Scheveningen
26 september 2018
“Hetzelfde als altijd” hadden de jongens gezegd. Dat vertelde hun moeder Francien me toen ik informeerde of de jongens zelf nog ideeën hadden voor de woensdagmiddag die ik samen met hen zou doorbrengen.
Dit vraagt om een verklaring: met enige regelmaat rijd ik met mijn kleinkinderen Sebastiaan (9) en Olivier (8) naar Scheveningen. Stuntstepjes plus voetbal in de VW-bus en gaan.
Wat begon als een bezoek aan het museum Beelden aan Zee, is uitgegroeid tot een terugkerende happening die rust op drie pijlers: pannenkoeken eten bij De Beren, een bezoek aan het voornoemde museum en steppen bij de skatebaan aan de Havenkade, bijgenaamd ‘de pool’. Dit omdat de baan voornamelijk bestaat uit twee betonnen badkuipen.
Eigenlijk is er een vierde pijler: Sprookjes aan Zee. Het is een groep beelden gemaakt door Tom Otterness.
Zijn mens- en dierfiguren hebben iets grappigs en prikkelen de fantasie. Ze staan op en bij de trap die je afdaalt naar de boulevard. Dat wil zeggen: ik neem de trap. De jongens racen met ware doodsverachting het rolstoelpad af en komen relaxt met een sierlijke bocht tot stilstand bij de beelden, waarna een inspectieronde begint.
Vooral de kleinere figuren worden oplettend bekeken. Ik doe driftig mee en wacht op het steevast terugkerende moment dat één van de jongens me met een eureka-gezicht aankijkt en uitroept:
“Deze was er vorige keer niet!”
Dit herhaalt zich nog een paar keer. Heerlijk vind ik dat! Heel serieus bekijken we samen van alle kanten het ‘nieuwe’ object. Ik speel het spel, ben het altijd met hen eens en vanbinnen lach ik me rot.
Bij elk bezoek gebeurt het opnieuw, terwijl er echt niks verandert. Het komt, denk ik, omdat er zoveel heel kleine figuren zijn, die vaak half verborgen zitten in een vissenbek of onder een voet. Er ‘gebeurt’ te veel om te onthouden.
Maar…. misschien wíllen ze gewoon graag dat er iets nieuws is bijgekomen.
De beurt is aan De Beren. Nadat ze de stepjes binnen bij de ingang hebben gezet, volgt er een spurt naar ‘onze plek’ in een hoek bij het raam. Vooral Sebastiaan is gehecht aan de vaste tafel. Gelukkig voor ons is de tent meestal zo goed als leeg.
Deze keer is het meubilair wat verplaatst, zodat we moeten kiezen tussen twee tafels die beide ongeveer op de vaste plek staan. Niks aan de hand, maar bij de jongens heerst verwarring; de keuze is moeilijk. Na wat heen-en-weergedraal lijken ze allebei voor dezelfde tafel te kiezen. Toch niet, want op het moment dat ik aanschuif, loopt Olivier naar de andere tafel en gaat ietwat demonstratief zitten met de woorden: “Ik wil hier”.
Sebastiaan draait zich om en antwoordt: “Nee Olivier, we zitten nú hier”.
“En ik wil hier eten”, houdt Olivier vol.
Zijn toon en lichaamstaal zeggen mij dat hij niet van plan is bij te draaien. Competitie hangt in de lucht. Wat is wijsheid? Ik voel niks voor gesoebat, dwang of andere manieren om Olivier terug aan onze tafel te krijgen met een sfeer die verpest is. Van mij mag hij winnen.
Omdat ik de medewerking van Sebastiaan nodig heb, buig ik me vertrouwelijk naar hem toe en vraag op samenzweerderige toon:
“Wat denk je, zullen we hem deze keer zijn zin maar geven?”
In een fractie van een seconde lijkt er iets te verschuiven in zijn ogen, alsof ze heel even wat grijzer worden. Ik weet: het gaat lukken. Met een nadenkende blik kijkt hij achterom naar Olivier. Nog één duwtje:
“Wat maakt het nou uit joh, dat tafeltje is toch ook prima en dan zitten we de volgende keer weer hier”.
Na deze woorden staat hij op en eensgezind gaan we bij Olivier zitten. Die kijkt tevreden; het moet een lekker gevoel zijn om ook eens van je oudere broer te winnen. Voor Sebastiaan een schouderklopje.
Tijd voor de dierenrijmen, een vast onderdeel van het bezoek aan De Beren. Ik begin en zeg:
“Ik vind het wat veel, zei de….”.
Deze uitspraak moet worden aangevuld met een dierennaam. En als ik ‘makreel’ in gedachten heb dan wordt ‘kameel’ niet goed gerekend, ook al rijmt het. Wie het dier raadt, mag de volgende opgave verzinnen. Soms is het best lastig. Olivier zegt:
“Ik heb het dier wel in m’n gedachten, maar ik kan de zin ervóór niet bedenken! Ga jij maar”.
