Zondag 23 april 2017
Onweer boven Turkije, die hadden we nog niet gehad! En, het kon niet uitblijven, regen. Wat zijn we dat zat. Zo langzamerhand beginnen we te geloven dat het in Iran ook nog zal regenen. Nou ja, als die landverschuivingen dan een beetje de Turkse kant op gaan, zijn wij iets eerder bij de grens.
Eerst boodschappen bij de BIM, één van de supermarkten die een meneer in Babaeski ons had aangeraden. Zoals Gerda vlotjes rijmt: “Met Wim naar de BIM”. Eens, maar nooit meer. Wat een shitwinkel is dat! Slecht assortiment, weinig verse groenten en al helemaal geen wijn en bier.
Wel een ontzettend aardige mevrouw, die ons met haar ogen en lach bijna doodknuffelt. Je moet wát om het je klanten naar de zin te maken.
Gerda constateert dat de natuur in Turkije achterloopt; de bomen en struiken zijn nog lang niet zo ver uitgelopen als in de landen hiervoor. Ze vindt dat er weinig bloesems en bloemen zijn, terwijl ze had gedacht: als we in het voorjaar gaan dan stikt het overal van de bloemen.
Nog een constatering van Ger: “Het is hier overal wel een pokketeringtroep zeg. En ik geloof niet dat dat alléén door armoede komt”. Ze doelt op de staat waarin huizen, schuren en andere gebouwen zich bevinden en de rotzooi die mensen ervan maken.
De tankstations worden steeds Turkser en daardoor ook rommeliger. En soms leuker. Tijdens het tanken vraagt de man of we thee willen. Ik denk, die wil graag dat we nog iets in zijn café komen gebruiken. We hebben nog een thermoskan koffie in de auto, dus ik gebaar iets van ‘weet nog niet, ff kijken’…. Niks daarvan, even later staat z’n collega met 3 glaasjes thee en een bak suikerklontjes bij de auto.
Voorts staat er buiten een koelvitrine waarin een reeks geslachte schapen hangt, waarvan een traiteur heerlijke vleesschotels maakt. Nu begrijpen we waarom er hier zo ontzettend veel vrachtwagens stoppen. Een ander tankstation is een soort ontmoetingsplaats van mensen die hun auto komen schoonspuiten, gaan bidden in de gebedsruimte boven het café, naar de wc moeten en intussen een beetje bijpraten. WiFi hebben ze hier niet, wel bij het vorige station, maar daar hebben we er geen gebruik van gemaakt, denkend, dat komt later wel.
De eerste paar uur rijdt het vervelend, vanwege de regen en het voortdurend wisselen van snelheid. Om de paar kilometer moet je terug van 110 naar 90, 70 of 50. Vaak naar alle drie. Dat is het geval bij elke gelijkvloerse kruising, ongevaarlijk bocht, maar ook als er meer dan één boerenkrot in het land staat. Het is geen doen, bovendien trekken de Turken zich er helemaal niks van aan, behalve als er een camera op het bord staat afgebeeld met de mededeling ‘elektronische controle’. Op het asfalt staat dan met grote letters ‘EDS’. Da’s wel handig. Na een tijdje doen we gewoon met de Turken mee.
Na de middag wordt het droog en de zon gaat schijnen. Je gelooft het niet: de thermometer loopt op tot 22 graden. Daarbij verandert een paar honderd kilometer vóór Erzincan, ergens bij Susehri, het landschap in ons voordeel. Prachtig gekleurde bergen, mooie vlaktes, niks truttigs meer aan. Rond half vier krijgen we nog een dipje in de vorm van hagel met akelig grote stenen. Ik begin net aan deuken in de auto te denken als het overgaat in regen.
De buien brengen veel schoonheid met zich mee. Het landschap staat vol met ranke, lichtgekleurde bomen, die nu door de zon wit worden beschenen tegen een bijna zwarte lucht. Het lukt me helaas niet om dat goed te fotograferen; we bewaren het in ons hart.
Het enige wat we aan de buien overhouden is een erg harde wind, waardoor hier en daar de losse aarde die op de bergen ligt, in wolken over de weg waait.
Op de achtergrond komen hoge, dik besneeuwde toppen in beeld en langs de weg staat een bord ‘2160 meter’.
