Donderdag 4 november 2021
Onbewolkt, 8°, lekker bij de kachel.
Vogels vliegen af en aan, maar zijn niet echt te bekijken, ze duiken steeds vliegensvlug het gebladerte in. Toch is de kat van de buren nog sneller geweest en heeft er ééntje te pakken. Het arme diertje leeft nog en zodra de kat het even loslaat, fladdert het over de grond, waarna het nog een paar speelse tikken van de kat meekrijgt, die niet echt honger heeft. De vogel is meer een speelobject en hij baalt van alle veertjes aan z’n bek, die hij na elke beet met geweld probeert af te schudden. De natuur is wreed.
En de gieren zijn er weer, echt een feest. Het kan haast niet anders of dit is hun territorium.
Het was een goed verblijf hier, tijd om te gaan nu. Hoewel…ho! Even vergeten dat we op de levelers staan, door ons ook wel ‘blokken’ genoemd. Nou ja, beter een blok vergeten dan je klep open (oud Zeeuws-Vlaams gezegde). Goed bezig wij.
In elk geval kronkelen we weer lekker door het binnenland en komen terecht in San Luis de Sabinillas. Wat een mooie namen hebben veel plaatsen hier toch. Klinkt echt anders dan Urk of Stolwijk, waar ze vast geen Lidl hebben. In San Luis wel. Kijk, al die reclames op levensgrote borden langs de weg word je spuugzat, maar oh!… éénmaal binnen in zo’n Lidl ben je zó blij met bijna alles wat ze daar verkopen!
Lunchen doen we in Castellar de la Frontera op een keiharde metalen bank met kaarsrechte rugleuning. Als je moe bent van je wandeling en denkt ‘ff lekker relaxen hier’… vergeet het. Vóór ons staat de kerk, die zeker in aanmerking komt voor de nominatie ‘lelijkste kerk van Spanje’, zo de prijs al niet binnen is! Het lijkt een vrij nieuw dorp, zonder oude kern en smalle straatjes.
Ondanks de zon en een temperatuur van intussen 18° houdt de wind het fris.
Na omzwervingen door een overigens mooi landschap komen we in Los Barrios terecht wat precies de bedoeling was. We denken dat het de Campo de Gibraltar is, waar we onderweg over uitkijken.
Ook de rotspartij van Gibraltar zelf is altijd indrukwekkend om te zien om maar te zwijgen van de Marokkaanse bergen, die je op een gegeven moment aan de overkant ziet liggen. Het stemt tot nadenken hoe dichtbij iets is, wat soms veraf lijkt. Deze uitspraak zou eigenlijk best op een tegeltje kunnen.
Na Los Barrios hebben we geen zin meer in geslinger en nemen de N340 richting Tarifa. Onderweg kunnen we ergens afslaan en dan een slaapplek zoeken, liefst richting kust. Geen afslag te zien echter, nou ja wel een paar kruispunten, maar als verwende Nederlanders rijden we die strak voorbij omdat er geen richtingborden staan. Zo zijn we in no time in Tarifa, dat wil zeggen aan de rand ervan. We zien vrijwel direct een groot leeg terrein liggen met twee campers erop en een hokje waar je kaarten kan kopen voor de oversteek naar Marokko. Het is vijf uur, we zijn het rijden zat. Bovendien is het uitzicht heel mooi; naar beide kanten kijk je op zee en bergen. Daarbij komt dat we tussen het kerkhof en de Lidl in staan; tussen kist en kassa als het ware. Typisch geval van niks meer aan doen.
We hebben dierbare herinneringen aan Tarifa; aan de plaats zelf, maar zeker aan Playa de Valdevaqueros, dat er net ten westen van ligt. Een heel aparte plek toen wij er zo’n 25 jaar geleden waren. We lunchten er en aten voor het eerst verse tonijn met veel knoflook en verse frites. Erbij werd een heerlijke koele Rioja geschonken.
Onderweg veel ooievaars.
Wat opvalt zijn de vele Volkswagenbusjes; het ene na het andere rijdt langs, oud, jong, met en zonder hefdak. Heeft ongetwijfeld te maken met het surfparadijs dat Tarifa is; het is een van de beste kiteboard-plekken op het Europese continent.
We zijn benieuwd hoe het er nu uitziet. Mañana….