Wat bij Sprookjes aan Zee gebeurt, herhaalt zich hier bij De Beren. Elke keer denken ze andere en méér beren te zien dan bij het vorige bezoek. Want het restaurant doet zijn naam eer aan: beren aan het plafond, beren aan de muur, beren op de kast. Leuk om te zien dat zachte knuffeldieren nog steeds tot hun verbeelding spreken, ondanks hun liefde voor Fortnite, waarbij de snipers je om de oren vliegen.
Afgezien van beren en pannenkoeken heeft het restaurant nog twee attracties. De eerste bestaat uit de placemats met altijd dezelfde kleurplaat, rebus en puzzel. Er zit genoeg tijd tussen onze bezoeken in om hen de oplossingen te laten vergeten. Ze blijven daarom ‘nieuw’. Eveneens nieuw zijn dit keer de kleurpotloden dus hoeven we niet te zeuren om een puntenslijper.
De tweede en misschien wel de topattractie is de schatkist. Die staat bij de kassa en zit, als je het treft, vol met goedbedoelde rotzooi. Van kleine jojo’s, die door hun geringe gewicht eigenlijk niet eens werken, tot ronde doosjes met een kraaltje dat je in een opening moet schommelen en zaklantaarntjes van hooguit 5 cm. lengte, die het, ben ik bang, ook niet langer doen dan 5 minuten. Alles 100% plastic.
Voor vertrek mogen ze wat uitzoeken en dat valt niet mee. De hele kist wordt ondersteboven gegraaid, waarbij ze elkaar nauwlettend in de gaten houden. Tientallen keren hebben ze iets in hun hand wat bij nader inzien toch weer wordt afgekeurd.
“Wat heb jij daar? Oh! Dat wil ik ook!”
Het graven wordt hervat, maar vóór het gewenste object is gevonden, heeft de ander zijn buit al weer omgeruild en alles begint van voren af aan.
Intussen sta ik na het afrekenen te wachten tot het tijd wordt om wat druk uit te oefenen, zodat ze de finale keuze maken. Daarna lopen ze, nog vol twijfel de ‘schat’ in hun handen om en om draaiend, langzaam naar buiten.
Lachen, dat kinderen, die thuis de mooiste spullen hebben, zo gek zijn op dit soort prullen.
Stel je de teleurstelling voor toen de kist een tijdje geleden leeg was…
De weg naar de skatebaan leidt langs het Museum. Ik weet dat ze er graag komen, maar een verplichting is het wat mij betreft niet. Zeker niet als de begane grond, waar de tijdelijke exposities zijn, braak ligt omdat er een nieuwe tentoonstelling wordt ingericht, zoals vandaag.
Waar Olivier af en toe nog een poging doet om de ingang voorbij te steppen, zwaait Sebastiaan consequent af naar de ingang. Gezegd moet worden dat Olivier nooit protesteert en eenmaal binnen, net zo enthousiast is als zijn broer.
Voor de bejaarde vrijwilligers (denk ik), die dit museum bemensen, zijn wij intussen bekenden geworden. Zodra ze ons zien, roepen ze: “Zet de stepjes maar weer in de garderobe hè”.
Er is altijd wel een speurtocht en in no time worden de jongens voorzien van het papierwerk met de vragen, ballpoints en zonodig kleurpotloden.
Het is geweldig om te zien hoe Sebastiaan en Olivier zich er op hun gemak voelen. Soms liggen ze, als waren ze thuis, op de vloer de vragen in te vullen.
In het begin waren de medewerkers in mijn ogen nog wel eens irritant. Ik zag hen denken ‘o daar komt dat mens met die kinderen…. als dat maar goed gaat’. We werden op gepaste afstand door één van hen gevolgd. Zodra we stilstonden bij een kunstwerk, kwam die persoon naar ons toe en begon ongevraagde informatie te verschaffen om ons zodoende in de gaten te kunnen houden. En natuurlijk willen de jongens soms graag aan een kunstwerk voelen.
Intussen hebben ze er vertrouwen in dat deze oma mans genoeg is om dat te voorkomen en hebben ze zo te zien ook lol in het enthousiasme van de jongens.
Deze keer dus geen tijdelijke expositie en geen speurtocht. Blijft over dat we even de gouwe ouwen uit de permanente collectie bezoeken, waaronder de ‘borsten-billenboom’ en een opgezette, aangeklede vos met een goudkleurig pistool in zijn poot. Als één van de medewerkers zegt dat de vos binnenkort definitief uit het museum zal vertrekken, vraagt Olivier direct om mijn telefoon en begint foto’s van het dier te maken.
We zeggen de oude mensen gedag, halen de stepjes uit de garderobe en mijn rugzak uit de kluis, waarvan Sebastiaan steeds de code instelt en feilloos onthoudt.
Tijd voor het sluitstuk, de skatebaan. Ook hier vind ik, net als bij het museum, tot nu toe steeds een parkeerplek voor de auto. Ongelofelijk.
