We gaan blind voor Ziende

Donderdag 10 juni 2021

We gaan blind voor Ziende 

Nog half in slaap was er het besef van zwaar gebrom dat maar niet wegging. Integendeel het drong zich steeds nadrukkelijker op, tot ik het zo’n beetje op het hoogtepunt van het kabaal begreep: een boot! Toen was ik intussen echt wakker en dat bleef ik. 

Om een uur of vijf werd ook Gerda wakker, die het na een tijdje voor gezien hield en op de benedenverdieping aan de dag begon. Ik bleef liggen en heb vóór zeven uur gelukkig nog een poosje kunnen slapen. In mijn droom moest ik lucifers pakken, waar ik niet bij kon, ze lagen te hoog. Ineens was Michiel van DOK48 (een restaurant bij ons aan de kade) daar. Hij stond achter me, sloeg z’n armen om mijn lijf, tilde me zonder één woord te zeggen op en ik greep de lucifers. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan.

Allemachtig wat wordt het snel warm vanochtend. Terwijl Gerda zegt dat ze het zo vreselijk koud heeft gehad, terwijl ze daar vanaf een uur of vijf beneden zat. 

“Waarom heb je dan geen trui aangetrokken?”, vraag ik. Ze antwoordt: “Omdat ik jou niet wakker wilde maken”. Dat is heel lief, maar ik vind het jammer dat ze zichzelf tekort heeft gedaan. Want ik voelde bij het opstaan goed hoe koud het toen nog was. 

De kerk van Grubbenvorst aan de overkant van de Maas is heel apart van architectuur vinden we. Wat wij er vanaf hier van zien, is een puntdak als van een doorsnee huis, waarop een enorm hoge dunne kegel dient als toren. 

“Ik zou de binnenkant van die kerk wel willen zien”, zeg ik. Omdat Gerda er ook nieuwsgierig naar is, nemen we na het ontbijt de pont naar de overkant. Zelfde procedure als bij de pont van gisteren (!) alleen zijn we nu voorbereid. 

Als we vanaf de pont naar Grubbenvorst rijden, ligt de kerk direct aan de ingang van het dorp. Ik realiseer me dat ik ervan was uitgegaan dat hij ergens in het centrum van het dorp zou staan. Dit is prachtig; een gezicht op de kerk dat niet wordt verstoord door andere bebouwing. Integendeel, vanuit ons gezichtspunt ligt er voor de kerk een akker met één van mijn favoriete gewassen: gerst, dat al aan het verkleuren is van groen naar geel. De lange stekelige baarden lijken van een afstand zo zacht als fluweel.

Kerk met favoriet gewas

Nog een favoriet gewas..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waar ik al voor vreesde, de kerk is op slot. Op het kerkhof ernaast zit een man op z’n knieën voor een grafsteen de aarde ontvankelijk te maken voor de plantjes die hij om zich heen heeft staan. We moeten het doen met een informatiebord, dat de lof zingt over pastoor Vullinghs. Het vertelt ons dat hij, en met hem het dorp, een belangrijke en heldhaftige rol heeft gespeeld in de Tweede Wereldoorlog. Mede dankzij hem hebben veel dorpelingen Joodse onderduikers in huis genomen. En daarmee noem ik slechts een fractie van alle verzetsactiviteiten die hij heeft geleid of waaraan hij heeft deelgenomen. Begin april 1945 is hij na veel ellende overleden in Bergen-Belsen. 

Verder maken we een praatje met een oudere man, die een rondje aan het fietsen is. Hij komt uit Amsterdam en woont nu hier ergens. Uit zijn woorden over Amsterdam, zou je kunnen opmaken dat hij het leven daar met alle voorzieningen mist. Gelukkig loopt het Pieterpad door Grubbenvorst, zegt hij, dat brengt nog wat leven in de (horeca)brouwerij. 

We lopen het dorp nog even rond in de buurt van de kerk, zien een paar stalen koeien staan en denken dat er verder niet veel te beleven valt in Grubbenvorst. 

De architect van de kerk is Alphons Boosten. 

We vervolgen onze weg en blijven steeds aan de westkant van de Maas, langs dorpen als Broekhuizen en Bitterswijck. De koffie maken we op bij de overblijfselen van kasteel Geijsteren, dat helemaal niet meer op een kasteel lijkt. Het is geen must, bedoel ik maar. De plaats waar het ligt is wel mooi, en de schaduwplekken zijn heel welkom in deze hitte. 

Via Vierlingsbeek gaan we bij Boxmeer de A73 op, want wat ik nog niet heb verteld is dat we morgen thuis willen komen. Belangrijke reden daarbij is dat a.s. zondag kleindochter Rosalie 12 jaar wordt. En als we vanavond in de buurt van de Randstad overnachten, kunnen we morgen via onze vaste leveranciers Slagerij Scholten (Leidschendam) en Hartevelt Vis (markt in Leiden) naar Amsterdam rijden. 

Ons doel is een slaapplek te vinden in de buurt van Nieuwkoop. We hebben daar eerder overnacht met de bus en het is een prachtige omgeving. Langs een wegje richting Ziende herinnert Gerda zich een mooie stek bij het water. Ze heeft gelijk, als ik het zie, weet ik het weer. Ik heb wel twijfels, het ligt ‘zomaar’ langs de weg, iedereen ziet je en het is een plaats waar boten kunnen aanmeren. Maar Ger is vol vertrouwen! Misschien heeft ze een vooruitZiende blik. Ik zou zeggen: we gaan het zien.

