Woensdag 10 mei 2023
Vogel van de dag: nachtegaal. Het stikt ervan. Elke keer als ik even wakker was vannacht hoorde ik het typische monotone begin van hun gezang.
De klokkentoren was inderdaad stilgezet vannacht, ik ga er vanaf nu vanuit dat dat in Spanje goed gebruik is. Wat mij opvalt, is dat de klokken hier een veel blikkeriger geluid maken dan in Nederland. Verder zon en 7°, alle ramen kleddernat beslagen. Maar…daar hebben wij de standkachel voor! Het is zo koud in de bus, dat Ger nog even terug in bed komt om te wachten tot het wat warmer is. Ik lig niet direct tegen de buitenkant van de bus aan, Gerda wel en ze moest er vannacht voor zorgen, zegt ze, dat er genoeg dekbed tussen haar en de kouwe zijkant zat.
En dan de markt: we zien wat auto’s arriveren met bloemen en planten en mannen met jeeps, die allemaal met elkaar staan te praten. Het lijkt voor ons niet zo interessant. Ger doet na het ontbijt een verkenningsrondje en komt verheugd terug; mooie groentes en bruin brood! Kijk ahora estamos hablando, wat Spaans is voor now we’re talking en dan vertaald door Louis van Gaal.
Met een Aldi-tas vol lekkernijen komen we thuis; peulen, veel groter dan bij ons, mooie wortelen en onze favoriete Spaanse groente: pimientos de Padron!
Gisteravond reed er nog een leuke Indie buscamper het terrein op met een brave Duitse jonge man erin. Hoe ik weet dat hij braaf is? Nou, hij rookt zijn sigaretten netjes buiten, drukt de peuken uitgebreid uit op zijn schoenzool en gooit die vervolgens in één van de vuilniscontainers. Niet de zool dus.
Daarna naar het tankstation. Niet zozeer om te tanken, hoewel we dat voor de beleefdheid wel gaan doen, maar om de bandenspanning te controleren. Als we bij de pomp staan te kijken hoe het werkt, komt er een vrouw naar buiten die ons een paar keer op chagrijnige toon toeroept:
“Wat wilt u?” In het Spaans dan. Tanken kan, maar het apparaat voor de bandenspanning is kapot, het zal niet waar zijn. Shit, want hoe kom je met koude banden bij een tankstation, als dat niet dicht bij je slaapplaats ligt? Ja, in de buurt ervan overnachten natuurlijk….als dat lukt. Of net zolang staan wachten tot ze afgekoeld zijn en hoe lang duurt dat? Geen idee. Misschien dat onze vriend Cees daar wel raad mee weet? 😉
Pas als Gerda de diesel afrekent, kan er een lachje bij señora Repsol af.
Blijven er nog twee missies over. De eerste: supermarkt. Er is een klein exemplaar in het plaatsje, maar ze hebben alles wat we nodig hebben.
De tweede: Oficina de Turismo. We willen zeker weten of die N260 helemaal is afgesloten of dat we misschien nog door een klein gaatje kunnen kruipen. Het VVV-kantoor in het gemeentehuis is onbemand, maar een andere medewerkster vertelt ons precies waar de afsluiting zit en wijst ons een beter, lees korter, alternatief aan. Heel fijn, want we hebben allebei een hekel aan terugrijden, we vermijden het kost wat kost. Toch moet het even tot iets voorbij San Valero, waarna er een prachtige wit/gele route volgt. Vooral het laatste gedeelte ervan, tussen Pardinella en Campo vinden we erg mooi omdat er nu echt hoge, kale bergen in zicht zijn en minder hoog is er veel grijs geërodeerd gesteente met van die typische vormen, alsof er vouwen in het landschap zitten; Klein Cappadocië.
Route vervolgen naar Ainsa. Voor we een lunchplek hebben gevonden, worden we de verkeerde kant opgestuurd door Maps. Gelukkig zijn we alert en ervaren (?) genoeg om het snel in de gaten te hebben. Omdat het eerder is gebeurd, hebben we onze oude papieren kaarten erbij gehaald, zodat we enig houvast hebben. En zodra we nu onverwacht op een ‘weg’ komen, waar je je koe nog niet zou laten lopen, grijpen we, meestal niet tevergeefs, naar dit gedateerde medium.