Behalve de twee skate pools is er nog een pool met een klein voetbalveld. Op het gras eromheen staan enkele speeltoestellen, waaronder een kabelbaan en een trampoline plus wat bankjes voor mensen zoals ik.
Om te steppen is er niet veel afwisseling; alleen de pool met de minst steile wanden komt in aanmerking. Niet dat dat een probleem is, eindeloos duiken ze de kuip in en proberen om aan de overkant in één beweging boven op de rand te eindigen.
Maar ook het voetbalveldje lonkt. Zo gauw ze zien dat er gespeeld gaat worden, leggen ze de steps neer en melden zich met bal bij de andere kinderen:
“Gaan jullie voetballen? Mogen wij meedoen?”
Als er meerdere voetballen zijn, wordt de beste gekozen. Mogelijk worden er nog namen uitgewisseld, gevraagd wie er al dan niet op voetbal zit en uiteraard ‘wie is bij wie’! Om die conversatie te kunnen volgen, staat mijn bankje echter te ver weg.
Ik word altijd zo blij van een skatebaan. Ik bedoel: niet van de baan op zich. Nee, van de manier waarop de kinderen die er gebruik van maken met elkaar om gaan.
Basisschoolleeftijd, puber of nog ouder, jongen of meisje, puur Nederlands, buitenlandse achtergrond of mix, skateboard of step, beginner of expert, het maakt allemaal niks uit. Iedereen houdt rekening met elkaar, wacht even tot de ander zijn of haar kunstje heeft gedaan en helpt als er een moer moet worden aangedraaid of een stuur rechtgezet. Ik heb er nog nooit ergernis of een ruzie gezien, al is het nog zo druk. Allemaal naar de skatebaan dus!
Hetzelfde gold tot vanmiddag hier aan de Havenkade voor de voetbalkuip. Nu dreigt daar verandering in te komen in de vorm van een dikke jongen van een jaar of twaalf. Nadat hij zijn opvallend grote rugzak aan de kant heeft gelegd, betreedt hij het speelveld. Zonder problemen wordt hij opgenomen in het groepje, waarin de sfeer na een poosje verandert. Van een afstand bekeken, lijkt de dikke jongen nogal bazig. Het spel verloopt wat stroever; de echte lol is er af.
Op een gegeven moment pakt hij de bal en gaat er met zijn buik bovenop liggen, in het gras op de schuine kant van de kuip. Als hij het vertikt om de bal af te geven, wordt één van de meiden het zat. Ze loopt op hem toe en begint met volle kracht in de ruimte tussen zijn buik en het gras tegen de bal te schoppen, net zo lang tot hij het niet meer houdt. Dit is het moment waarop hij afhaakt, terwijl de anderen het spel oppakken.
Waar hij in tussentijd was, is me ontgaan, maar na een tijdje duikt hij weer op. Met een air van ‘wie doet mij wat’ loopt hij naar de rand van de voetbalkuip en zet zijn rugzak met een resoluut gebaar op de betonnen rand. Hij maakt een breed gebaar met zijn arm en roept:
“Wie wil er wat drinken?”
Tot mijn grote verbazing haalt hij 3 literpakken vruchtendrank uit de zak, plus een flink aantal weggooibekers. Met royale hand begint hij die vol te schenken om ze vervolgens uit te delen aan de kinderen die om hem heen zijn komen staan. Van enige vorm van rancune, bij hem of de anderen, is niets te merken. Hij is de gevierde man.
De middag loopt op z’n eind. Kinderen vertrekken en ook voor ons wordt het tijd om te gaan. Op weg naar huis komen we langzaam los van de speciale sfeer die deze middagen kenmerkt. Alsof we met z’n drieën even in een parallelle werkelijkheid hebben verkeerd.
Hoi Riet!
Bijzonder sfeervol! En ‘het grote genieten van de basics’ is hierin mooi beschreven.
En wat grappig dat kinderen gewoon zo onverwacht flexibel zijn in de omgang met elkaar.
Groet!
Gerrit
Ja, heel leuk om te zien hoe dat eraan toegaat op skatebanen. Ik verveel me er nooit. Blij dat ik iets van de sfeer en het gevoel heb kunnen overbrengen. Groeten terug!
What a great story Riet! You should publish it. Sometimes you see stories like that in magazines. Great to have such a bond with your grandsons too. A great gift!
Wat een compliment Ruud, dank je wel! En publiceren…tja. Maar eens hier op het blog beginnen. 😉
Wat leuk Riet om je middag met je kleinzonen te beschrijven. Naast een goed schrijver ben je ook een schat van een oma. Heb je stuk met plezier gelezen.
Nou Yvonne, wat een loftuitingen, dank je wel! Ik vond het leuk om te doen. En of ik altijd een schat van een oma ben…;)) dat laten we maar in het midden! Prettige voortzetting jullie in Calpe. Lieve groet van ons.