Intussen heeft de politie iets anders verzonnen om je je snelheid te laten minderen. Af en toe staat er een platte namaakpolitieauto dwars op de weg in de berm. Van een afstand zie je niet goed dat ze nep zijn. Op één plek stond er een echte politieauto achter verscholen.
WiFi wordt niks meer; we vragen het tevergeefs nog een paar keer bij andere tankstations.
Erzincan, waar we vannacht willen blijven, is een beetje onsamenhangend geheel. We vinden niet zomaar een goede plek en bij gebrek aan een ‘H’ vragen we hier en daar de weg naar het hospitaal. De aanwijzingen blijven vaag. Een telefonerende vrouw schiet helemaal in de stress; ze denkt misschien dat we zelf hulp nodig hebben. Degene die ze aan de telefoon heeft, spreekt Engels en Gerda en de vrouw praten om de beurt met die persoon, die als tolk fungeert. Op den duur haalt ze haar man er nog bij…een heel gedoe. Met de combinatie van haar armgebaren en nog een paar keer vragen, komen we toch bij het ziekenhuis. Daar is een parkeerterrein, met een fenomenaal uitzicht, waar we besluiten te blijven.
Echt rust vinden we er niet. Het is druk, veel mensen- en autolawaai om over de moskee maar te zwijgen. Dat wordt beneden slapen.
Menu van de dag: rest couscous, omelet met rode puntpaprika, ui, courgette en knoflook, rode koolsalade met rozijnen, appel en een heerlijke dressing. Alle eer aan Wim.
Vogel van de dag: witte kwikstaart. Ook wel leuk toch?
Ha dames,
Wat fijn dat het ook warmer kan zijn op jullie reis en wat een prachtig uitzicht op de bergen.
Het gaat vast heel mooi worden. Geniet en wees blij, ook zonder glaasjes alcohol. Zijn jullie vergeten langs de stores te gaan? Hebben wij ook een keer gedaan op zeilreis naar Noorwegen, en nat en koud en bakken water over onderweg. Wil je na aankomst toch wel een glaasje om warm te worden. Toen maar voor bijna 100 gulden ( zolang is het terug) in de staatswinkel een fles whisky gekocht. Zo’n winkel zal je ongetwijfeld ook in deze landen hebben maar dan moet je wel tot de “bovenlaag” behoren, ben ik bang.
Dus zijn jullie tijdelijk lid van “de blauwe knoop”. Liefs Saskia
Als de alcohol er niet is, gaat het prima! In alle Midden Oosten landen wezen ze ons de slijterij, als we er naar vroegen. In Oman hadden we daar geen zin en en hier ook (nog) niet! Liefs
Looks like I’ve caught up with all your blogs. I really hope that the weather gets a bit more stable for you. Can imagine that it puts a damper on your day. Today 25th, is ANZAC (Australian and New Zealand Army Corps) day, a public holiday, when we commemorate the Anzacs who in WWI fought against the Turks at Gallipoli, on the Turkisch Peninsula. 60.000 soldiers lost their lives during the campaign. Also in Villers Bretonieu, in France, where another 46.000 Anzacs lost their lives fighting against the Germans. At both places a very impressive dawn service is held with heaps of Australians and New Zealanders attending the ceremonies. The same goes for capital cities and villages in Australia itself. At the time Australia’s population counted 5 million people of which more than 400.000 boys and men enlisted to fight overseas. Boys, some of 15 or 16, who said they were older, enlisted to help fight the war. More than 100.000 soldiers never returned home. I think it is a little known fact overseas but a big thing here. Today, also soldiers who lost their lives in other conflicts such as Vietnam, Afghanistan, Irak, etc get remembered on this day.
Well, with this note on Australian history I wish you plenty of sunshine and safe travelling. Look forward to the next blog.
Slim om bij die hospitalen te parkeren. Maar wel oppassen dat je organen niet ‘s nachts verwijderd worden voor de handel.
Ik kom overmorgen een stukje jullie kant op maar blijf dan steken in Rhodos voor een week.
Hopelijk daar geen winter of herfst. Hier nu zware hagel.
Goede reis!
Gerrit
Haha! Hee goed zeg Rhodos. GEniet er van, heel fijne tijd! Liefs