Vrijdag 12 mei 2023
Het voetbalstadion heet Las Rozas en er was geen kabaal vannacht. We staan namelijk dicht bij het stadioncafé en daar is het een va-et-vient van ‘s ochtends vroeg tot laat in de avond.
De nachtelijke kou valt op deze hoogte mee; de kachel kan bij het opstaan op stand 5 in plaats van 8. De wind gaat ‘s nachts liggen en steekt zo rond het middaguur de kop weer op.
Gerda gaat brood snijden op een bankje in het park, dat komt zo: eergisteren kochten we op de markt ambachtelijk bruin brood, heerlijk…geen kleffe supermarktzooi. Maar het ‘oude’ brood was nog niet op en vanochtend zijn we pas toe aan dat boerenbruin, dat intussen in de papieren zak zo hard als steen is geworden. Kom maar eens met je mes door zo’n Franse korst heen van een paar dagen oud! Dan zit de hele bus eronder en daar hebben we geen zin in. Het is dus aan het ontbijt al even flink doorbijten!
Hierna volgen nog twee inspanningen. Nummer één is de bandenspanning controleren. We staan vlak bij een tankstation dus niet getalmd. Eerst voltanken en dan meten. Op hetzelfde terrein is een soort garage, waarop vermeld staat dat ze snelle service willen leveren in geval van kleine mankementen…zoiets. Aan de man die erbij hoort, vragen we of de bandenspanningsmeter van het tankstation te vertrouwen is, wat hij beaamt.
Er is één ventiel bij, dat zo verscholen zit, dat je de slang er bijna niet op krijgt bij het controleren.
“Laten we aan die man vragen of hij er even naar wil kijken en het eventueel verhelpen”, stel ik voor. Gerda vindt het prima, hij ook. We zetten de auto in zijn garage, waar hij alle wieldoppen erafhaalt, de ventielen bekijkt en schoonspuit. En omdat hij toch bezig is, controleert hij ook de bandenspanning en pompt wat lucht bij waar nodig. Het belangrijkste is, denk ik, dat hij heel zorgvuldig kijkt hoe de wieldoppen correct teruggeplaatst moeten worden. Dat we niet goed bij dat ene ventiel konden, lag waarschijnlijk aan een wieldop die niet goed zat. Voor 5 Euro zijn we hopelijk alle drie blij.
Tweede inspanning: de Día. Ik noem het de ‘Carrefour van Spanje’, daar hoorde het vroeger ook bij. Beladen met boodschappen waarmee we weer een paar dagen kunnen overleven, kiezen we het kortste pad, over Fustiñana, richting Tudela, maar eigenlijk naar het Natuurpark Bardenas Reales, die naam tikken we in.
Op een plek waar een bord ‘Navarra’ staat, is het koffietijd en we zien tot onze verbazing dat de erosie van het landschap hier al begint, terwijl we dachten nog tientallen kilometers te moeten rijden. De kleuren van de rotsen zijn prachtig; zeker als de zon erop schijnt, zie je ook roze tinten. Dat er een mooie wolkenlucht is, voegt veel toe aan het geheel. De wind mocht wel wat minder, het is zeker windkracht 5 à 6. Het is lastig om de IPad stil te houden bij het fotograferen.
We zijn nog maar net weer aan het rijden als er langs de weg een groot bord Bardenas Reales in het land staat, terwijl ernaast een grindwegje uitnodigt om rechtsaf te slaan. We nemen de uitnodiging aan. Er is net genoeg plaats voor de drie Franse auto’s die er staan, dus kunnen wij eigenlijk niet anders dan zomaar het natuurpark binnenrijden! Hoe vervelend kan het zijn.
Het is een vrij smal, onverhard wegje, waar we maximaal 30km. per uur rijden. Dat kennen we; het doet denken aan landen waar we soms de hele dag niet anders konden.
Op een gegeven moment staan er toch wat auto’s op een plek met uitzicht. We kijken er ook even en gaan dan verder, terwijl we tot onze verbazing zien, dat alle andere auto’s terugrijden. Zouden wij iets doen wat niet is toegestaan? Aan de andere kant: als je wil dat wij iets weten, zal je ons moeten informeren en dat is absoluut niet gebeurd. We rijden lekker door en genieten van het landschap tot we na een krap uur bij een splitsing komen, waar alweer geen bordjes met informatie staan. Tja, wat is wijsheid? Wij denken dat dat is: omkeren. Wie weet hoe lang dit pad nog doorloopt en komt het ooit wel weer op een doorgaande route uit?
Ook de hele terugweg zijn we weer de enige weggebruikers, wat we helemaal niet erg vinden. We vragen ons wel af waar nou het bezoekerscentrum is, want enige betrouwbare en adequate informatie zou welkom zijn.
Op den duur, bij het zoeken op internet, komen we erachter dat er twee officiële ingangen naar het park zijn, waarvan je de westelijke bereikt via Arguedas. Vlug naar Maps en wat blijkt… we moeten 36 km. terugrijden. Het is pas half 4, geen probleem. Al vóór die plaats komen er borden naar het bezoekerscentrum en de rest is geschiedenis.
Engelssprekende dames, die ons van a tot z informeren, kaartjes meegeven etc. Het enige wat tegenvalt is dat we hier op het terrein niet mogen overnachten, terwijl ik me meen te herinneren dat op internet het tegendeel wordt beweerd. Hoe erg kan het zijn, we zijn heel tevreden en weten dat er over zo’n 7 km. (grote) parkeerplaatsen op ons wachten met uitzicht op de typische Bardenas-rotsen. En ja, we staan liever alleen, maar dat kan je hier wel vergeten. Heet dat niet ‘kiezen of delen’? In elk geval delen we en niet te zuinig ook! Vanaf 5 uur is het één groot komen, en soms weer gaan, van de ene buscamper na het andere witte gevaarte. Gelukkig is dit een mega terrein, waardoor het toch nog om te doen is, maar echt leuk vinden we het niet. Saillant detail: de ingang naar het kerkhof ligt ook ergens tussen de campers. Het waait zo hard dat we kiezen voor een strategische plek i.v.m. de windrichting, want het stuift af en toe behoorlijk.
En dan het idee dat we morgen samen met al deze mensen het park in mogen gaan! Dan ben je toch een spekkoper?
Als het stof buiten nog waait, maar hier binnen is neergedaald, bekijken we de informatie en zien dat we vanmiddag (klandestien?) al een aardig gedeelte van Bardenas hebben gezien, althans van de Plana de la Negra. Het natuurpark bestaat uit drie gedeeltes: La Negra, Blanca en Plano.
Tijd om te koken. Menu van de dag: wortelen, roerbak gamba’s met knoflook, wijn.
Wij vinden het tijd om te gaan liggen, alleen de wind vindt dat blijkbaar nog te vroeg, terwijl hij op internet beloofde dat het om 9 uur vanavond klaar zou zijn. Natuur?…je kan er niet vanop aan.
Morgen meer.
Hilarisch weer! Benieuwd of jullie nog meer ongebaande paden weten te vinden:)
Nou, reken maar! Letterlijk en figuurlijk! 😉
Wooowwwww, gaaf zeg! Hier hou ik van, het groen is aan mij ook niet besteed. Veel plezier in het park en maak maar veel foto’s zodat we mee kunnen genieten.
Ik doe mijn best!