef; we hebben het alle drie overleefd.
De Lecht Road is het eerste traject dat we vandaag rijden. We genieten van het uitzicht op de gladde, gevlekte bergen. Het is betrekkelijk hoog en we passeren weer skiliftstations. Dat het buiten 8° is negeren we gewoon.
De plaats Tomintoul lijkt ons geschikt om wat boodschappen te doen, maar dat mislukt een beetje. Gerda kan wel een postzegel (wat is dat oma?) scoren in het plaatselijk postkantoor; de rest van de winkels is met ‘gifts, pottery’ en meer van die dingen duidelijk gericht op toerisme, hoewel het een leuke plaats is. Onze tweede kans wordt Grantown on Spey, waar volgens Garmin een Coop is. Kijk, daar moeten wij zijn. Het stadje lijkt een grotere versie van Tomintoul met echte bakkers, waar we eindelijk een gewoon brood kunnen kopen, na al die te zachte, zoete nepbroden uit de fabriek. Net een pak watten, als je in zo’n verpakking knijpt. Nog mooier wordt het als we de ‘Piet’ van Grantown ontdekken. Een slagerij vol oorkondes en zelfgemaakte producten, die er heerlijk uitzien, plus een aardige man achter de toonbank. We maken een praatje over Nederland, zijn vrienden in Utrecht en Nijmegen en gaan heel tevreden de winkel uit.
Even terug naar de bakker, want de warme pies die er lagen, kunnen we moeilijk vergeten.
En waarom maken ze die paden in de supermarkt zo smal? Ik neem aan dat de overheid hier niet de hand in heeft, dus dat zal een aparte notitie moeten worden voor de directie van de Coop. Je kan er je eigen kont niet keren, laat staan twee konten. Met een kleine maat kar kan je niet langs elkaar heen, dus het is constant opletten of er iemand op je staat te wachten, haasten haasten of iemand staat jóu in de weg en dan is het wachten wachten… In het eerste geval heb je geen tijd om bijvoorbeeld even een verpakking te lezen of producten met elkaar te vergelijken. Misschien is het tactiek: je hebt ook niet veel tijd voor prijsvergelijking.
We vervolgen de A939 via Littlemill en Brodie naar Kintessack. Daar hoop ik tevergeefs een glimp van de Findhorn Bay op te vangen. Door naar Findhorn zelf, dat mooi aan zijn baai ligt. Verder langs de kust, Burghead, Hopeman, hier en daar mogelijkheden om te blijven staan, maar we gaan nog even door. De kuststrook wordt nu kilometerslang in beslag genomen door een immense golfbaan, waarbij de spelers zelfs de weg moeten oversteken om aan de andere kant verder te gaan en die pas ophoudt in Lossiemouth. Wij ook. De vuurtoren van Coresea Skerries zijn we voorbij; je kan er niet komen of we hebben iets gemist.
Hier in Lossiemouth is een groot parkeerterrein bij het strand, waar je zeker een bord ‘No overnight parking’ zou verwachten. Niet dus. En het café aan het eind is nog gesloten, daar kan vannacht geen overlast vandaan komen. Nu nog veel af- en aanrijdende auto’s. Mensen die honden komen uitlaten, soms alleen maar fish&chips eten in de auto of zitten te lezen met de radio veel te hard aan. Fotografen, die met statief en grote camera’s hun posities innemen en op een spectaculaire zonsondergang hopen, wat niet gek is want het ziet er goed uit. Een mooi soort wolken en de zon zal ongetwijfeld oranje kleuren. Ook Gerda doet uit de losse pols mee; de hele avond vliegt ze met camera de auto in en uit. Om kwart over tien kiest nog een supper het ruime sop, die we om elf uur nog in de verte bezig zien op een, voor deze kust, vast extreem rustige zee.
Onderweg zagen we iets wat we in Nederland nog nooit zagen: varkens in grote weiden. Ze hebben alle ruimte en wentelen zich niet alleen in deze luxe, maar ook in de modder die ruimschoots voorhanden is. Voor de nacht zijn er aparte weiden met slaaphokjes en droog stro. Ook wij gaan nu knorren….
Wat is het gevaar van rode eekhoorns?
Op Corsica lopen de varkens in sommige bergachtige gebieden gewoon vrij rond. Het kan dus zo zijn dat je onderweg voor ze moet stoppen of uitwijken.
O ja joh!? Wat goed!
Ik heb hier in Aalsmeer onlangs zo’n modderweide met blije varkens gezien! 🙂
Mooie verhalen en plaatjes hoor!!
Groet!
Gerrit
O, wat goed! Hadden wij nog nooit gezien!