Gerda ziet vanaf onze doorgaande weg weer één van die prachtige kleine kerktorens en zegt:
“Zullen we daar lunchen?”
Ik hoef er niet lang over na te denken en zo komen we zonder problemen van te smalle, steile straatjes terecht naast de eeuwenoude muren van dit prachtige kerkje, dat…je raadt het al, op slot is. Kanen bij de platanen! Want die staan er ook.
En zo wordt het weer tijd voor serieuze zaken, zoals waar brengen wij op een zo aangenaam mogelijke wijze de nacht door? We vinden wat op Park4Night en om er te komen moeten we vanaf de N330 de afslag Lasieso nemen. Dat gaat nog goed, maar verder wordt het één grote puinhoop. We komen terecht op een grindweg, waarop ik onze banden hoor kreunen, zulke scherpe stenen liggen erop. Dit kan absoluut niet kloppen met de route die we op de navigatie en op de kaart zien. Omkeren dus…uh…hoe dan? Eindelijk vinden we een flauwe bocht, waar iets meer ruimte is en met 10x steken onder bezielende leiding van Gerda, staat de neus weer de andere kant op.
Wat mij betreft, en Ger is het er mee eens, gaan we zo snel mogelijk de doorgaande weg op en de eerste de beste plek waar onze auto op past, daar blijven we staan, al is het een vluchtstrook!
Nog maar eens Park4Night kijken dan. Er is niet veel in de aanbieding, maar dat kan ons nu niet zoveel meer schelen. Als het 5 uur of later wordt, zijn we er klaar mee.
We staan op een wat ongezellige ‘parking’…. eigenlijk gewoon een groot stuk kiezels dat nergens toe dient. De weg is dichtbij, maar daar maken weinig auto’s gebruik van en tegenover ons, aan de andere kant van de weg staan een bar en een restaurant/hostal. Waarschijnlijk is de bar open, maar daar twijfelen we zelfs aan.
Gerda die, nu ze weer beter is, zoals vanouds de omgeving verkent, komt terug met de mededeling dat er vlakbij, aan de overkant een soort plek is voor vissers, waar één camperbus staat en die wat gezelliger is dan ons. Bovendien is daar een bord waaruit blijkt dat campers er welkom zijn. Ze moet zelf erg twijfelen, want het terrein daar is heel ruw en het ligt hoog, waardoor je er veel last van de wind hebt, die aanwezig en koud is. We blijven. Waar we zijn? Bij Arguis, zo’n kilometer of 20 boven Huesca.
Menu van de dag: de peulen van de markt (heerlijk!) en kabeljauw filets uit de diepvries van de supermarkt.
Voorts zagen we op al die dwaalwegjes prachte bossen knalblauwe kleine bloemen in de berm en op ander plekken, o.a. bij de schilderachtige entree van een heel oud dorp, velden, bermen en begroeide oude muren vol klaprozen. Pláááátjes! En toch… geen foto’s van gemaakt.
Hasta luego!
Over de bandenspanning zou ik me niet al te ongerust maken. Jullie auto is voor 99% zeker voorzien van TPMS, een bandenspanningscontrolesysteem. Dit systeem houdt continue de bandenspanning in de gaten. Ook onder het rijden. Mocht een band (langzaam) leeglopen dan krijg je vanzelf een melding op je dashboard. ( Lampje met doorsnede van een band en een uitroepteken daarin.)
Ja, wij hebben TPMS. En je hebt gelijk met wat je daarover zegt. Mijn ongerustheid zit niet in het feit dat er mogelijk één band ineens leeg loopt of gelopen is. Het systeem waarschuwt niet, heb ik begrepen als alle banden tegelijk steeds minder spanning krijgen, omdat je te lang wacht met controleren. En, zoals jij zeker ook weet, is de kans op een klapband groter naarmate je bandenspanning lager wordt. En dan heb ik het nog niet over slijtage. Nou…van die dingen dus.. 😉