Vrijdag 5 mei 2017
Om half 8 vanochtend beginnen de gevechten om een parkeerplaats en stroomt het park al weer vol. Kleden, tassen, gasflessen, het ziet er naar uit dat ze de hele dag blijven.
Het verkeer vannacht was heftig, Gerda heeft maar 4 uur geslapen en Wim ook niet zo best. Bij Gerda komt het ook door de lampjes die branden op het dashboard:
“Als ik daar aan begin te denken, dan ben ik klaar wakker”.
Prima om te vertrekken. Geweldig dat we er waren.
Voor we de motor starten, komen er twee vrouwen in het zwart op onze auto toelopen en overhandigen Gerda met een lach een grote, roze roos. Waar maak je dat mee? Ik wist het ook niet, maar Isfahan is de stad van (o.a.) rozen zegt Wim.
De volgende stop wordt Persepolis, een kilometer of 40 boven Shiraz. Als we nou zorgen dat we er aan het eind van de middag in de buurt zijn, dan kunnen we morgen niet te laat aan de bezichtiging beginnen.
Vrij snel onder Isfahan wordt het landschap woestijnachtig met mooie bergen. Alles in variaties van bruin, geel en grijs. Langs de weg liggen prachtige overblijfselen van oude, lemen dorpen en het is mooi weer.
Ik ben begonnen met een kwartier 80 te rijden in z’n drie. De lampjes zijn er niet van onder de indruk. De vierbaansweg is goed, leidt alleen niet door plaatsen heen en we hebben weinig gelegenheid tot boodschappen. Hier en daar enkele winkels waar ze allemaal hetzelfde verkopen en allemaal geen groentes. “Verderop”, wijzen ze.
Elke keer als we stoppen voor koffie of winkels, vergeet ik Amersfoort te bellen. En misschien ook iemand uit onze omgeving in Nederland, die iets van auto’s weet. Heeft het zo moeten zijn? Ik kijk voor de zoveelste keer op het dashboard en: “Ger, het gloeidraadlampje is uit!”
Als we van de schrik bekomen zijn, zegt Gerda: “Zou de cruisecontrol het dan weer doen?”
Had ik nog niet aan gedacht. “Ja, die doet het!”
Ik besluit nu om een tijdje in z’n vier te rijden en stel de cruisecontrol in als de auto boven de 3000 toeren zit. Honderd in de vierde, dat gaat prima. Meer dan dat: het werkt! Een tijd later gaat het lampje van het roetfilter uit. Nu dat van de katalysator nog. En jawel, als we op zoek naar groente, de weg zijn afgeslagen naar Abadeh, verdwijnt ook dat laatste alarm.
Wat zijn we opgelucht! Onze dag kan niet meer stuk.
Dat gaat ie ook niet. In Abadeh is een goeie groentewinkel met een erg aardige eigenaar.
In de LPlanet lezen we over Pasargadae, waar o.a. de graftombe van Cyrus de Grote zomaar in het land staat. Misschien kunnen wij daar ook wel staan! Het loopt tegen vieren en omdat we allemaal moe en slaperig zijn, willen we er mee stoppen voor vandaag.
Dat lukt, vlak bij de tombe is een (andere) begraafplaats met veel ruimte er achter. Geknipt voor 2 auto’s. Verderop zitten wel wat mensen te picknicken, maar die gaan op een gegeven moment naar huis. Zelfs eerder dan we hadden gedacht, want, zoals zo vaak rond deze tijd, vormen zich buien boven de bergen, de wind steekt op en er valt een flinke regenbui.
Vóór ze vertrekken, komt de vrouw met haar dochtertje, nog naar ons toe en begint in vlot Engels van alles te vragen aan Wim en Gerda. Onder andere hoe wij drieën ons tot elkaar verhouden. Alleen aan Wim vraagt ze naar zijn vroegere beroep.
Zelf is ze gynaecologe, zegt ze en ze woont hier niet ver vandaan. Of we thee of koffie willen?
Nee, we zijn moe en hebben nog van alles in en om de auto’s te doen.
Gerda wordt alweer gezoend! De vrouw legt uit dat ze in Iran toeristen twee zoenen geven en voegt de daad bij het woord. Ik heb de indruk dat ze een woordgrapje maakt: ’tou’ van tourist, klinkt immers als ’two’…. En wie weet, klinkt het woord voor ‘kus’ in het Iraans als ‘rist’. Zoiets.
Ik zit nog in de auto en kan me gelukkig wat afzijdig houden.
Even twijfelen we nog of we hier blijven omdat het tot ons doordringt dat het geluid dat we horen geen trekker is, maar een generator die in het land staat. Nu heeft Wim daar weinig last van ’s nachts (want gehoorapparaten uit en dichte bus), maar wij wel. Althans als we boven slapen en dat willen we graag. We besluiten dat het een monotoon geluid is en daarom niet zo hinderlijk als bijvoorbeeld verkeer of hondengeblaf.
De zon komt terug, er zijn waterkranen op het kerkhof, dus ik ga een paar kleren wassen. Eerst even met Gerda bij de tombe kijken, van een afstandje dan, en hem proberen te fotograferen. Wim blijft thuis, hij kan zo wel in slaap vallen zegt ie.
We zien onderweg een prachtige kuifleeuwerik (ze gaat hem nog opzoeken) en weer zo’n Balkan gele kwikstaart.
Verder worden er nog auto’s gewassen en tot onze verrassing biedt Wim aan om chili con carne voor ons te maken. Wat een verwennerij, kan ik wat schrijfwerk inhalen.
Er komt één keer een auto bij ons kijken en een jongetje op een brommer.
Als ik ga slapen, zijn de buien terug: onweer en harde wind. Eén voordeel: we horen de generator niet meer zo goed.
Wat fijn dat de auto weer in orde lijkt. Wij zijn druk met de caravan. Lastig om alles een weer een plekje te geven. We hebben meer ruimte,, maar het gaat er vooral om dat hij een beetje praktisch wordt ingepakt. En het schiet niet zo op want er komen heel veel buurtgenoten langs die er allemaal even in willen kijken en er wat van willen zeggen. Ik ben er suf van. Morgen weer verder. Jullie ook………
Haha, ja dat is hetzelfde bij onze bus, als het dak omhoog gaat!! Nou…rustig aan dan maar!
Ik geniet van jullie verhalen. Mooie fotos weer. Om een idee te krijgen van de afstanden, hebben jullie bijgehouden hoeveel kms jullie vanaf het begin van de reis al hebben gereden?