Volgende hoofdstuk

Vrijdag 14 juni 2019

Vanochtend hebben we met 3xZ te maken: zon, zeehonden en ziek. Wanneer we zeggen dat bewolkt en nevelig het landschap niet per se onaantrekkelijk hoeft te maken, menen we dat. Toch blijkt vanochtend weer dat zon veel kan toevoegen. Toen we hier gisteren aankwamen, zagen we een stuk zee met op de achtergrond de vage, grauwe contour van een eiland. Daar ben je gauw op uitgekeken. Vanochtend zien we op dat eiland, Stroma heet het, bebouwing waaruit blijkt dat het bewoond is. Dat is leuk, maar het belangrijkste is dat we verder weg dan dit eiland kunnen kijken en andere omtrekken zien van meerdere eilanden, waaronder het donkere silhouet van een hoge klif, die loodrecht uit zee rijst met dáárachter weer lichter gekleurde rotsen. Al deze verschillende lagen maken dat het geheel diepte krijgt en je er bij wijze van spreken niet op uitgekeken raakt.

De grijze zeehonden

Let op die twee rechts middden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We genieten er in elk geval volop van. De wind is nog net zo sterk, alleen gedraaid, zodat nu alles wat los ligt door de auto vliegt als de schuifdeur open gaat. 

De zon maakt dat we de tweede ‘z’ ontdekken. Direct voor ons in zee, zien we een zeehond, maar dat worden er al gauw méér. Steeds nieuwe natte koppen steken boven water uit, fel glanzend in de zon. Gerda loopt een smal spoor op dat bij onze auto begint en staat me al snel enthousiast te wenken: “Joh, er is hier beneden een soort kleine kolonie, ze liggen allemaal in groepjes op de rotsen in de zon!” Wat een mooi gezicht, het zijn geen donkere beesten, veel ervan zijn lichtgrijs en gevlekt. 

En dan komen we bij de derde ‘z’, de zieke Gerda. Ze heeft niet echt goed geslapen, maar na weer 2 paracetamols vanochtend geniet ze met volle teugen van het feit dat we buiten kunnen zijn, althans dróóg buiten kunnen zijn. Ze vindt het nog wel koud, terwijl ik de combinatie van aflandige wind en zon als relatief aangenaam ervaar. 

Het land er achter

The Stacks

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We zijn nog maar een paar kilometer op pad, als ik een bord zie ‘Duncansby Head’, waar we in volle vaart voorbijrijden. “Hoe kan dat nou?”, vraag ik aan Ger, “daar waren we gisteren toch al?” Iets klopt er niet en omdat we er zeker van willen zijn dat we niks missen, draaien we om, slaan het wegje in en komen op een ontzettend mooie plek terecht. Gisteren hebben we ons dus behoorlijk vergist. Wat valt hier veel te zien. Er staat een vuurtoren, okay, maar na die van Stoer heb je ze eigenlijk allemaal gezien, ik bedoel ze lijken sprekend op elkaar. 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aan de éne kant zijn er rotsen met veel zeevogels, vooral alken. Ze vliegen niet alleen rond, maar drijven met bossen op de onrustige zee. Er zouden ook papegaaiduikers moeten zijn, maar die zien we niet. Het is moeilijk om de vogels te herkennen omdat je door de harde wind de kijker niet kan stilhouden. Aan de andere kant van het wegje staat een bord ‘3/4 miles naar de Stacks of Duncansby’. Een korte maar leuke wandeling met weids uitzicht over de kust en vooral over het landschap dat er achter ligt. De stacks zijn spitse, donker gekleurde en losstaande rotsen voor de kust. Heel decoratief. Als we een rondje maken over het glooiende terrein genieten we van nog meer rotsen, schapen met zwarte koppen, bloemen en vooral…dat we in de zon lopen!! Van een infobord leren we dat we vanochtend inderdaad met de grijze zeehond hadden te maken. Schijnt een aparte soort te zijn. 

Sinclair Castle…the remains of

Een eindje verderop ligt Skirza Head. Ook daar slaan we af; we durven geen Head meer laten liggen. Het is minder spectaculair; een zandstrand met een kasteelruïne. Lunchen doen we aan het lange strand van Keiss. Daarna op naar het derde hoofd: Noss Head. Weer een zelfde soort vuurtoren, die we rechts laten liggen (hoe gauw ben je verwend!) ten faveure van, jawel, een kasteelruïne! Eigenlijk hebben we daar niet zoveel mee, maar deze lijkt wel ‘aardig’ en bovendien voert er een mooi pad naar toe door het land. Volgens de informatie is de naam Sinclair Castle en een paar kilometer verderop ligt zijn ‘tweelingkasteel’ genaamd Girnigoe. What’s in a name. 

Dit alles bevindt zich bij de plaats Wick (komt van Vik = baai). Remember Wickie de Viking. ‘t Is geen wonder dat de Vikingen hier landden en vooral bleven hangen. Héén heb je de storm mee, maar laverend terug naar Scandinavië… kan je gerust vergeten! Gerda leest dat deze kust bekend staat om de stormen en zijn gevaarlijke sterke stromingen.

Intussen is het half vijf, bijna borreltijd en waarom zouden we nog gaan rijden? De zon schijnt nog steeds, de wind neemt wat af en wij nemen wat in: Gerda pillen en ik een wijntje. Bier is het enige dat haar qua alcohol nog smaakt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*
*
Website