 

 

 

 

 

 

 

 

Het is half 4, wat jeugd in een bootje legt aan met harde muziek. Even later komt een autootje aangescheurd met knul en bier, die ook allebei inschepen. Benieuwd hoe en wanneer ze terugkomen…

Vanaf het erf van de boerderij schuin tegenover ons, snerpt met enige regelmaat de treurige kreet van een pauw. Zouden die vogels ‘s nachts slapen? 

Een andere grote houten sloep arriveert. De man die hem bestuurt, houdt een praatje met Gerda en begint intussen de boot met vlaggetjes te versieren. Na een tijdje komen er drie bekenden van hem aan met borrelhappen; ze hebben een feestje te vieren. Hijzelf houdt al wegvarend de bijna lege whiskyfles omhoog. “Zuinige boel!”, roept Ger hem na. 

De laatste gasten komen wat eten aan de kant van het water en blijken daarna toch vaarders te zijn. Ze toveren een opblaaskano tevoorschijn, beter gezegd: oppómp.

 

 

 

 

 

 

 

 

Als het bedtijd wordt, is er nog steeds behoorlijk wat verkeer, motoren ook. Tel daarbij de pauw op! We gaan beneden slapen tegen het lawaai. Experimenteel is het dat we met onze hoofden niet bij de achterklep van de bus gaan liggen, wat we normaal doen, maar aan de voorkant. Dit omdat de auto met de neus hoger staat dan met de achterkant en we hebben geen zin om met oprijblokken te beginnen. 

Vogel van de dag: karekiet. Er moeten hier ook purperreigers zijn, zei de bootman. Gerda hoopte bij elke reiger die in beeld kwam dat het er één zou zijn. Ze blijft er onzeker over. 

We zijn nog steeds niet weggestuurd…..misschien zijn ze hier Ziende-blind. 

Vrijdag 11 juni.

We staan er nog!! En worden wakker met een vreemd geluid. Het is een visser die naast ons in de mist zijn bootje op staat te pompen. 

Wat een rustige nacht, terwijl we er rekening mee hadden gehouden dat de twee sloepen laat en mogelijk luidruchtig terug zouden keren. Helemaal niks gehoord dus. Het autootje van de knul die het bier meenam, is niet van z’n plek geweest. 

En het omgekeerde slapen beviel prima.

Tijdens het ontbijt zien we naast ons boven het land een blauwe kiekendief, die zich zwenkend met een prachtige scherpe hoek omlaag stort. Vogel van de dag. Voor die titel moet hij nog even in de strijd met de toppereend, maar bij die laatste blijft Gerda twijfelen of het toch niet een kuifeend is. 

Met de thermoskan vol koffie vertrekken we van deze mooie plaats.

We komen thuis met stiekeme nieuwe haringen van onze visman. Ik dacht te begrijpen dat ze op dit moment nog niet onder die naam mogen worden verkocht. ‘Vis van de dag’ mag vast wel. 

Wat ook heel leuk is dat we van onze vriend Cees vernamen dat er in Grubbenvorst een beeld staat van een melkende non dat door zijn broer Robert Sheriff is gemaakt. Nou ja! Hadden we nu maar wat beter en langer rondgekeken in het dorp. 

En dan de hamvraag: zijn wij nog steeds weg van de Coast? Ja zeker. Hoewel er dingen zijn waarbij we ons afvragen ‘wie heeft dít bedacht?’ Ik zal jullie er verder niet mee vervelen, net zoals ik dat hopelijk met de verhalen niet heb gedaan. Bedankt voor het lezen en jullie reacties! Daar doe je ‘t voor.

 

 

 

 

4 thoughts on “We gaan blind voor Ziende

  1. Ik heb net de hele serie achter elkaar gelezen omdat ik achterop was geraakt. Een ding is zeker Riet……..je hebt tijdens deze reis je mooiste zin ooit geschreven en die ga je niet meer overtreffen. Je schreef hem op 6 juni (In de hoek):

    ‘Het is diezig in de verte, rimpelloos met slechts een vermoeden van horizon. De geremde zonnestralen maken de leegte toch licht’.

    Toppie 🙂 ‘Niks meer aan doen’ zou jij zeggen!

    Groet!

    • Nou Gerrit, je compliment ontroert me. Het is alsof je voelt hoezeer ik er over heb nagedacht en hoe belangrijk ik het vond om dit goed te verwoorden.

  2. Helemaal eens met Gerrit. Toen ik deze prachtige volzin las, kwam ook een mompelend “whauw!” over mijn lippen. Maar hoofdzakelijk was het toch weer de humor waarop je de tocht heb beschreven. Jullie aandoenlijke onhandigheidjes ( de open dichte gasfles bijvoorbeeld en het “gemopper” over Carnotte’s en dat kreng van Waze) hebben mij weer aan het lachen gemaakt. De de ellende van de afgelopen tijd heeft jullie niet zuur en zeker niet achter de geraniums gekregen.
    Hopelijk gaan jullie weer snel op pad en kruisen onze wegen dan ook weer eens.
    Keep on Reizing Stars!

    • Wat treffend Gerard, dat jij het zo eens bent met Gerrit. Dank je dat je het noemt! En de humor..tja ik denk juist vaak ‘ik moet veel geestiger zijn’. Valt blijkbaar mee. Gaat vast wel een keer lukken dat kruisen!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*
*
Website